Veilig werken met elektriciteit WEKAbouw Kennisbank Veilig werken www.weka-bouw.nl
Doel Doel van dit deel is uitleg te geven over de mogelijke risico's en maatregelen m.b.t. het werken met elektriciteit: Duidelijkheid te geven over de risico’s Duidelijkheid te geven over de risicogebieden Duidelijkheid te geven over de te nemen maatregelen Voorkomen van ongevallen Voldoen aan Arbowet inzake voorlichting en onderricht
Regelgeving Arbobesluit Artikel 3.4, 3.5 NEN 3140 Veilig werken aan installaties en arbeidsmiddelen
Algemene verplichtingen van de werkgever veilige werkplek voor de werknemer nadenken over de risico's (RIE) gevaren bij de bron voorkomen arbeidsplaatsen inrichten voorlichting en onderricht geven PBM's verstrekken en afstemmen op het werk deskundigen benoemen en toezicht houden
Deze geeft hier invulling aan door: Te beschrijven op welke wijze met de risico's moet worden omgegaan: veilige werkmethoden gebruik en inspecties van installaties gebruik en inspectie van arbeidsmiddelen
Gevaren van elektriciteit schok (stroomdoorgang door het lichaam) verbranding en explosie (kortsluiting, vlamboog) brand bijkomende ongevallen
Letsel door ongevallen met elektriciteit verbranding van handen en armen (42%) verbranding van gelaat en hoofd (19%) verbranding van ogen (4%) spierverstijving (8%) geschokt zenuwstelsel (6%) tijdelijke blindheid (3%) valletsel (4%)
Stroomdoorgang door het menselijk lichaam de weg door het lichaam de stroomsterkte tijd van stroomdoorgang het spanningsniveau de lichamelijke conditie de stroomsoort het aanrakingsoppervlak kledingmateriaal werking van beveiligingsketens
Stroomsterkte (ampère) STROOMSTERKTE DUUR INVLOED OP HET LICHAAM 0 – 1 mA onbeperkt geen invloed 1 – 15 mA onbeperkt verkramping van de spieren 15 – 30 mA minuten spiersamentreking moeilijke ademhaling stijgende bloeddruk 30 – 50 mA seconden sterk stijgende bloeddruk minuten bewustloosheid 50 – 500 mA seconden shocktoestand bewustloosheid hartfibrilatie dood
Voorkomen Gebruik geïsoleerd gereedschap. Tref veiligheidsmaatregelen. Maak spanningsloos. Meten is weten.
Handelen bij ongevallen Stap 1 Denk om zelfbescherming. Alarmeer arts en ambulance. Alarmeer zo nodig brandweer. Stap 2 Meld plaats, soort letsel, soort ongeval en het aantal slachtoffers. Stap 3 Controleer ademhaling, evt. beademen. Controleer bloedsomloop, evt. reanimatie. Controleer bewustzijn, evt. zijligging.
Vragen?