"door één overtreding" Genesis 3 (deel II) 1
1 DE SLANG nu was het listigste van alle dieren des veld… St.Vert. listiger dan… 2
de listige slang = GODS creatie! 1 … die de HERE God gemaakt had… de listige slang = GODS creatie! 3
twijfel zaaien over Gods Woord 1 … en zij zeide tot de vrouw: God heeft zeker wel gezegd… twijfel zaaien over Gods Woord 4
God had slechts tegen Adam gesproken… 1 … Gij zult niet eten… lett. jullie God had slechts tegen Adam gesproken… 5
God in een negatief daglicht stellen 1 … Gij zult niet eten van enige boom in de hof? 16 Van alle bomen in de hof moogt gij VRIJ eten… Genesis 2 God in een negatief daglicht stellen 6
2 Toen zeide de vrouw tot de slang: Van de vrucht van het geboomte in de hof mogen wij eten, 7
toevoegen aan Gods Woord 3 … maar van de vrucht van de boom, die in het midden van de hof staat, heeft God gezegd: Gij zult daarvan niet eten noch die aanraken... toevoegen aan Gods Woord 8
3 … anders zult gij sterven (lett. opdat gij niet sterft). 17 ZULT gij voorzeker sterven. Genesis 2 9
regelrecht tegenspreken van Gods Woord 4 De slang echter zeide tot de vrouw: Gij zult geenszins sterven, regelrecht tegenspreken van Gods Woord 10
onsterfelijke ziel reïncarnatie Typerend voor de leugen van de slang: de ontkenning van de dood onsterfelijke ziel reïncarnatie 11
5 maar God weet, dat ten dage, dat gij daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden… 12
5 … en gij als God zult zijn, kennende goed en kwaad. Latijn: malum = kwaad of appel 13
6 En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden… 14
16 Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld. 1Johannes 2 15
“de begeerte van het vlees” 6 En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom begeerlijk was om daardoor verstandig te worden… “de begeerte van het vlees” “de begeerte der ogen” “hovaardig leven” – als God willen zijn 16
verzoeking in de woestijn > de laatste Adam Matteüs 4 bij honger stenen in brood veranderen “de begeerte van het vlees” toonde al de koninkrijken en hun heerlijkheid “de begeerte der ogen” God verzoeken door naar beneden te springen “hovaardig leven” 17
6 en zij nam van zijn vrucht en at en zij gaf ook haar man, die bij haar was, en hij at. 18
uit LIEFDE voor zijn vrouw 14 En Adam heeft zich NIET laten verleiden, maar de vrouw is door de verleiding in overtreding gevallen… 1Timotheüs 2 Adam koos bewúst… uit LIEFDE voor zijn vrouw 19
14 … hen, die niet gezondigd hadden op een gelijke wijze als Adam overtrad, die een BEELD is van de komende. Romeinen 5 20
Adam en Eva wáren bekleed met luister 7 Toen werden hun beider ogen geopend, en zij bemerkten, dat zij naakt waren… Adam en Eva wáren bekleed met luister 21
7 … zij hechtten vijgebladeren aaneen en maakten zich schorten. 22
d.w.z. bij boom des levens (29)… 8 Toen zij het geluid van de HERE God hoorden, die in de hof wandelde in de avondkoelte, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor de HERE God tussen het geboomte in de hof. lett. “in het midden” d.w.z. bij boom des levens (29)… 23
GOD bewijst Zijn GENADE!! 9 En de HERE God riep de mens tot Zich en zeide tot hem: Waar zijt gij? de mens leert het goede kennen: GOD bewijst Zijn GENADE!! 24
10 En hij zeide: Toen ik uw geluid in de hof hoorde, werd ik bevreesd, want ik ben naakt; daarom verborg ik mij. 25
11 En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt 11 En Hij zeide: Wie heeft u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van de boom gegeten, waarvan Ik u verboden had te eten? 26
12 Toen zeide de mens: De vrouw, die Gij aan mijn zijde gesteld hebt, die heeft mij van de boom gegeven en toen heb ik gegeten. 27
13 Daarop zeide de HERE God tot de vrouw: Wat hebt gij daar gedaan 13 Daarop zeide de HERE God tot de vrouw: Wat hebt gij daar gedaan? En de vrouw zeide: De slang heeft mij verleid en toen heb ik gegeten. 28
een paar verzen verder... 29
essentie van de offerdienst: 21 En de HERE God maakte voor de mens en voor zijn vrouw klederen van vellen en bekleedde hen daarmede. essentie van de offerdienst: bedekking en bescherming (>kafar) door de dood van een onschuldig dier 30
een paar verzen verder... 31
24 En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een flikkerend zwaard, dat zich heen en weer wendde… 32
Grieks: 24 … om de weg tot de boom des levens te bewaken. 30 De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, die gij hebt gehangen aan een HOUT en omgebracht… Handelingen 5 33
24 … om de weg tot de boom des levens te bewaken. lett. BEWAREN God BEWAART de weg tot het Leven… >> “de laatste Adam” 34
18 Derhalve, gelijk het door één daad van overtreding door ALLE MENSEN tot veroordeling gekomen is, zó komt het ook door één daad van gerechtigheid voor ALLE MENSEN tot rechtvaardiging ten leven. Romeinen 5 35
Derhalve, gelijk het door één daad van overtreding voor ALLE MENSEN tot veroordeling gekomen is, zó komt het ook door één daad van gerechtigheid voor ALLE MENSEN tot rechtvaardiging ten leven. 36