WONEN door de eeuwen heen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De schaduw van Jan Harrie Geelen Querido.
Advertisements

Feodalisme en het hofstelsel
Samenleving en cultuur
Romeinse tijd De Romeinen.
Het leven in de Steentijd
Opscheppen les 3 voorbereiding op het bezoek aan Firma Ruizendaal in Waverveen.
Carthago.
Beelden storm.
Hoofdstuk 2 de tijd van jagers en boeren
Paragraaf 1.3 Jagers worden boeren.
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Strijden of sporten Paragraaf 2.5.
Tijdvak: Steden en Staten
De eerste mensen Door Oscar Zuethoff Spreekbeurt, 18 mei 2009
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Suriname Soraya van Lomwel.
© De Coninck Sofie en © Onze maatschappij is multicultureel.
Samen leven langs de Nijl
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
“Het is niet altijd wat het lijkt.”
Hoofdstuk 3.
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Machtige heren, halfvrije boeren
Romeinen, Germanen en Kelten
Max en de toverstenen. Door de groep Stampertje..
Ben je in de jaren 50, 60 of 70 opgegroeid..?
Leven in een industriestad
Hoofdstuk 2.
Europa wordt christelijk
“Het is niet altijd wat het lijkt.”
ZOU JIJ DAAR WILLEN WONEN?
Er waren vele honderden nachtegalen, hoe moest hij nou Jorinde terugvinden?
Daar was de heks bezig de vogels in hun zevenduizend kooien te voeren.
De Jicarilla Apachen.
" Pas op ", zei Joringel, " dat je niet te dicht bij het kasteel komt ".
Middeleeuwen De antwoorden in deze powerpoint komen van (naam en klas invullen a.u.b.)
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Geschiedenis hoofdstuk 1
Kerst © wilma. Kerst © wilma Heel lang geleden in een land dat we nu Israël noemen Maar dat vroeger Palestina genoemd werd, waar Koning Herodes, koning.
Geisha en samoerai Quiz Japanmuseum SieboldHuis. Vraag 1 Hoe eet men in Japan? A – Met hun handen B – Met stokjes C – Met mes en vork.
Geisha en samoerai Quiz
Hoofdstuk 3.
Historisch Overzicht Paragraaf 1.
Hoofdstuk 1: Nederland Historisch Overzicht Hoofdstuk 1: Nederland
Een half miljoen jaar bouwervaring
Paragraaf 4.2 Romeinse samenleving.
Paragraaf 1.3 Geen vaste woonplaats.
Paragraaf 1.4 Leven van de landbouw.
Geisha en samoerai Quiz Japanmuseum SieboldHuis. Vraag 1 Hoe eet men in Japan? A – Met hun handen B – Met stokjes C – Met mes en vork.
Oude Egypte Lotte en Anke.
Romeinen, Germanen en Kelten
Paragraaf 1.2 De eerste mensen.
Even voorstellen God Abr(ah)am Lot Sara(i) Hagar Ismaël Isaak.
Het Oude Egypte Door Emma en Jolien.
Tijd van steden en staten
Madagaskar is een eiland in de Indische Oceaan, 430 km van Mozambique. Zo’n 2000 jaar geleden zetten de eerste bewoners ‘voet aan wal’ op dit eiland.
Revoluties in Europa. Les 3 Naar de fabriek Doelen van les 3 Je kunt het begrip Industriële Revolutie uitleggen. Je kunt beschrijven welke rol de stoommachine.
De oude Egyptenaren.
Veen en turf Van Melanie, Julia en Laura. Wat is veen en turf? Veen is een laagje dode planten Veen is een laagje dode planten Later steken ze het in.
De oude Egyptenaren.
Techniekles De Drie Biggetjes
Blok 3 De stad verandert Deelvraag: Hoe de stad verandert na 1870?
Jager-verzamelaars.
Cursus 2.2 Het Leven van de Eerste Mensen Klas 1 KGT Lesweek 2
Onze geschiedenis.
Tijd van jagers en boeren
Thema 1: Egypte.
Cursus 4.2 Hoe ontstond de industrie Klas 2 KGT Lesweek 2
Blok 3 De stad verandert Deelvraag: Hoe de stad verandert na 1870?
TIJD VAN JAGERS EN BOEREN. FILM: BC BC is een film over het leven van een jager verzamelaar, hij is zeer onrealistisch maar dat neemt niet.
Transcript van de presentatie:

WONEN door de eeuwen heen van woonhol tot flatgebouw

Een grot als woning De eerste mensen leefden van de jacht, de visvangst en het verzamelen van vruchten. Ze bleven nooit lang op dezelfde plaats, want ze waren steeds op zoek naar voedsel. We noemen ze dan ook voedselverzamelaars. Ze woonden in grotten, onder afhangende rotsen of in tenten van dierenhuiden. Ze gebruikten hun woning om zich te beschermen tegen wilde dieren en het slechte weer. Er was voldoende plaats voor enkele families. Deze woningen werden in enkele uren opgebouwd en vaak na een paar weken of maanden weer verlaten. De mannen gingen jagen op mammoeten en paarden, herten en rendieren. De vrouwen gingen op zoek naar eetbare vruchten en bessen, bereidden het voedsel en verzorgden de kinderen.

Een huis van leem en stro De voedselverzamelaar-jager werd boer. Hij moest geen eten meer gaan zoeken en woonde niet meer in grotten en holen, maar had een vaste woonplaats. Hij bouwde zijn woning met boomstammen. De wanden van de huizen waren gemaakt van een vlechtwerk van takken besmeerd met een mengsel van leem en stro, het dak was bedekt met stro. Het vee sliep binnen. De warme adem van de dieren verwarmde het huis. Woningen werden steeds gegroepeerd gebouwd, zodat de bewoners elkaar konden helpen bij aanvallen van andere stammen. Klik op deze link om een filmpje te bekijken:

Huizen in Egypte Langs de vruchtbare oevers van de Nijl in Egypte groeiden de eerste nederzettingen uit tot grote steden. Arme mensen leefden in rieten hutjes, maar de meeste dorpelingen hadden huizen van één of twee verdiepingen met meerdere kamers. Voor hun woningen gebruikten de Egyptenaren in de zon gebakken ‘bakstenen’. Nadien werd er een laag pleisterwerk op aangebracht en werden er versieringen geschilderd op de binnenmuur. Omdat het in Egypte zo heet was, waren de ramen klein. De huizen waren daardoor koel, maar ook donker. De Egyptenaren geloofden dat de farao door de goden was uitgekozen. Ze keken naar de farao op. En door prachtige, grote gebouwen voor hem te bouwen, hoopten de Egyptenaren dat de goden blij zouden zijn. Een piramide is eigenlijk een soort begraafplaats voor de farao. De koning zelf zorgde tijdens zijn leven dat er een piramide voor hem werd gebouwd. Het bouwen van een piramide duurde heel veel jaren. Volgens oude geschriften duurde het 20 jaar om een piramide te bouwen, maar dat is veel te kort. Er is niet veel bekend over hoe piramiden precies gebouwd werden. Sommige stenen van de piramiden van Gizeh ( een stad in Egypte) wogen wel 70 ton (dat is 70 auto’s bij elkaar). Klik op deze link om een filmpje te bekijken:

Thuis bij de Grieken Door het warme weer leefden de Grieken vooral buiten. Ze bouwden huizen met lemen tegels, die in de zon gedroogd waren. De kleine ramen werden in de winter afgesloten met houten luiken. De vloeren waren van platgestampte aarde. Aan de muren hingen kleurrijke geweven wandtapijten. Het dak was bedekt met pannen om regen tegen te houden en te beschermen tegen de ergste zonnestralen. De meeste huizen in Athene waren gebouwd rond een open binnenplaats. De woonkamers kwamen uit op die binnenplaats. De slaapkamers waren op de eerste etage. Er werd buiten gekookt op draagbare vuurtjes of in kleine kleiovens. De Griekse huizen waren zeker voor die tijd erg modern en hadden zelfs pijpen voor afwatering. Op de binnenplaats was vaak een bron of een fontein voor het water.

Een Romeins huis In grote steden huurde de gewone man enkele kamers in een woonkazerne. Dit waren grote blokken van soms wel drie tot vier verdiepingen hoog en dus de voorlopers van onze flatgebouwen. Maar op het platteland woonde de boer nog steeds in een eenvoudige hut. Rijke burgers bouwden luxueuze villa’s op de heuvels van Rome, op het platteland of aan de kust. Door opgravingen in Pompei weten we precies hoe een villa er meer dan 2000 jaar geleden uitzag. De villa had vele woonvertrekken en galerijen rondom binnentuinen. De muren binnenin waren versierd met schilderijen. De vloeren waren bedekt met mozaïeken (= een legwerk van veelkleurige kleine stukjessteen of glas). De villa had ook al waterleiding. Een centraal verwarmingssysteem zorgde voor vloer- en muurverwarming.

Abdijen Opvallendste bouwwerken waren kloosters of abdijen. Mensen zochten bescherming in deze grote bouwwerken. Ze verzamelden dichtbij de abdij. Monniken zorgden voor hun eigen eten. Daarom lagen er weiden, boomgaarden, akkers, een kruidentuin of een vijver rond het klooster. Armen en zieken werden in een klooster geholpen. De monniken zorgden voor hen. Veel kloosters hadden een apotheek en een ziekenzaal. Ook pelgrims (= mensen die te voet of met de fiets naar een bedevaartsoord gaan) konden bij kloosters aankloppen. Ze kregen dan te eten en konden er slapen.

een filmpje te bekijken: Burchten en kastelen De eerste kastelen waren gemaakt van hout en hadden een of twee verdiepingen waarin de heer en zijn familie woonden. Dit huis was op een heuvel (motte) van aarde gebouwd om de omgeving goed in de gaten te kunnen houden. Om het huis heen was een muur van houten palen (een palissade) gemaakt of later een stenen ringmuur. Binnen die ring konden de burgers zich verschuilen voor de vijand met wat vee, want je wist maar nooit hoe lang het kon duren. Deze kastelen hadden ook een poort en een ophaalbrug. Ze waren niet zo stevig en natuurlijk erg brandbaar. Daarom werden de kastelen later van steen gemaakt. Kastelen werden meestal op een heuvel of bij een brede rivier gebouwd om het voor de vijand extra moeilijk te maken. Maar er moest natuurlijk ook genoeg voedsel en water in de buurt zijn. De boeren uit de omgeving gaven een gedeelte van hun oogst aan de kasteelheer in ruil voor bescherming. Bij gevaar trokken de boeren met hun gezinnen naar het kasteel en hielpen mee om het kasteel te verdedigen tegen de vijand. Klik op deze link om een filmpje te bekijken:

Een middeleeuwse stad Wat was begonnen als een eenvoudige nederzetting groeide uit tot een heuse stad. Waar mensen samen zijn, wordt dingen geruild en verkocht en wordt er geld verdiend. Rijke kooplui bouwden hoge, mooie stenen huizen met glazen ramen en heel wat andere luxe. Maar de middeleeuwse stad is zeker niet me die van nu te vergelijken. In de nauwe straatjes zonder riolering zaten duizenden mensen dicht op elkaar. De gewone man leefde zowel in de stad als op het platteland nog altijd in armzalige omstandigheden.

Woningen in de 19de eeuw Ook bij ons worden huizen nu opgetrokken in baksteen en cement. De fabrieksarbeider woonde in een beluik, een smal straatje met kleine arbeidershuisjes dicht naast elkaar. In het midden was een greppel waarin vuil keukenwater liep. De huisjes hadden één kamer die diende als keuken, woon- en slaapkamer. Op een klein zoldertje sliepen de kinderen op zakken gevuld met droog gras. Er was in het beluik maar één waterpomp en één toilet. De rijke burgers, eigenaars van de fabrieken woonden ondertussen in chique herenhuizen en kleine kastelen.

Huizen vandaag … Nieuwe materialen en technieken maken andere woningen mogelijk. Eindelijk kan ook de arbeider met zijn beter loon een comfortabele woning bouwen of kopen. Dit kan in de stad waar torenflats een oplossing bieden voor het plaatsgebrek of in een woonwijk met verschillende huizen of eenvoudige sociale woningen. Maar elders in de wereld wonen nog miljoenen mensen in slechte omstandigheden. De geschiedenis van de woning bracht zeker nog niet voor iedereen een goede oplossing …