Hfdst. 9 De strafbepaling Blz. 107-113
De strafbepaling Een strafbepaling is een wetsartikel dat een bepaalde gedraging strafbaar stelt. Waar: in Sr, bijzondere wetten en ‘lagere’ regelingen (AMVB, ministeriele-, provinciale- en gemeentelijke verordeningen) Opbouw van een strafbepaling: Een strafbepaling bestaat meestal uit 3 onderdelen: Delictsomschrijving (of norm) Kwalificatie Sanctie
Delictsomschrijving (norm) De delictsomschrijving omschrijft welk gedrag strafbaar is. Voorbeeld: Wetboek van Strafrecht Art. 310 Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of een geldboete van de vierde categorie. Het onderstreepte gedeelte is de delictsomschrijving
Kwalificatie en sanctie De naam voor het strafbaar gedrag wordt de kwalificatie genoemd. Bij art. 310 Sr is dat DIEFSTAL De sanctie is de straf. Bij art. 310 Sr is dat het roodgemaakte gedeelte uit de vorige dia. In art. 23 Sr staan de boetebedragen (boek blz. 108)
Bestanddelen van de delictsomschrijving De bestanddelen zijn de verschillende onderdelen, waaruit een delictsomschrijving is opgebouwd. Voorbeeld: Art. 310 Sr Bestanddelen zijn: Hij Wegnemen Enig goed Dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort Oogmerk Wederrechtelijk toe te eigenen De dader is alleen strafbaar als zijn gedrag valt onder ALLE bestanddelen van de delictsomschrijving
Opdracht Werk in groepjes van 3 personen. Zoek artikel 179 Sr, 180 Sr, 184 Sr en 185 Sr op. Noteer het hele artikel. Geef bij het artikel aan wat : De norm De kwalificatie en De sanctie is Onderstreep de belangrijke bestanddelen van het artikel. Geef aan wat het bedrag van de sanctie is (dus niet de categorie)
Wederrechtelijkheid en schuld Wederrechtelijk= het gedrag is in strijd met het recht Het woord wederrechtelijk staat niet altijd in de delictsomschrijving, maar het moet wel altijd aanwezig zijn om een dader te kunnen straffen. Schuld= alle vormen van verwijtbaar gedrag Schuld in ruime zin= Opzet en Schuld in enge zin
Schuld Opzet= willens en wetens dat doen wat verboden is en/of nalaten wat geboden wordt Schuld in enge zin= de dader hoeft niet de bedoeling te hebben om het misdrijf te plegen. Er is sprake van: verwijtbaar gedrag grove nalatigheid onzorgvuldigheid onvoorzichtigheid onoplettendheid Opdracht: Geef bij iedere vorm van schuld in enge zin een goed zelfverzonnen voorbeeld, waaruit duidelijk blijkt dat het om die omschrijving gaat.
Opzetdelicten (strafbare feiten) Bij opzetdelicten wordt in de delictsomschrijving als bestanddeel ‘opzet’ genoemd, maar dit kan ook worden aangeduid met de termen: Met het oogmerk Wetende dat Terwijl hij wist Soms vindt je deze woorden niet terug in de delictsomschrijving, maar blijkt uit de handeling zelf dat er sprake is van opzet. Bijv. dwingen, weigeren, vervalsen
Schulddelicten Bij schulddelicten is de schuld van de dader een onderdeel van de delictsomschrijving. Dit kan dus aangegeven worden met het bestanddeel schuld, maar ook met: Niet de nodige maatregelen nemen Ernstige redenen hebben om te vermoeden Redelijkerwijs moeten vermoeden Bij misdrijven moet opzet of schuld bewezen worden. Bij overtredingen wordt opzet of schuld aangenomen, totdat het tegendeel bewezen is. Als blijkt dat de dader geen enkel verwijt kan worden gemaakt, zal de rechter bepalen dat de dader niet wordt gestraft. Er is dan sprake van Afwezigheid Van Alle Schuld (AVAS)
Strafbaar feit Een strafbaar feit is: Een menselijke gedraging Die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving Die wederrechtelijk is En aan schuld in ruime zin te wijten is
Opdracht Werk in groepjes van 3 personen. Zoek bij ieder van de volgende bestanddelen een artikel waarin dat bestanddeel wordt genoemd: Opzet Met het oogmerk Wetende dat Terwijl hij wist Schuld Niet de nodige voorzorgsmaatregelen nemen Ernstige redenen hebben om te vermoeden Redelijkerwijs moeten vermoeden Zoek ook een artikel op waar er sprake is van een opzetdelict, maar waar je deze woorden niet in terug vindt. Noteer het hele artikel en geef aan of het om een opzetdelict of een schulddelict gaat. Geef bij ieder artikel aan wat de norm, de kwalificatie, de sanctie en wat de bestanddelen zijn. Neem dit de volgende les mee.