De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

4 april 2007 Workshop suppletiebehoefte. 4 april 2007 2 Programma 10.00 Opening –Achtergronden en vraagstelling door Marcel Taal (opdrachtgever RIKZ)

Verwante presentaties


Presentatie over: "4 april 2007 Workshop suppletiebehoefte. 4 april 2007 2 Programma 10.00 Opening –Achtergronden en vraagstelling door Marcel Taal (opdrachtgever RIKZ)"— Transcript van de presentatie:

1 4 april 2007 Workshop suppletiebehoefte

2 4 april 2007 2 Programma 10.00 Opening –Achtergronden en vraagstelling door Marcel Taal (opdrachtgever RIKZ) –Kennistemplates - een kort overzicht door Gertjan Nederbragt 10.45 Zandtransporten langs de Nederlandse kust: Deltakust, Hollandse kust, Waddenkust –Wat gebeurt er op de randen? –Wat gebeurt er binnen het systeem? –Wat is de invloed van menselijke ingrepen? –Klopt het conceptueel model? Werken in drie groepen en gezamenlijke dialoog en conclusies 12.00 Broodjes lunch 12.30 Suppletiebehoefte: HOEVEEL en WAAR? –Hoeveel suppletiezand is nodig? –Hoe moet die hoeveelheid worden verdeeld langs de kust? –Welke onzekerheden resteren? Zo concreet mogelijke antwoorden zijn nodig. 13.45 Afronding

3 4 april 2007 Verwachtingen workshop suppletiebehoefte Marcel Taal

4 4 april 2007 4 Wat weten we en doen we al? 12 miljoen m3 zand per jaar (KN3) - handhaven kustfundament (Nota Ruimte) - de kustlijn handhaven (sinds 1990) Jaarlijks suppletieprogramma volgt lijn: eerst BKL 1. Toetsing in rood: waar mogelijk niets doen 2. Toetsing in rood: onder water waar het kan 3. Daarna zandtekorten deelsystemen aanvullen

5 4 april 2007 5 Wat willen we te weten komen? Uitgaande van de gegeven beleidsdoelen (staan uiteraard niet ter discussie) WAAR moeten we, HOEVEEL, suppleren om het kustfundament te handhaven, rekening houdend met (i) zeespiegelstijging (ii) menselijke ingrepen Dit alles zonder te vervallen in afwegingen die voor het beleid zijn (dus geen afwegen van functies, kosten en baten)

6 4 april 2007 Resultaten Template kennisinventarisatie Gertjan Nederbragt

7 4 april 2007 7 template kennisinventarisatie beknopte samenvatting reacties gericht op beheersvraag: “hoeveel, waar en wanneer moet worden gesuppleerd om aan de langjarige behoefte te voldoen” In 10 vragen

8 4 april 2007 8 1) aanname: zandvolume kustsysteem = constant transporten over de randen niet nul netto transport niet nul netto transport (orde 1 Mm3/jaar) waarschijnlijk klein t.o.v. de benodigde compensatie voor zeespiegelstijging (orde 10 Mm3/jaar) - is het voor het suppletiebeheer noodzakelijk om de transporten over de randen beter te bepalen?

9 4 april 2007 9 2) Huidige gebiedsafbakening Opmerkingen: –Zeewaartse grens is doorgaande –20m NAP lijn (dus een vast grens) en niet de actuele (variabele) 20m dieptelijn –Duingebied behoort ook tot kustfundament Tijd- ruimteschalen: –tijdschaalkeuze van 50-200 jaar willekeurig –zeewaartse grens waarschijnlijk te ruim Goede, praktische keuze onderscheidt droog en nat deel kustfundament overweeg het opsplitsen van het kustfundament in 4 dwars- georienteerde delen (Zeeuwse gedeelte voor Westerschelde, rest van het Zeeuwse kustfundament tot de Maasgeul, Hollandse gesloten kust en onderbroken Waddenkust) en het meenemen van de Oosterschelde - is het voor het suppletiebeheer noodzakelijk om een andere indeling te hanteren?

10 4 april 2007 10 3) aanname: afname zandvolume = opp. kustsysteem * zss Geen eenduidig antwoord onzekerheid van de zeewaartse begrenzing speelt een grote rol in het bepalen van het te compenseren zandverlies, daarnaast is keuze handhaven 1990 kustprofiel vrij willekeurig totale behoefte neemt minder dan evenredig toe met de toename van zeespiegelstijging door langzame reactie en initieel minder evenredig verhoogde vraag vanuit estuaria.

11 4 april 2007 11 4) invloed zss op zandvolume van en transport tussen deelsystemen netto langstransporten over randen ongewijzigd, toename netto dwarstransport over de landrand door verbreding van stranden als reactie op het suppletiebeleid en afname netto dwarstransport over de NAP -20m lijn door kleinere golfhoogte/waterdiepte verhouding. zss is vooral van invloed op de ondiepe strandzone; transporten op dieper water kunnen niet voldoende zand aanleveren profiel versteild, compenseren in het bovenprofiel leidt ook tot versteilen. om versnelde zss te kunnen volgen moet meer sediment worden geimporteerd in het deelsysteem Waddenzee, wat alleen kan optreden bij andere (over)diepte in de bekkens. - is de versteiling van het kustprofiel problematisch?

12 4 april 2007 12 5) hoe verhoudt invloed zss zich tot ingrepen en andere processen op grote ruimteschaal is zss waarschijnlijk dominant, op kleinere schaal domineren de menselijke ingrepen. de invloed van grote menselijke ingrepen als suppleties, zandwinning, landaanvullingen en afsluitingen is bij de huidige zss, lokaal gezien groot In de buurt van zeegaten is de invloed van zss groter, behalve dan bij het Marsdiep waar mede door afsluitingen in het verleden meer naar de Waddenzee geïmporteerd wordt nodig voor de compensatie van zss. In de Westerschelde is zandwinning belangrijker dan zss (2.6 Mm3/jaar vs. 0.5 Mm3/jaar) en heeft samen met andere ingrepen en natuurlijke ontwikkelingen meer invloed op de import/export bij de monding.

13 4 april 2007 13 6) kennisleemtes (1) Transporten: –-20m lijn –kustlangs –Strand => Duin gedrag van vooroeversuppleties en levering van gesuppleerd materiaal aan BKL-zone; transporten over en binnen de shoreface; shoreface gedrag (versteiling, sortering)

14 4 april 2007 14 6) kennisleemtes (2) interactie getijdenbekkens, buitendelta’s en aanliggende kust, waaronder de rol van buitendelta als interacterend element. Ontwikkeling van de grootte van de netto transporten door de zeegaten en bepalen van de gevoeligheid voor versnelde zeespiegelstijging; morfologische ontwikkeling van bekkens transporten ter plaatse van de Delta; uitwisseling met Westerschelde en Oosterschelde: de invloed van zware stormen en van meerjarige cycli in getij en meteo condities op de gemiddelde zandtransporten. samenhangende tijd- en ruimteschalen waarin verstoringen in de kustligging (langs- en dwarsprofiel) uitdempen -welke kennisleemtes zijn het meest relevant voor het te voeren suppletiebeleid?

15 4 april 2007 15 7) gelijkmatige herverdeling Aanname niet aannemelijk en niet noodzakelijk, overweeg suppleties te concentreren in de erosieve zones en de suppleties op dieper water uit te stellen. De BKL-suppleties zorgen voor geforceerde gedeeltelijke invulling, de eventuele tekorten dienen te worden gecontroleerd vanuit dezelfde bakdefinities. -Wel of niet beneden –10 compenseren voor zss?

16 4 april 2007 16 8) invloed frequentie op herverdeling afhankelijk van plaatsing; diepwater suppletie minder gevoelig voor frequentie omdat ingreep relatief klein blijft. Bij strandsuppleties wel dimensie-afhankelijke processen: windeffect bij bredere stranden, grotere golfaanval bij grotere, minder frequente aanvulling. De ruimtelijk verdeling van suppleties heeft meer invloed dan de frequentie van suppleren Bij gelijkmatig in de tijd kan beter worden gereageerd op de waargenomen ontwikkelingen. - heeft frequent suppleren de voorkeur?

17 4 april 2007 17 9) verwachtte herverdeling suppletiezand Suppleties werken met name verstorend op het dwarsprofiel en zullen ook voornamelijk in deze richting vervormen. In langsrichting verdeelt suppletiezand zich in 200 jaar maar weinig, orde tientallen km’s. Kustfundament: uitwisseling tussen nat en droog deel is niet afhankelijk van zss, door suppleties in het natte deel ontstaat er een andere verhouding tussen nat- en droogdeel Wadden: om zss te kunnen volgen moet er meer sediment in de bekkens worden geïmporteerd. Dit kan alleen optreden bij een andere (over)-diepte in het bekken Als we de voeding van estuaria via de natuurlijke zandvraag laten verlopen moet er voor voldoende vrij zand in het aanliggende kustfundament worden gezorgd, anders moet de zandvraag binnen het estuaria zelf wordt opgelost met suppleties.

18 4 april 2007 18 10) hoe kan uitvoering suppleties worden verbeterd? buitendelta’s suppleren andere verhouding tussen strand en onderwatersuppleties Kustfundament boven NAP -10 m op peil houden; suppleties per definitie landwaarts van NAP -10 m - concrete suggeties?

19 4 april 2007 19 Aanvullingen Zeewaartse grens is doorgaande –20m NAP lijn (dus een vast grens) en niet de actuele (variabele) 20m dieptelijn Duingebied behoort ook tot kustfundament


Download ppt "4 april 2007 Workshop suppletiebehoefte. 4 april 2007 2 Programma 10.00 Opening –Achtergronden en vraagstelling door Marcel Taal (opdrachtgever RIKZ)"

Verwante presentaties


Ads door Google