Inhoud en opzet examens VMBO De studiemiddag gaat over de opzet en inhoud van de examens binnen het VMBO. Aan bod komen ook algemene regelingen voor de examens in het VMBO. Noot voor de presentator: Aan de teksten kunnen geen rechten worden ontleend, omdat in de teksten geen volledigheid is nagestreefd. Hiervoor wordt verwezen naar de officiële kanalen van OCenW en de CEVO zoals Uitleg Gele katern.
Vakkenkeuze Verplichte vakken: Nederlands, Engels, Maatschappijleer, Lichamelijke opvoeding en CKV. Twee vakken uit één van de sectoren Zorg en welzijn: Biologie Wiskunde of Aardrijkskunde Economie: Economie Duits of Wiskunde GLTL: Per sector verschillend ISP: Vrije keuze afhankelijk van de leerweg Kaderberoeps: 1 beroepsgericht programma van de sector met het gewicht van 2 algemene vakken Basisberoeps: 1 beroepsgericht programma van de sector met het gewicht van 2 algemene vakken Gemengde leerweg: 1 beroepsgericht programma Een overzicht van de vakkenkeuze voor de verschillende leerwegen en sectoren in het VMBO. Iedere leerling in het VMBO is verplicht om Nederlands, Engels, maatschappijleer 1, lichamelijke opvoeding en kunstvakken 1 te volgen. Daarbij kiezen leerlingen een sector met een geleide keuze voor twee vakken. Leerlingen die voor de sector techniek kiezen, krijgen de vakken wiskunde en nask 1 (dit is een samenstelling uit natuurkunde en scheikunde). Leerlingen die voor de sector Zorg en Welzijn kiezen, kiezen biologie en één vak uit de vakken wiskunde, maatschappijleer 2, aardrijkskunde en geschiedenis. Leerlingen die kiezen voor de sector economie hebben economie en de keuze uit Frans, Duits of wiskunde. Leerlingen die kiezen voor de sector landbouw hebben wiskunde en nask 1 of biologie. Tussen de leerwegen zijn er verschillen in de vrije keuze. Leerlingen uit de theoretische leerweg kiezen twee algemene vakken. Leerlingen uit de gemengde leerweg kiezen één algemeen vak en één afdelings- of intrasectoraal programma van de sectorkeuze; het programma is even zwaar als een algemeen vak. In de kaderberoepsgerichte leerweg kiezen de leerlingen één afdelings- of intrasectoraal programma uit de gekozen sector; dit programma heeft de zwaarte van twee algemene vakken. Voor de basisberoepsgerichte leerweg geldt hetzelfde: de leerlingen kiezen sectorgebonden voor één afdelings- of intrasectoraal programma met de zwaarte van twee algemene vakken. (VMBO-examengids: http://www.vmbo-examengids.nl)
Examen bestaat voor bijna elk vak/programma uit twee delen: Opzet examinering: Examen bestaat voor bijna elk vak/programma uit twee delen: Schoolexamen: SE (klas 3 en 4) Centraal Examen: CE Het examen voor de meeste vakken en programma’s bestaat uit twee delen. Eén deel is het schoolexamen, in het verleden het schoolonderzoek. Het tweede deel is het centraal examen. Uitzondering zijn de vakken, maatschappijleer 1, lichamelijke opvoeding en kunstvakken 1. Deze vakken hebben alleen een schoolexamen. Het schoolexamen wordt ingevuld door de school en kan bestaan uit schriftelijke toetsen, praktische opdrachten, een handelingsdeel en eventueel het sectorwerkstuk. De inhoud van het schoolexamen is van tevoren bepaald en ligt vast in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). Het centraal examen wordt landelijk geregeld en is voor alle leerlingen hetzelfde. Voor de algemene vakken bestaat het uit een centraal schriftelijk examen. Bij de beeldende vakken bestaat daarnaast ook een centraal praktisch examen. Voor de beroepsgerichte en intrasectorale programma’s van de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg bestaat het centraal examen uit een centraal schriftelijk examen en een centraal praktisch examen, respectievelijk een centrale integratieve eindtoets; voor de gemengde leerweg bestaat het centraal examen voor de beroepsgerichte programma’s alleen uit een centraal schriftelijk examen. Voor de algemene vakken in de basisberoepsgerichte leerweg en de beroepsgerichte programma’s verandert er het meest. Voorheen bestond het examen alleen uit een schoolonderzoek waarvan het landelijk examen van het VBO-examenbureau deel kon uitmaken. Deze landelijke examens worden vanaf 2003 niet meer ter beschikking gesteld. (Toelichting op het examenprogramma die in alle examenprogramma’s als paragraaf 1 en 2 is opgenomen en Zakboek VMBO: centrale examens, exameneenheden, schoolexamen en de VMBO-examengids: http://www.vmbo-examengids.nl)
Schoolexamen Inhoud en vorm is bepaald door school en vastgelegd in Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA) Afname in het derde en vierde leerjaar Resultaten worden opgenomen in examendossier De school kan de invulling van het schoolexamen zelf bepalen binnen de randvoorwaarden van het examenprogramma. De eindtermen die in het schoolexamen dienen te worden getoetst zijn vastgelegd in de examenprogramma’s. Een school legt in een programma van toetsing en afsluiting (PTA) vast wat door het schoolexamen wordt getoetst en hoe de wijze van toetsing is. De school kan voor de vakken/programma’s besluiten om in het derde leerjaar of in het vierde leerjaar met het schoolexamen te beginnen. Dit kan per vak/programma verschillen. De theoretische leerweg en de gemengde leerweg moeten in het derde jaar met het schoolexamen beginnen, omdat in het derde jaar de extra vakken moeten worden afgesloten. Dit zijn de vakken die een leerling boven het sectordeel en het vrije deel heeft. Deze vakken spelen geen rol bij de slaag/zakregeling. Voor de leerwegen BB en KB geldt dat wanneer maatschappijleer 1, kunstvakken 1 en lichamelijke opvoeding in het derde leerjaar worden afgesloten, het schoolexamen in de derde klas moet beginnen. Alle resultaten van het schoolexamen worden in een examendossier gebundeld. Ook de resultaten van de eventuele extra vakken en de beschermde vakken worden opgenomen in het examendossier. Het examendossier geeft een overzicht van de afgelegde toetsen, uitgevoerde opdrachten en behaalde resultaten. Verder kunnen de resultaten van eventuele schooleigen vakken of programmaonderdelen zoals godsdienst of levensbeschouwing of niet-verplichte verrijkingsdelen worden opgenomen. (Toelichting op het examenprogramma die in alle examenprogramma’s als paragraaf 1 en 2 is opgenomen en Zakboek VMBO: examendossier, extra vakken, programma van toetsing en afsluiting, schoolexamen en de VMBO-examengids: http://www.vmbo-examengids.nl)
Beschermde vakken in schoolexamen zonder centraal examen Maatschappijleer (Cijfer SE is eindcijfer) Cultureel Kunstzinnige Vorming (moet voldoende/goed worden afgesloten) Lichamelijke Opvoeding (moet voldoende/goed worden afgesloten) De drie vakken maatschappijleer 1, kunstvakken 1 en lichamelijke opvoeding worden de ‘beschermde vakken’ genoemd. Alle leerlingen volgen deze vakken en sluiten ze af in het schoolexamen. Kunstvakken 1 en lichamelijke opvoeding moeten met minimaal een voldoende zijn beoordeeld. Deze twee vakken tellen niet mee voor de slaag/zakregeling. Het cijfer voor maatschappijleer 1 telt wel mee als cijfer. Dit cijfer heeft hetzelfde gewicht als andere vakken. Wanneer maatschappijleer 1 onvoldoende is, telt deze onvoldoende mee in de slaag/zakregeling; bij een 7 of hoger heeft het een compenserende werking. (Toelichting op het examenprogramma die in alle examenprogramma’s als paragraaf 1 en 2 is opgenomen en Zakboek VMBO: kunstvakken 1, lichamelijke opvoeding, maatschappijleer 1, schoolexamen en de VMBO-examengids: http://www.vmbo-examengids.nl)
Onderdelen van het schoolexamen Schriftelijke toetsen Mondelinge toetsen Praktische opdrachten Sectorwerkstuk (GLTL) Het schoolexamen bestaat uit mondelinge en schriftelijke toetsen, uit kleine en grote praktische opdrachten, uit handelingsopdrachten die in het handelingsdeel worden ondergebracht en voor de gemengde en theoretische leerweg uit een sectorwerkstuk. De leerlingen dienen ten minste twee grote praktische opdrachten van minimaal 10 uur te maken en een vakoverstijgende handelingsopdracht in het kader van oriëntatie op leren en werken. Voor de gemengde en theoretische leerweg is het maken van een sectorwerkstuk verplicht. (Toelichting op het examenprogramma die in alle examenprogramma’s als paragraaf 1 en 2 is opgenomen en Zakboek VMBO: schoolexamen en de VMBO-examengids: http://www.vmbo-examengids.nl)
Centraal examen per leerweg (BBL/KBL/GLTL) Centraal schriftelijk examen tijdsduur per vak: BB 90 minuten KB 120 minuten GLTL 120 minuten Voor het centraal examen kiezen leerlingen een leerweg waarin voor alle vakken en het beroepsgerichte programma examen wordt gedaan. In principe kiezen leerlingen in het derde jaar de leerweg die ze gaan volgen. Overstappen naar een andere leerweg kan, maar zal lastig zijn omdat de examenprogramma’s voor de leerwegen inhoudelijk verschillen. De duur van de centraal schriftelijke examens verschilt tussen de leerwegen. Voor de basisberoepsgerichte leerweg duurt een schriftelijk examen 90 minuten. Voor de kaderberoepsgerichte, gemengde en theoretische leerweg duurt een schriftelijk examen 120 minuten. Voor de CPE en CIE staan maximaal 800 minuten. De duur van deze examens verschilt per programma. De centraal schriftelijke examens worden per vak/programma op hetzelfde moment afgenomen. Voor de beroepsgerichte programma’s geldt zelfs dat ze allemaal op één en dezelfde dag worden afgenomen. De CEVO legt de datum en tijd van afname vast. Het is voor een leerling niet mogelijk om centraal examen te doen in twee beroepsgerichte programma’s. De lay-out van het examen in 2003 is licht gewijzigd ten opzichte van 2002. (Toelichting op het examenprogramma die in alle examenprogramma’s als paragraaf 1 en 2 is opgenomen en Zakboek VMBO: centrale examens, overstappen naar een andere leerweg, en de VMBO-examengids: http://www.vmbo-examengids.nl, Uitleg/gele katern nummer 5/6 maart 2002)
Centraal examen beroepsgerichte programma’s Basisberoepsgerichte leerweg: Centraal Schriftelijk en Praktisch Examen (CSPE) Kaderberoepsgerichte leerweg: Gemengde leerweg: Dit examen wordt afgenomen voor aanvang van het CSE (vanaf begin april 2009) Voor de beroepsgerichte programma’s is er een centraal schriftelijk examen en een praktijkexamen. De basisberoepsgerichte leerweg heeft naast het centraal schriftelijk examen een centraal praktisch examen. Hierbij gaat het om het uitvoeren van een centraal vastgestelde opdracht waarbij het proces van uitvoering en het product beoordeeld worden. De beoordeling gebeurt door de examinator aan de hand van een bindend beoordelingsschema. De directeur van de school wijst een tweede examinator aan die de beoordeling mede uitvoert. De kaderberoepsgerichte leerweg heeft naast het centraal schriftelijk examen een centrale integratieve eindtoets. Deze toets gaat over het verrijkingsdeel waarbij exameneenheden uit het kerndeel betrokken worden. Het gaat om het uitvoeren van een centraal vastgestelde opdracht. In de opdracht ligt nadruk op de voorbereiding van de uitvoering, de uitvoering en de evaluatie van de uitvoering. Zowel het proces van uitvoering en het product worden beoordeeld. De beoordeling vindt plaats aan de hand van een bindend beoordelingsschema. De directeur van de school wijst een tweede examinator aan die de beoordeling mede uitvoert. De gemengde leerweg heeft alleen een centraal schriftelijk examen. (Toelichting op het examenprogramma die in alle examenprogramma’s als paragraaf 1 en 2 is opgenomen en Zakboek VMBO: examenprogramma’s, examenregelement en de VMBO-examengids: http://www.vmbo-examengids.nl)
Centraal schriftelijk examen heeft tweede corrector van andere school Tweede correctie Centraal schriftelijk examen heeft tweede corrector van andere school Voor centraal schriftelijk en praktisch examen (CSPE) wijst school mede-examinator aan De tweede corrector bij het centraal schriftelijke examen wordt door de Informatie Beheer Groep (IBG) aangewezen. Gestreefd wordt naar een redelijk evenwicht tussen het aantal leerlingen voor eerste correctie en het aantal leerlingen voor de tweede correctie. De tweede corrector gebruikt hetzelfde correctievoorschrift als de eerste corrector. De tweede corrector ontvangt het originele leerlingenwerk en een overzicht van de door de eerste corrector toegekende scores. Na het nakijken van het examenwerk stellen de eerste en tweede corrector in overleg de score van de leerling vast. Bij het CPE en CIE van de beroepsgerichte programma’s wijst de directeur van de school een tweede examinator aan. Dit mag een docent van de eigen school zijn, een docent van een andere school of iemand uit het vervolgonderwijs of de branche-organisatie. De school bepaalt en regelt dit. (VVO-brochure deel 1, Zakboek VMBO: centrale examens, http://VMBO-examengids)
Berekening eindcijfer Basisberoepsgericht: 2/3 cijfer schoolexamen + 1/3 cijfer centraal examen Kaderberoepsgericht: 1/2 cijfer schoolexamen + 1/2 cijfer centraal examen Gemengd/Theoretisch: Het eindcijfer dat op het diploma wordt vermeld, wordt voor alle vakken in de theoretische, gemengde en de kaderberoepsgerichte leerweg berekend door het cijfer van het schoolexamen en het cijfer van het centraal examen bij elkaar op te tellen en te delen door twee. Dat geldt voor de algemene vakken en de beroepsgerichte programma’s Voor de vakken en programma’s in de basisberoepsgerichte leerweg wordt het eindcijfer berekend door het cijfer van het schoolexamen twee keer mee te laten tellen en het cijfer van het centraal examen één keer.Het gewicht van het CSE voor het beroepsgerichte programma in het eindcijfer is hiermee 1/9. (Toelichting op het examenprogramma die in alle examenprogramma’s als paragraaf 1 en 2 is opgenomen en Zakboek VMBO: weging en de VMBO-examengids: http://www.vmbo-examengids.nl)
Slagen alle vakken een 6 of hoger één 5, rest 6 of hoger één 4 met minimaal één 7 en rest 6 of hoger twee keer 5 met minimaal één 7 en rest 6 of hoger Cijfer beroepsgericht vak BB en KB telt tweemaal Maatschappijleer doet mee in de slaag/zakregeling (en kan dus als compensatiecijfer gelden) CKV en LO moeten voldoende zijn afgesloten. Voor alle leerwegen geldt dat leerlingen geslaagd zijn voor hun VMBO-diploma wanneer ze voor alle vakken en programma’s een 6 of hoger hebben gehaald. Wanneer een leerling voor een algemeen vak één 5 heeft en de rest is 6 of hoger, is de leerling ook geslaagd. Wanneer een leerling één 4 heeft, kan hij alleen slagen wanneer er voor een ander vak of programma minimaal één 7 is en de rest 6 of hoger. Wanneer een leerling twee keer een 5 heeft, moet er voor minimaal één vak een 7 staan en voor de rest een 6 of hoger. In de overige gevallen is een leerling gezakt. Wanneer een leerling na het eerste tijdvak gezakt is kan hij in het tweede tijdvak een herkansing doen om toch nog te kunnen slagen. Alle vakken waarin leerlingen examen hebben gedaan, tellen even zwaar mee. Het eindcijfer voor het beroepsgerichte programma bij de kaderberoepsgerichte en de basisberoepsgerichte leerweg telt echter dubbel mee. Dit betekent dat als een leerling voor het programma één 5 heeft, deze 5 als twee vijven meetelt. Het vak maatschappijleer 1 telt in de zak/slaag regelingen mee als een volwaardig vak. Dit betekent dat wanneer een leerling voor maatschappijleer 1 een 5 scoort deze meetelt in de zak/slaag regeling en eventueel gecompenseerd moet worden. Maatschappijleer 1 kan ook een compenserende werking hebben voor een ander vak. Om voor het toepassen van de zak/slaag regeling in aanmerking te komen, moet voor de beschermde vakken: kunstvakken 1 en lichamelijke opvoeding een voldoende behaald zijn. Voor het sectorwerkstuk moet een voldoende zijn behaald. Voor de handelingsopdrachten geldt dat leerlingen deze moeten hebben afgesloten met een ‘naar behoren’. Indien een leerling niet aan deze voorwaarden kan voldoen, komt hij niet in aanmerking voor de slaag/zak regeling. Wanneer een leerling geslaagd is, ontvangt de leerling een diploma-VMBO en een cijferlijst. (zakboek VMBO: slaag/zak regeling en het examenbesluit)
Slagen (voorbeeld) 5,6,6,6,6,6,v,v: geslaagd 4,7,6,6,6,6,v,v: geslaagd 5,5,5,6,6,6,v,v: afgewezen 3,8,8,8,8,8,v,v: afgewezen 5,6,6,6,6,6,o,v: geslaagd, maar leerling krijgt geen diploma tot het onvoldoende vak voldoende is afgesloten Voor alle leerwegen geldt dat leerlingen geslaagd zijn voor hun VMBO-diploma wanneer ze voor alle vakken en programma’s een 6 of hoger hebben gehaald. Wanneer een leerling voor een algemeen vak één 5 heeft en de rest is 6 of hoger, is de leerling ook geslaagd. Wanneer een leerling één 4 heeft, kan hij alleen slagen wanneer er voor een ander vak of programma minimaal één 7 is en de rest 6 of hoger. Wanneer een leerling twee keer een 5 heeft, moet er voor minimaal één vak een 7 staan en voor de rest een 6 of hoger. In de overige gevallen is een leerling gezakt. Wanneer een leerling na het eerste tijdvak gezakt is kan hij in het tweede tijdvak een herkansing doen om toch nog te kunnen slagen. Alle vakken waarin leerlingen examen hebben gedaan, tellen even zwaar mee. Het eindcijfer voor het beroepsgerichte programma bij de kaderberoepsgerichte en de basisberoepsgerichte leerweg telt echter dubbel mee. Dit betekent dat als een leerling voor het programma één 5 heeft, deze 5 als twee vijven meetelt. Het vak maatschappijleer 1 telt in de zak/slaag regelingen mee als een volwaardig vak. Dit betekent dat wanneer een leerling voor maatschappijleer 1 een 5 scoort deze meetelt in de zak/slaag regeling en eventueel gecompenseerd moet worden. Maatschappijleer 1 kan ook een compenserende werking hebben voor een ander vak. Om voor het toepassen van de zak/slaag regeling in aanmerking te komen, moet voor de beschermde vakken: kunstvakken 1 en lichamelijke opvoeding een voldoende behaald zijn. Voor het sectorwerkstuk moet een voldoende zijn behaald. Voor de handelingsopdrachten geldt dat leerlingen deze moeten hebben afgesloten met een ‘naar behoren’. Indien een leerling niet aan deze voorwaarden kan voldoen, komt hij niet in aanmerking voor de slaag/zak regeling. Wanneer een leerling geslaagd is, ontvangt de leerling een diploma-VMBO en een cijferlijst. (zakboek VMBO: slaag/zak regeling en het examenbesluit)
Herkansing centraal schriftelijk examen iedere kandidaat mag één centraal schriftelijk examen herkansen het hoogste cijfer telt Herkansing van het centraal schriftelijke examen is mogelijk. De herkansing bestaat uit het maken van een nieuw examen met een inhoud die gelijkwaardig is aan de inhoud van het examen van het eerste tijdvak. Een leerling kan maximaal één vak van het schriftelijke examen herkansen. De herkansing is onafhankelijk van het behaalde cijfer. Een leerling mag een vak herkansen terwijl hij geen kans meer heeft op slagen. De herkansing vindt plaats in het tweede tijdvak. Het hoogste cijfer van het eerste en tweede tijdvak telt. Het centraal examen Nederlands bestaat uit twee gedeelten: lezen en gedocumenteerd schrijven. Wanneer een leerling voor Nederlands herkanst, moeten beide onderdelen gemaakt worden. (zakboek VMBO: herkansing en de VMBO-examengids: http://www.vmbo-examengids.nl;)