8 april 2017 Resultaten onderzoek 2009

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoe ziet een ecologisch geoptimaliseerde zandsuppletie er uit?
Advertisements

§6 Begin Holoceen Kenmerkend voor de laatste jaar is dat de temperatuur weer stijgt. Je kent inmiddels het gevolg => stijging van de zeespiegel.
HABITAT analyse instrument voor ecologische effectstudies
Workshop IMCORE - CLIMAR 21 April 2009 “De mogelijke gevolgen van klimaatsverandering in het mariene milieu en de kustzone”
Pilot Loondispensatie Oktober •Aanleiding aanmelding / deelname pilot •Doelgroep •Toegangstoets •Uitgangspunten - ontwikkelingen •Huidige status.
Ruimteconferentie 3 november 2009 Ruimtelijke veranderingen in het stedelijk gebied Drie studies Dynamiek Stedelijke Milieus. Jan Ritsema.
Samenwerking binnen Nederland: DELTARES en IMARES bundelen hun kennis Mark van Koningsveld Mindert de Vries (DELTARES - WL|Delft Hydraulics)
2 havo/vwo 2 landschap, §4.
Bodemkwaliteit Oranje Nassaustraat / Oosteinde.
Morfologisch onderzoek kust zand suppleren en wat daarvan komt
Workshop IMCORE Workshop IMCORE “De mogelijke gevolgen van klimaatsverandering in het mariene milieu en de kustzone” Oostende - 21 april 2009 Plan for.
Bastiën van der Hoeff azM
4 april 2007 Workshop suppletiebehoefte. 4 april Programma Opening –Achtergronden en vraagstelling door Marcel Taal (opdrachtgever RIKZ)
Veencompactie in delta’s Een nieuw numeriek compactiemodel
PA7b overstromingen overzicht activiteiten Richtlijn 2007/06/EG Context: Plenaire vergadering, Brussel, 12 december 2007 D.8.1.c De plenaire vergadering.
Hoe dynamisch is ons kusttoerisme in tijden van klimaatverandering? Socio-economische veranderingen Workshop 14 oktober 2010 Beach Palace Hotel, Blankenberge.
18 mei 2011 Korte termijn onderzoek. Rijkswaterstaat 218 mei 2011 (midden)Lange termijn vs korte termijn Indirecte (cumulatieve) effecten vs directe effecten.
April 20, 2010 Werkplan April 20, 2010 Programmering Wp 2010 Iteratief proces Mix van korte studies en trajecten voor een periode van 2 tot 4 jaar.
FOD Volksgezondheid, Veiligheid vd Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-General Leefmilieu 1 Selectie Potentiële Habitatrichtlijngebieden in BNZ  De.
Historiek van de implementatie van de nitraatrichtlijn in Vlaanderen 6 december 2002.
Innovatieve kustverdediging Maurits van der Ven, 4 oktober 2011
EVC bij faculteit MW 1.De aanpak bij de faculteit Managementwetenschappen 2.Casus 3.Drie stellingen: over de kloof kandidaat - OUNL Presentatie 12 februari.
Recreatieve betekenis van de EHS
Ernstige geurhinder in Nederland; ruimtelijke impact en beleid Piet Lagas (PBL), Frank van Rijn (PBL) 28 oktober 2008.
Effecten van zandsuppleties op duinen
Workshop ecologische effecten zandsuppleties
1 februari 2007 Dosis-respons relaties KRW - Hydromorfologie & MEP/GEP Rob Portielje (RWS RIZA)
Voorstel onderwijsgebonden onderzoek 2008 Vlaamse Ardennen Dr Frans Thissen Opleiding Sociale Geografie Universiteit van Amsterdam.
Projectleidersplatform en Themamiddag Plan van aanpak
Hoofdstuk 4 Nederland: wateroverlast – Dreiging aan de voordeur Paragraaf 8 t/m 11
Powerpoint template Gemeente Maasdriel.
Programma 29 juni 2009 ·19.30 Welkom ·19.40 Inleiding en voorstellen ·19.45 Presentatie ·20.10 Vragen stellen, ideeën uitwisselen ·21.00 Einde Herstel.
Programma 22 juni 2009 ·19.30 Welkom ·19.40 Inleiding en voorstellen ·19.45 Presentatie ·20.10 Vragen stellen, ideeën uitwisselen ·21.00 Einde Herstel.
Koppeling biotiek en abiotiek
TMAP referentiegebied Rottum Resultaten 2010 en onderzoeksplan 2011 Norbert Dankers en Frouke Fey.
Het KB e-Depot Waarom, wat en voor wie
1Veldcampagne ecologie Ameland 2010 Thomas Vanagt en Liesbeth van de Moortel Contact:
Focus juli 2014 RVA-SANCTIE EN DOORSTROOM NAAR DE OCMW'S.
Netwerk Ouderenzorg Regio Noord 5e subsidieronde Nationaal Programma Ouderenzorg.
Hydraulische Randvoorwaarden
Deon Slagter Rijkswaterstaat WD
Utrecht, 20 april 2010 WELKOM! bij de eerste workshop “voortgang” van KLZ-eco.
Basisstof 1: Invloeden uit het milieu Basisstof 2: Voedselrelaties
Suppleties Effecten op duinen
Fase 2 – Functioneel ontwerp
413 – ECOLOGIE.
2 hv H2 Landschap § 2-5.
Hoofdstuk 11: Ecostromen
Taakteam Kennisdeling bij PROF 8 december 2015 Aftrapsessie.
convenant Zandsuppleties en Natuur
28 januari 2016 Vogels Effecten van strand- en vooroeversuppleties op draagkracht voor vogels.
Invloed klimaatverandering op waterhuishouding Texel Marcel Boomgaard 5 maart 2015.
Effecten van suppleren op de (zeereep-) duinen Utrecht, 28 januari 2016 Bert van der Valk en Harriëtte Holzhauer mmv N. de Vries, B. Arens, P.
ILVO Epibenthos en demersale visbemonstering in functie van vooroeversuppletie Ameland Annelies De Backer 28 januari 2016.
Managen analyseren 6 adviseren creëren organiseren begeleiden In kaart brengen Organisaties communicatieve r maken Iets doen ontstaan Mensen.
2 TH Hoofdstuk 4 Water § 7-8 Wereld. Bijna 7 m onder de zeespiegel Laagste punt van Nederland: hoe laag? Laagste punt.
Programma Natuur en Water Radenconferentie Midden-Holland 11 februari 2013 Jan Vente.
Verdiepingen in het Markermeer Kennis vanuit NMIJ Thomas Vijverberg 30 Sep 2013.
1Workshop 13 juni 2013 Effecten suppleties op strandfauna en subtidaal macrobenthos Tussentijdse analyse Thomas Vanagt, Harriette Holzhauer,
13 December 2013 Workshop Kustveiligheid- Kustlijnzorg Quirijn Lodder.
Epibenthos en demersale vis bemonstering in functie van suppletie in Ameland Annelies De Backer.
Taak 1 Ecologische veerkracht
HABITAT analyse instrument voor ecologische effectstudies
Deon Slagter Rijkswaterstaat WD
Thema 3 ecologie.
Deltares laat bodemkennis stromen Bas van Maren
Populaties Ecologie 7.4.
Delphi studie naar de zorgvraag van ouderen in de toekomst
Nadere Effect Analyse Methode voor effectbepaling Imagine the result.
Ecologie.
Transcript van de presentatie:

8 april 2017 Resultaten onderzoek 2009 In het kader van het onderzoeksprogramma naar de effecten van zandsuppleties op de ecologie. 20 april 2010

Middellang termijn plan (MLTP) 8 april 2017 Middellang termijn plan (MLTP) Ecologische gericht suppleren, nu en in de toekomst. Het meerjarenprogramma onderscheidt vier categorieën waarbinnen onderzoeksrichtingen zijn gedefinieerd: het ecosysteem van de Nederlandse kust de ondiepe kust zone en brandingszone het strand en de zeereepduinen voedselweb-relaties 20 april 2010

Onderzoeksrichtingen van het MLTP 8 april 2017 Onderzoeksrichtingen van het MLTP Ontwikkelingen in het kustsysteem Grote tijd en ruimte schalen Samenhang tussen gebieden en habitats Uitwisseling van stoffen en sediment tussen gebieden en habitats In relatie tot suppleties Ontwikkelingen binnen een habitat Offshore Ondiepe kustzone Dynamiek van de brandingszone Aanwezigheid/herstel van bodemfauna Kinderkamerfunctie Biogeomorfologische interacties Strand Dynamiek van het strand Duinen (zeereep) Dynamiek van de duinen Duinen Ontwikkelingen in stofstromen en voedselwebrelaties Draagkracht en voedselfunctie van de kustzone Voedselrelaties in de kustzone voor o.a. vogels 20 april 2010

Jaarcyclus van het MLTP 8 april 2017 Jaarcyclus van het MLTP Het meerjaren onderzoek- en monitoringprogramma Werkplan (jaar n) Ecosysteem Ondiepe kust zone en branding Strand en zeereepduinen Voedselwebrelaties Communicatie activiteiten (Data)management Resultaten werkplan Resultaten studies buiten het kader van dit programma Nieuwe prioritaire vragen Input NGO’s 20 april 2010

8 april 2017 Onderzoeken 2009 Algemeen Onderzoeksplan ‘Ecologisch gericht suppleren, nu en in de toekomst’ (MLTP) Toets MLTP Ecosysteem Ontwikkeling getijbekkens Wadplaten en zeespiegelstijging (nog niet afgerond) Ondiepe kustzone Effect korrelgrootte op morfologisch gedrag (in concept) Verkenning ecologische suppletie ontwerpen Biogeomorfologie van de brandingszone Tijdreeksanalyse aangespoelde bodemfauna T0-Texel T0-Ameland Strand en duinen Volume ontwikkeling duinen Methode ontwikkeling analyse strand en duin (in concept) Opbouw gesuppleerd strand en duinen (nog niet afgerond) T0-korrelgroottes Noord-Hollandse kust Vergelijking van de zeereep Plan van aanpak duinonderzoek (in concept) Inventarisatie duinecologie (in concept) 20 april 2010

Ecosysteem Ontwikkeling getijbekkens (Z.B. Wang en J. de Ronde) 8 april 2017 Ecosysteem Ontwikkeling getijbekkens (Z.B. Wang en J. de Ronde)

Ecosysteem: Ontwikkeling getijbekkens 8 april 2017 Ecosysteem: Ontwikkeling getijbekkens Doel Het in beeld brengen van de effecten van grootschalige ingrepen, zoals de afsluiting van getijbekkens op verschillende delen van het kustsysteem Afgelopen eeuw hebben er grootschalige ingrepen in het kustsysteem plaatsgevonden in het kader van: Veiligheid Landaanwinning Het afsluiten van getijbekkens beïnvloed: de grootschalige morfologische ontwikkeling en sedimentverdeling van: het getijbekken zelf de kust en eb-delta’s de morfologie op kleinere schaal van: de geulen en intergetijdengebieden zoals platen en slikken 20 april 2010

Ecosysteem: Ontwikkeling getijbekkens 8 april 2017 Ecosysteem: Ontwikkeling getijbekkens Aanpak In deze studie zijn met behulp van bodemgegevens en modelstudies de volgende afsluitingen in beschouwing genomen: Afsluiting van de Zuiderzee en Lauerszee in het Waddengebied Afsluiting van het Haringvliet, Gevelingen en Oosterschelde in de zuidwestelijke delta 2- belangrijke eigenschapen van het getijbekken en de eb-delta: De grootte van de eb-delta is gerelateerd aan het getijvolume van het getijbekken. Het getijbekken en de eb-delta vormen een sediment delend systeem. 20 april 2010

Ecosysteem: Ontwikkeling getijbekkens 8 april 2017 Ecosysteem: Ontwikkeling getijbekkens Resultaat: Sluiting van de Zuiderzee Grote afname getijbekken van de Zuiderzee + toename getijslag Toename getijvolume -> Toename eb-delta Toegenomen sedimentvraag Marsdiep en Vlie Erosie van de buiten delta’s +erosie van de kust Resultaat: Sluiting van het Lauwersmeer Afname getijbekken Friese zeegat + kleine toename getijslag Afname getij volume -> Afname eb-delta -> sediment beschikbaar Toename sedimentvraag Zoutkamperlaag Erosie van de Engelsplaat Erosie van de buiten delta Resultaat: Sluiting Haringvliet, Grevelingen en Oosterschelde Afname getijstroming Afname getij volume -> Afname eb-delta -> sediment beschikbaar Sedimentatie van de geulen Erosie van de kust 20 april 2010

Ondiepe kustzone en brandingszone 8 april 2017 Ondiepe kustzone en brandingszone Verkenning ecologische suppletie ontwerpen (H. Holzhauer et al.) Biogeomorfologisch van de brandingszone (M. Kruijt) Coastal protection: innovative use of biogeomorphology (B. Borsje & J. van Dalfsen) Tijdreeksanalyse aangespoelde bodemfauna (A. Gmelig Meyling & R.H. de Bruyne) Bodemfaunabemonstering T0- Ameland (K. Goudswaard et al. ) Bodemfaunabemonstering T0-Texel (O. Bos et al.)

Ondiepe kust: Ecologische suppletie ontwerpen 8 april 2017 Ondiepe kust: Ecologische suppletie ontwerpen Doorlopend project Doel: Toewerken naar een set ecologische randvoorwaarden/richtlijnen waarop de suppleties worden ontworpen, uitgevoerd, geëvalueerd en optioneel gemodelleerd. Het opstellen van deze randvoorwaarden/richtlijnen vindt plaats in nauwe samenwerking met KustLijnZorg-evaluaties Focus: Brandingszone (van + 3 m NAP tot -20 m NAP) daar waar de suppleties worden uitgevoerd. Huidige suppletie praktijk: zo ondiep mogelijk tegen de buitenste brekerbank op een diepte van 5 tot 7 meter, niet mogelijk om met grote precisie een suppletie aan te leggen, volume en de locatie waartussen de suppletie moet worden gevoerd zijn bepalend, storten/rainbowen in bepaalde vormen of op een exacte locatie is nog erg lastig. Status 2009: Een eerste korte verkenning naar de belangrijke punten voor het ontwerpen van een ‘groene suppletie’. Eerste set aan mogelijke ecologische randvoorwaarden naar voren gekomen. 2010: Voorzetting van expert workshops. Toetsing van de ecologische randvoorwaarden of ze daadwerkelijk als ontwerpregels kunnen worden gebruikt. De onderzoeksresultaten vertalen naar ecologische randvoorwaarden/ richtlijnen 20 april 2010

Ondiepe kust: Biogeomorfologie van de brandingszone 8 april 2017 Ondiepe kust: Biogeomorfologie van de brandingszone Poster Doel Analyse effect van bodemdieren op het sedimenttransport in de brandingszone in relatie tot suppleties. Aanleiding Mogelijke aanwezigheid van hoge dichteden aan zandkokerwormen Zandkokerworm zijn instaat hun omgeving te beïnvloeden Hoge dichtheden aan zandkokerwormen kunnen de stroming vlak boven de bodem beïnvloeden Aanpak Modelstudie van de kust van Egmond (Delft3D-FLOW). Uniforme kust met twee brekerbanken Uniforme kust met twee brekerbanken met een suppletie van 800.000 m3 met verschillende dichtheden aan zandkokerwormen (0, 5.000 and 10.000 ind m2). 20 april 2010

Ondiepe kust: Biogeomorfologie van de brandingszone Resultaten Verschillende dichtheden aan zandkokerwormen zijn in staat de morfologie van de kust te beïnvloeden. Er treden zowel stabiliserende als destabiliserende effecten op bij verschillende dichtheden. De zandkoker wormen in voldoende dichtheid zorgen ervoor dat de suppletie langer op z’n plek blijft liggen De modelstudie is een eerste stap, aangezien gebruik is gemaakt van een vereenvoudiging van het kustsysteem en alleen de interactie met zandkokerwormen en de hydrodynamiek zijn meegenomen. 20 april 2010

Ondiepe kust: Tijdreeksanalyse aangespoelde bodemfauna 8 april 2017 Ondiepe kust: Tijdreeksanalyse aangespoelde bodemfauna Poster Katwijk - Noordwijk IJmuiden (vanaf 2002). Bakkum (vanaf 2005). Petten (vanaf 1994). Texel (vanaf 1995). Neeltje Jans Den Haag (vanaf 1990). Katwijk-Noordwijk (vanaf 1987) IJmuiden (vanaf 2002) Bakkum (vanaf 2005) Camperduin (vanaf 2002). Neeltje Jans Doel Langs de Nederlandse kust bestaan diverse strandwachten die gegevens verzamelen over de organismen die aanspoelen op het strand. Wat vertellen deze gegevens ons? Strandwachten Vrijwilligers met kennis van bodemdieren Wekelijks beeld van wat er vers aanspoelt Opname met een vaste methode en regelmaat Langjarige trend op verschillende punten langs de kust Resultaten Veel negatieve trends in de aangetroffen bodemdieren Suppleties beïnvloeden deze trend op lange termijn nauwelijks Op korte termijn hebben suppleties in het jaar van de suppletie en het jaar daarna een negatieve invloed op populaties van organismen in de nabije kustzone. Voor sommige soorten duurt het enkele jaren tot de populatie weer op het niveau is van vóór de suppletie. De negatieve invloed van onderwater-suppleties is aanzienlijk duidelijker, groter en langduriger dan die van strandsuppleties. 20 april 2010

Ondiepe kust: T0- Ameland 8 april 2017 Ondiepe kust: T0- Ameland Bemonstering macrofauna en schelpdieren 12 raaien tussen paal 10 en 20 variërend in diepte van 0.5 tot 11.9 meter In het suppletie gebied 101 monsters voor analyse van schelpdieren 188 monsters waarvan 70 geanalyseerd op aanwezige bodemdiergemeenschap Suppletie locatie, RefA, RefB, RefC Resultaat aanwezigheid van schelpdieren Laag bestand aan schelpdieren Met uitzondering van mesheften fijn zaad van de jaarklasse 2009 en zeer weinig volwassen Naast de juveniele mesheften zijn er schelpdieren in lage dichtheden aangetroffen en hebben geen betekenis als voedselbron voor zeevogels. Resultaat bemonstering macrofauna T0 situatie van de bodemdiergemeenschap op de suppletielocatie is vastgelegd RefA en RefC liggen gemiddeld ondieper dan het impactgebied. Diepte is een belangrijke sturende variabele voor bodemdieren. Aanbeveling om de dieper gelegen stations in de gebieden RefA en RefC uit te zoeken en te betrekken in de analyse. 20 april 2010

Ondiepe kust: T0-Texel Bemonstering van bodemdieren 8 april 2017 Ondiepe kust: T0-Texel Bemonstering van bodemdieren tussen raai 26 en raai 28,8. 12 locaties in het te suppleren gebied 2 x 6 locaties in het daaronder gelegen referentiegebied Resultaat Geen belangrijke voorkomens (banken) aangetroffen van de schelpdieren 50 verschillende soorten waarvan het grootste deel wormen en kreeftachtigen, en een klein deel schelpdieren en snoerwormen 20 april 2010

Strand en duinen Volume ontwikkeling duinen (Arens et al) 8 april 2017 Strand en duinen Volume ontwikkeling duinen (Arens et al) T0-korrelgroottes kust Noord Holland en Texel (R. de Vries) Vergelijking zeereep (S. van Puijvelde)

Duinen: Volume ontwikkeling duinen 8 april 2017 Duinen: Volume ontwikkeling duinen Doel Meer inzicht krijgen in de effecten van zandsuppleties op de duinen, en dan met name gericht op abiotische processen. Bestaat er een relatie tussen het suppletiebeleid en de implementatie van het dynamisch handhaven enerzijds en de veranderende staat van de zeereep sinds 1990/95 anderzijds? En zo ja wat is de precieze relatie? Aanpak Bodemhoogte op basis van de Jarkus-raaien Beeld materiaal Resultaten Over de periode 1997-2008 bedraagt de totale hoeveelheid zand die in de zeereep wordt opgeslagen circa 34 miljoen m3 Een grotere beschikbaarheid van zand en een grotere overstuiving betekenen een verbetering van de abiotische randvoorwaarden voor de ontwikkeling van de relevante habitattypen. 20 april 2010

Duinen: T0-korrelgroottes kust Egmond Poster Beperkt gebied: bij Egmond (raai 3600) Erg weinig data (geen systematische bemonstering) Geen duidelijke veranderingen in kg, behalve een indicatie “licht fijner strandzand 1960-1990 en licht grover strandzand 1991-2001” Vlakker strand na 1990 (1:42>> 1:53) Aanbevelingen: Meervoudige systematische bemonstering per jaar, jarenlang Koppeling aan data suppletiezandmonsters op winlokatie Geen jarkus maar seizoenskus! (When, if): maak data openbaar toegankelijk! 20 april 2010

Duinen: Vergelijking zeereep Poster Morfologische ontwikkeling zeerepen Nederland 1990-2009 (Arens en van Puijvelde, 2010, interim rapport): sinds suppleren startte is toevoer van zand naar en de aanzanding van de zeereep toegenomen Inzicht in ontwikkelingen en de tijdschalen daarvan Veranderingen 1997-2009; responstypen van de kust Al dan niet dynamisch beheer >> morfologische en ecologische variatie, processen Welke H-typen kunnen erop vooruit gaan en welke achteruit? Samenwerking RWS-WD en MinLNV (KLZ-eco en OBN) >> Mogelijke effecten op N2000 habitats en doelsoorten achter de zeereep Vervolgtraject waarin de ecologische effecten worden uitgewerkt (2010-2011) (incl. kg-geochemie) 20 april 2010