DE ARBOWET In deze presentatie zal worden ingegaan op de hoofdlijnen van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), zoals deze er uit ziet na de wijziging van 1 november 1999. In deze presentatie wordt geen aandacht besteed aan het handhavingsbeleid van de Arbeidsinspectie. Daarvoor is een andere presentatie aanwezig.
WAAR HET OM GAAT !!!! GEVAAR EFFECT VEILIGHEID ONGEVAL GEZONDHEID VERZUIM In de Arbowet staat de mens centraal. Niet de mens in algemene zin, maar de mens in zijn of haar arbeidssituatie. In de Arbowet wordt onderkend dat deze mens in de arbeidssituatie blootstaat aan een groot aantal gevaren, die, wanneer ze niet op een goede wijze beheerst worden, kunnen leiden tot een aantal ongewenste effecten. Wanneer we praten over veiligheid dan hebben we het over het algemeen over gevaren, die wanneer ze zich openbaren, direct leiden tot het ongewenste effect. Wanneer de hand in aanraking komt met het onbeschermde zaagblad van een cirkelzaagmachine, is het ongewenste effect direct zichtbaar. Bij gezondheid gaat het om gevaren waarvan het effect zich vaak pas na langere tijd openbaard. Denk hierbij aan een verkeerde zithouding. Het duurt enige jaren voordat klachten in de vorm van gewrichtspijn naar voren komen. Na blootstelling aan toxische stoffen kan het vaak nog veel langer duren voordat de ongewenste effecten zichtbaar worden. Welzijn is een moeilijk begrip. In de Arbowet heeft het niets te maken met 'welbevinden' in brede zin. In de Arbowet gaat het om de aanpassing van de werkplek aan de menselijke eigenschappen (ergonomie) en om de aanpassing van de funtie- of taakinhoud aan de menselijke eigenschappen. Ook voor welzijn geldt dat eventuele ongewenste effecten vaak pas na langere tijd zichtbaar worden. De Arbowet gaat over de manier waarop de werkgever de gevaren beheersbaar kan houden. Over de gevaren als zodanig leest u in de Arbowet niets. Daarvoor moet u terecht bij het Arbobesluit (zie verderop). WELZIJN BEROEPSZIEKTE WERKTIJDEN
INLEIDENDE BEPALINGEN Definities (artikel 1) Toepassingsgebied (artikel 2) Voordat de Arbowet begint met aan te geven op welke wijze binnen een organisatie de gevaren op een goede manier beheerst kunnen worden, worden eerst een aantal andere zaken geregeld. In artikel 1 wordt van een aantal begrippen die in de wet gebruikt worden aangegeven hoe die uitgelegd moeten worden. In artikel 2 valt te lezen of en zo ja hoeveel van de Arbowet van toepassing is voor een aantal in dat artikel genoemde bijzondere groepen.
VERPLICHTINGEN WERKGEVER Arbobeleid voeren (artikel 3 en 4) Risico’s inventariseren en evalueren (artikel 5) Zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn voorkomen en beperken (artikel 6) Voorlichting en onderricht verzorgen en daar toezicht op houden (artikel 8) De werkgever heeft een groot aantal verplichtingen. In artikel 3 wordt het algemene kadervoor de beleidsvoering geschetst. De randvoorwaarden voor het te voeren arbobeleid worden in dit artikel vastgelegd. Van belang is op te merken dat in artikel 3 lid 2 de werkgever de verplichting krijgt ter uitvoering van de bepalingen in artikel 3 taken en verantwoordelijkheden toe te bedelen aan werknemers. In artikel 4 wordt aangegeven dat naast een algemeen arbobeleid, ook beleid gevoerd moet worden met betrekking tot ziekteverzuim, agressie en geweld en seksuele intimidatie. Door middel van een risico-inventarisatie en -evaluatie moeten alle gevaren in kaart gebracht worden en wordt vastgesteld hoe groot het gevaar is (evalueren). Vervolgens worden prioriteiten gesteld en wordt in een plan van aanpak aangegeven hoe de geconstateerde gevaren in de tijd opgelost zullen worden. De specifieke verplichting tot het voorkomen en beperken van zware ongevallen, zoals bedoeld in artikel 6, geldt alleen voor bepaalde bedrijven die grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen gebruiken of in opslag hebben. Deze bepalingen vormen een nadere uitwerking van de zogenaamde Seveso-II richtlijn. De werkgever moet de werknemers goed voorlichten over de gevaren binnen de organisatie en over de wijze waarop op een beheerste manier met deze gevaren omgegaan kan worden. Daarnaast rust op de werkgever ook de verplichting om toezicht te houden. Daarbij dient er op toe gezien te worden dat de werknemers zich gedragen conform de gegeven voorlichting en instructie.
VERPLICHTINGEN WERKGEVER (2) Ongevallen en beroepsziekten melden (artikel 9) Derden beschermen (artikel 10) Ongevallen en beroepsziekten dienen in bepaalde gevallen gemeld te worden. Ongevallen moeten gemeld worden aan de Arbeidsinspectie indien een werknemer overlijdt, dan wel ernstig lichamelijk of geestelijk letsel oploopt. Van ernstig lichamelijk letsel is sprake wanneer de werknemer binnen 24 uur na het ongeval wordt opgenomen in een ziekenhuis voor behandeling of observatie. Een poliklinische behandeling valt dus niet binnen dit begrip, omdat daarbij geen sprake is van een opname in het ziekenhuis. Tevens is sprake van een ernstig lichamelijk letsel, wanneer het letsel naar verwachting blijvend zal zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer iemand een of meerdere vingers moet missen, maar ook bij bijvoorbeeld gecompliceerde botbreuken, waarvan de verwachting is dat iemand nadien niet helemaal meer goed kan functioneren. Het begrip ernstig psychisch letsel is een moeilijk te definiëren begrip. Met name de verwachting van blijvende schade is daarbij doorslaggevend. Na een schokkende of traumatische ervaring zal men te rade moeten gaan bij een arts om uitsluitsel te krijgen over de vraag of in dergelijke situaties blijvend geestelijk letsel te verwachten valt. Is daarvan sprake dan dient dit ongeval aan de Arbeidsinspectie gemeld te worden. De melding van een ongeval aan de Arbeidsinspectie dient direct te geschieden. Bij voorkeur telefonisch. Daarnaast moet het ook nog een keer schriftelijk bevestigd worden. Beroepsziekten dienen door de Arbodienst gemeld te worden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. De werkgever is niet alleen verantwoordelijk voor het eigen personeel, maar ook voor derden. Het kan daarbij gaan om derden die het bedrijf bezoeken, zoals vertegenwoordigers, maar ook om omstanders, zoals mensen die aan een bouwplaats voorbij lopen.
VERPLICHTINGEN WERKNEMERS (ART. 11) Machines, stoffen e.d. op een juiste wijze gebruiken. Persoonlijke beschermingsmiddelen op een juiste wijze gebruiken. Beveiligingen gebruiken Voorlichting en onderricht volgen Gevaren melden Niet alleen de werkgever heeft verplichtingen, ook de werknemers moeten een bijdrage leveren aan het verbeteren en instandhouden van de arbeidsomstandigheden.
OVERLEG OVER ARBO Overleg tussen de werkgever en de ondernemingsraad (artikel 12) Overleg in de lijnorganisatie : werkoverleg (artikel 13) Op de vorige sheet werd reeds aangegeven dat arbeidsomstandigheden niet alleen een zaak is van de werkgever, maar ook van de werknemers. Daarom is ene goed overleg tussen de werknemers en de werkgever van groot belang. Dit overleg vindt in de eerste plaats zijn beslag in het overleg tussen de werkgever en de ondernemingsraad. In artikel 12 worden daarvoor een aantal aanwijzingen gegeven. Voorafgaande aan het voeren van arbobeleid dient de werkgever daarover te spreken met de ondernemingsraad. In dit overleg dient in ieder geval aandacht besteed te worden de risico-inventarisatie en –evaluatie (hoe wordt die uitgevoerd, wie zijn er bij betrokken e.d.), aan de inschakeling van de arbodienst (welke arbodienst, inhoud van het contract met de arbodienst) en de inschakeling van bedrijfshulpverleners (organisatie, aantallen e.d.). Op grond van artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden heeft de ondernemingsraad op al deze onderwerpen instemmingsrecht. Tevens wordt in artikel 12 aangegeven dat de leden van de ondernemingsraad een aantal extra bevoegdheden hebben (buiten de bevoegdheden die ze al op grond van de Wet op de ondernemingsraden hebben), zoals het onder vier ogen spreken met een inspecteur van de Arbeidsinspectie en het begeleiden van de inspecteur van de Arbeidsinspectie bij diens bezoek aan het bedrijf. Daarnaast is het belangrijk dat in de lijnorganisatie over arbeidsomstandigheden gecommuniceerd wordt (werkoverleg). Hiermee kan bereikt worden dat maatregelen bekend worden op de plek waar ze uitgevoerd moeten worden, terwijl anderzijds signalen van de werkvloer het niveau in de organisatie bereiken waar iemand er iets mee kan doen.
DESKUNDIGE ONDERSTEUNING (ART. 14) Arbodienst inschakelen voor risicoinventarisatie en -evaluatie verzuimbegeleiding periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek arbeidsgezondheidskundig spreekuur aanstellingskeuringen Deskundigen inschakelen (vrij) voor Het adviseren aan en nauw samenwerken met de ondernemingsraad inzake genomen c.q. te nemen maatregelen beleidsuitvoering Arbeidsomstandigheden is primair een zaak voor werkgever en werknemers. Toch zal veelal specifieke kennis noodzakelijk zijn om oplossingen voor geconstateerde problemen aan te reiken. Daarom moet de werkgever zich bij de uitvoering van zijn verplichtingen op grond van de Arbowet door deskundigen laten bijstaan. Voor een aantal taken moet de werkgever verplicht bijstand zoeken bij een gecertificeerde arbodienst. Voor een aantal andere taken is hij daarin vrij. Hij kan deze ook onder brengen bij de arbodienst, maar mag ook andere externe deskundige aanwijzen, danwel een of meer eigen deskundige werknemers daarmee belasten. De eigen deskundige wordt meestal de arbocoördinator genoemd.
BEDRIJFSHULPVERLENING Bedrijfshulpverleners aanstellen (artikel 15) Taken bedrijfshulpverleners (artikel 15) verlenen van eerste hulp bij ongevallen beperken en bestrijden van brand voorkomen en beperken van ongevallen alarmeren en evacueren van werknemers alarmeren van en samenwerken met externe hulpverleners De werkgever kan in samenwerking met zijn werknemers en de deskundigen de zaak goed geregeld hebben. Toch zit een ongeluk nog steeds in een klein hoekje. Calamiteiten kunnen zich voordoen. Om in geval van een calamiteit adequaat op te kunnen treden, dient een bedrijfshulpverleningsorganisatie opgezet te worden. De taken van de bedrijfshulpverleners beperkt zich in eerste aanleg tot de eerste 5 minuten van de calamiteit. daarna zullen op de meeste plaatsen in Nederland professionele hulpverleners ter plaatse zijn.
ARTIKEL 16 lid 1 Biedt de mogelijkheid nadere regels te stellen met betrekking tot de in dit artikel genoemde onderwerpen. Nadere regelgeving heeft plaatsgevonden in het arbobesluit. Artikel 16 lid 1 biedt de minister de mogelijkheid om ten aanzien van een groot aantal onderwerpen betreffende veiligheid en gezondheid nadere regels te stellen. Dit is gebeurt in het zogenaamde Arbobesluit.
MAATWERK (ARTIKEL 17) Maatwerk mogelijk bij algemene maatregel van bestuur: Maatwerk via collectieve regeling Maatwerk via schriftelijke overeenstemming met ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging Geen afbreuk aan beschermingsniveau In de Arbowet is een bepaling geïntroduceerd die reeds langere tijd in de Arbeidstijdenwet voorkomt. De mogelijkheid namelijk om in overleg te komen tot afwijkende regels. In de Arbeidstijdenwet kent men een zogenaamde standaardregeling en een overlegregeling. De overlegregeling biedt ruimere mogelijkheden om aan de wet te voldoen dan de standaardregeling. Overigens geldt ook voor de grenzen van de overlegregeling, dat daarmee voldaan wordt aan het beschermingsniveau dat de wetgever voor ogen staat. Een dergelijke regeling is ook in de Arbowet mogelijk. Daartoe moet echter wel een algemene maatregel van bestuur opgesteld worden. Deze is er nog niet, en het laat zich aanzien dat die er voorlopig ook niet komt. Voor een deel wordt dat veroorzaakt door de Europese regelgeving die geen afwijking toelaat van de geformuleerde normen. Op dit moment is dit artikel dus nog een loze letter.
MEDISCHE KEURINGEN Op grond van bepalingen in het arbobesluit (artikel 16) Periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (artikel 18) Op verschillende plaatsen in de arboregelgeving komen we bepalingen met betrekking tot medische keuringen tegen. In het arbobesluit dat op basis van artikel 16 tot stand gekomen is, wordt de werkgever op verschillende plaatsen verplicht de werknemer in de gelegenheid te stellen een keuring te ondergaan (voor of na afloop van de werkzaamheden). Denk hierbij aan asbestwerkers en beeldschermwerkers. Het periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) dat in artikel 18 genoemd wordt, is een onderzoek waarvoor de werkgever de werknemers in de gelegenheid moet stellen, wanneer de risico-inventarisatie daartoe aanleiding geeft. Het gaat dus om een onderzoek dat risico gerelateerd is. Het PAGO is dan ook iets anders dan het PBGO (periodiek bedrijfsgezondheidskundig onderzoek) dat nog in veel bedrijven plaatsvindt. Dit is een onderzoek naar de algemene gezondheidstoestand van werknemers, zonder dat er een relatie gelegd wordt met de specifieke risico's die aan het werk verbonden zijn.
SAMENWERKING MEERDERE WERKGEVERS Afspraken maken om gevaar voor elkaars werknemers te voorkomen (artikel 19) Het komt nogal eens voor dat werknemers van derden in het bedrijf werkzaamheden komen verrichten (verbouwingen, reparaties, onderhoud e.d.). De werkzaamheden van deze werknemers kunnen gevaar voor de eigen werknemers opleveren en omgekeerd. Daarom is het belangrijk dat voor aanvang van de werkzaamheden deze werkzaamheden goed op elkaar afgestemd worden en dat men van elkaar weet wat er gebeurt en wat de eventuele gevaren zijn. Het bouwprocesbesluit vormt hiervan een verbijzondering.
BEVOEGDHEDEN ARBEIDSINSPECTIE Toegang tot elke plaats waar naar redelijk vermoeden arbeid wordt verricht, waaronder een woonhuis Beproevingen en metingen doen Tekeningen en foto’s maken monsters van stoffen en voorwerpen nemen voorwerpen voor nader onderzoek meenemen Inlichtingen vragen aan een ieder De Arbeidsinspectie is belast met het toezicht op de naleving van de Arbowet en heeft in dat kader een aantal bevoegdheden gekregen. De meeste bevoegdheden die de inspecteur als toezichthouder heeft staan in de Algemene Wet Bestuursrecht vermeld. Alleen eventuele verder gaande bevoegdheden staan in de Arbowet vermeld. Dit is gebeurd in artikel 24. Daar staat dat een inspecteur van de Arbeidsinspectie een woning tegen de wil van de bewoner mag betreden. Ook aan het Wetboek van strafvordering en de Wet op de Economische Delicten kan de inspecteur in zijn taak als opsporingsambtenaar soortgelijke bevoegdheden ontlenen Werkgever en werknemers zijn desgevraagd verplicht de inspecteur van de Arbeidsinspectie alle gevraagde inlichtingen te verstrekken.
INSTRUMENTEN ARBEIDSINSPECTIE Eis tot naleving stellen (artikel 27) Werk stilleggen (artikel 28) Boeterapport opmaken (artikel 36) Proces-verbaal opmaken (artikel 46) Om de naleving van de Arbowet af te dwingen heeft de inspecteur van de Arbeidsinspectie een aantal instrumenten. Door middel van een eis geeft de inspecteur aan op welke wijze de werkgever naar zijn of haar mening aan de Arbowet moet voldoen. De artikelen waarop een eis gesteld kan worden staan vermeld in artikel 27. Tegen de eis is beroep mogelijk. Beroep heeft geen schorsende werking. Dit betekent dat men aan de eis moet voldoen, ook al gaat men in beroep. Eventueel kan men in een kortgeding procedure bij de bestuursrechter een voorlopige voorziening vragen. In de voorlopige voorziening kan de rechter aangeven dat, hangende de beroepszaak, niet aan de eis voldaan hoeft te worden. Het werk kan worden stilgelegd in situaties dat een direct en ernstig gevaar voor de veiligheid en/of de gezondheid van de werknemers bestaat. Het sluitstuk van het handhavingtraject door de arbeidsinspectie is een bestuurlijke boete (via een boete rapport) of een strafoplegging door de rechter (via een proces-verbaal). In meer dan 90% van de gevallen zal een boeterapport worden opgemaakt. Voor de overtreding van een beperkt aantal artikelen is nog een proces-verbaal mogelijk (artikel 6, 10, 16 lid 9, artikel 28 lid 8, artikel 32, artikel 33).
KOSTEN De kosten verbonden aan de naleving van de regels op het gebied van de arbeids- omstandigheden komen niet ten laste van de werknemers (artikel 44). De kosten verbonden aan de naleving van de arboregelgeving komen altijd ten laste van de werkgever.