“Awel, ik zie het niet meer zitten”

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Tevredenheid met behandelaar en behandeling.
Advertisements

Inhoud Methodologie Theorie Onderzoeksresultaten Verbanden
Het schoolwelbevinden van Brusselse scholieren
Evaluatie van mentorprojecten
“IK KRIJG HET NIET UIT MIJN HOOFD”
Verborgen vormen van pesten
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
Geestelijke Gezondheid in Vlaanderen
Voorstelling Bednet. Bednet : 5 jaar Bednet  Door de ziekte of het ongeval zelf  Lichamelijke of psychische problemen  Vaak zware.
Internet fun & veilig! titeldia.
De website
Lucy Stut, psycholoog / orthopedagoog, manager bedrijfsvoering
 Deel 1: Introductie / presentatie  DVD  Presentatie enquête  Ervaringen gemeente  Pauze  Deel 2 Discussie in kleinere groepen  Discussies in lokalen.
“Zonder taal geen verhaal” .
De zelfbeoordelingstest
Jongeren met visuele beperking: persoonlijk netwerk en welbevinden
Ik geloof… Dat onze achtergrond en omstandigheden misschien wel van invloed zijn geweest op wie we zijn, maar dat wìj verantwoorde- lijk zijn voor wie.
Workshop Knallende ruzie
Hoofdstuk 2 De fundamenten van individueel gedrag
Nazorgpoli Intensive Care Ikazia ziekenhuis
Welbevinden en (probleem) gedrag van jarigen in de Stadregio Rotterdam 8 juni 2006 De Jeugdmonitor® is een initiatief van GGD Rotterdam en omstreken.
Suïcide Dagelijks sterven in Vlaanderen drie mensen door zelfdoding Minstens éénmaal per week pleegt een leerling zelfmoord.
De dynamische driehoek: ouders - kind - school
Behandeling van suïcidaal gedrag bij jongeren
Internet fun & veilig!. Wie zijn we? Naam Wij werken voor Microsoft Insert your picture here.
Meer bewegen via internet 28 juni 2011 – OU Open Kennisavond Denise Peels Stijn Friederichs.
Programma Hoe doe ik een goede suiciderisico- inschatting (bij bordelinepatient) Kan ik zelfmoord voorkomen? Hoe kan ik als huisarts scherper signaleren,
Ontwikkelingsgericht Competentie Onderzoek
Kinderen in precair verblijf en gezondheidszorg Open fora 19 mei 2011.
Ondersteuning van kinderen van ouders met problematisch middelengebruik Werkgroep gezondheidszorg en hulpverlening, werkgroep gezin, werkgroep onderwijs.
SOCIALE COMPETENTIE Jacqueline Blaak-Venneman.
Sessie 5 Fysiek en psychisch (on)welbevinden dr. Martine Corijn (Studiedienst Vlaamse Regering) prof. dr. P. Bracke (Hedera, Universiteit Gent) LAGO studiedag.
Enquête.
Perl Kohen1BaOAOICT en bronnen. Er is vaak onderkenning van dyslexie bij volwassenen →ontstaan en signaleren in de basisschoolleeftijd Sociaal-emotionele.
DE OPVANG VAN NABESTAANDEN NA EEN SUÏCIDE
1 Amsterdam, april 2005 Drs. Frits Spangenberg Rotary Extern imago.
CanDo Coaching.
Gezondheid, basis voor jouw toekomst!
Mindfulness.
Ik geloof… Dat onze achtergrond en omstandigheden misschien wel van invloed zijn geweest op wie we zijn,maar dat wìj verantwoorde-lijk zijn voor wie we.
Jeugd Pastoraat Westerkerk.
Gezondheid oudere migranten in Utrecht (selectie)
Research on stage - Awel, ik zie het niet meer zitten Verdiepende reactie 9 oktober 2014 Kirsten Pauwels Directeur Centrum ter Preventie van Zelfdoding.
Jij bent okay! Een competentietraining voor jongeren met LVB en hun ouders met psychische en/of verslavingsproblemen Ivon Riemersma Junior onderzoeker.
ONTSPAN , LUISTER EN LEES
Voortijdig schoolverlaten
Depressieve beelden bij kinderen en pubers: laat ze er niet mee zitten
Ouderavond over pesten in het voortgezet onderwijs
Agenda Informatie over pesten Wat doen kinderen online?
Goed in je vel zitten Talenten ontplooien Omgaan met dagelijkse stress
Psychologieles 5 lesweek 5
Relatie en donatie Een onderzoek naar de behoeften van echtparen bij een relatiedonatie Ans Berkhout Presentatie werkstuk Opleiding Kempler Instituut,
OPVOEDRELATIES ONDER SPANNING B Bijeenkomst 2. PROGRAMMA Restje dinsdag Film Casus maken Debatteren Checklist maken Professioneel pedagogisch handelen.
Welkom ik maak me sterk.
Omgaan met zelfbeschadiging en suïcidaal gedrag
Psychische kwetsbaarheid en veerkracht
invloed van psychologische factoren op revalidatie en adaptatie
Herkenbaar??? 1. Depressiviteit is iets dat ik wel bij een ander maar niet bij mijzelf herken. 2. Mijn depressiviteit is aanstellerij. Daaraan moet ik.
Zorg op maat voor depressieve ouderen van levensbelang. Hannie Comijs.
Heel gewoon maar toch anders.
Stichting School & Veiligheid ondersteunt scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat.
Psychologische begeleiding van patiënten met kanker.
Zelfhulpgroepen voor allochtonen werkt! Zelfhulpgroepen voor allochtonen werkt!
 Onderscheid pesten en plagen Plagen:Pesten: - gelijkwaardige machtsstrijd- ongelijkwaardige machtsstrijd, hulpeloos, machteloze positie - weerbaarheid.
Aanwijzingen voor een bezinning in kleine of grote kring.
Suïcidepreventie Een workshop over het herkennen en bespreekbaar maken van suïcidale gedachtes en de wanhoop die daaraan ten grondslag ligt. Marije Blauen.
Gebrokenheid onder jongeren
Zelfmoord, praat erover!
Herkenbaar??? 1. Depressiviteit is iets dat ik wel bij een ander maar niet bij mijzelf herken. 2. Mijn depressiviteit is aanstellerij. Daaraan moet ik.
Disclosure belangen (Potentiële) belangenverstrengeling Geen
Transcript van de presentatie:

“Awel, ik zie het niet meer zitten” Kwalitatieve analyse van chatgesprekken, e-mail- en forumberichten m.b.t. suïcide Eva Dumon - Eenheid voor Zelfmoordonderzoek KeKi “Research on Stage” – 9/10/’14

PROGRAMMA 1. Introductie 2. Methode 3. Resultaten 4. Conclusies en beleidsaanbevelingen Introductie: cijfers en feiten m.b.t. suïcidaal gedrag bij jongeren, onderzoeksvragen

1. INTRODUCTIE

1. Introductie Aanleiding voor het onderzoek Onderzoeksvragen I. Welke factoren spelen een rol in de ontwikkeling van suïcidale gedachten, gevoelens en gedrag van jongeren? II. In welke fase van het suïcidaal proces zitten jongeren die contact opnemen met Awel? III. Hoe praten jongeren over suïcide? AANLEIDING Depressie en zelfdoding vaak voorkomende thema’s in de gesprekken aan Awel In het bijzonder binnen de online kanalen Nood aan inzicht en vaardigheden

Introductie - Epidemiologie Suïcides vs. Suïcidepogingen in Vlaanderen Relatief weinig suïcides, maar toch suïcide belangrijkste doodsoorzaak voor jongeren tussen 15 en 19 jaar Ook voor vrouwen tussen 20 en 24 jaar (voor mannen tussen 20 en 24 jaar vormen verkeersongevallen de belangrijkste doodsoorzaak) Gezondheidsenquête 2013: prevalentie van emotionele problemen (depressieve problemen, angstproblemen, slaapproblemen) ook sterk gestegen bij jongeren van 15 tot 24 jaar; voorheen kwamen deze problemen in deze groep relatief minder voor. Bron: Eenheid voor Zelfmoordonderzoek (UGent), 2013 Bron: Vlaams Agentschap voor Zorg & Gezondheid, 2011

Introductie - Verklarend model voor suïcidaal gedrag* *van Heeringen, 2001

Introductie - Online hulpverlening Opkomst van internet, sociale netwerken, smartphones, tablets,… Online hulp: informatie, zelfhulp, e-therapie Voor- en nadelen online hulp Effectiviteit Internet: slordige 25 jaar in België 2008: doorbraak sociale netwerken 2009: doorbraak smartphones 2014: miljard websites Voordelen van e-therapie Mogelijke voordelen van e-therapie zijn: De toegankelijkheid en lagere drempel: doorgaans zijn er geen wachttijden, is de intake kort en kan direct worden gestart met de therapie. De 'anonimiteit' die wordt ervaren, maakt dat cliënten open durven te zijn. De snelheid. De flexibiliteit: niet afhankelijk van afspraken en kantooruren. E-therapie kan goedkoper zijn dan 'normale' therapie. Nadelen van e-therapie Mogelijke nadelen van e-therapie zijn: Er kunnen twijfels zijn over vertrouwelijkheid, privacy en de technologie. De hulpverlener kan moeilijk of niet reageren in crisissituaties. De hulpverlener ziet geen non-verbale communicatie van de cliënt. De cliënt moet zijn gevoel kunnen verwoorden. Door de anonimiteit zijn cliënten ook eerder geneigd om af te haken dan bij reguliere therapie.

2. METHODE

2. Methode Kwalitatief onderzoek: coderen en analyseren van (geanonimiseerde) chatgesprekken, e-mailberichten en forumberichten (totaal: 550) Goedkeuring ethische commissie (UZ Gent) Softwareprogramma: Nvivo 3 Fasen Open coderen > Axiaal coderen > Selectief coderen

3. Resultaten Doelgroep Onderzoeksvraag 1: welke factoren spelen een rol? Onderzoeksvraag 2: waar bevinden jongeren zich in het suïcidaal proces? Onderzoeksvraag 3: hoe praten jongeren over suïcide?

Resultaten - Respondenten Geslacht: Leeftijd: tussen 10 en 23 jaar - 83,3% is tussen 12 en 17 jaar

Resultaten Onderzoeksvraag 1 Welke factoren spelen een rol in de ontwikkeling van suïcidale gedachten, gevoelens en gedrag van jongeren? 1. Stressoren 2. Cognities en emoties 3. Fysieke en psychische klachten 4. Gedragsmatige reacties 5. Protectieve factoren 6. Hulpverlening

Onderzoeksvraag 1 – Factoren 1. Stressoren

Onderzoeksvraag 1 - Factoren 1. Stressoren Moeilijke thuissituatie gerapporteerd in 36,7% van de bronnen Geweld en mishandeling: 50% psychisch en emotioneel geweld; 30% fysiek geweld; 20% verbaal geweld Voorbeelden: Geen aandacht krijgen, genegeerd en verwaarloosd worden door ouders Ouders die het kind alle taken en verantwoordelijkheid geven (zoals het volledige huishouden op zich moeten nemen, voor zichzelf moeten zorgen, voor andere familieleden moeten zorgen) De boodschap krijgen een ‘ongewenst kind’ te zijn Ouders die het kind voortdurend controleren, erg streng zijn en geen vrijheid geven (vb. nooit weg mogen) Uitgelachen worden door ouders Opgesloten worden door ouders

Onderzoeksvraag 1 - Factoren 1. Stressoren Negatieve sociale relaties met leeftijdsgenoten Gerapporteerd in 29,1 % van de bronnen Pesten wordt gerapporteerd in 19,1% van alle bronnen Bij 1 op 4: pesten in het verleden

Onderzoeksvraag 1 - Factoren 1. Stressoren Schoolgerelateerde problemen Gerapporteerd in 18,2% van de bronnen (100)

Onderzoeksvraag 1 – Factoren 1. Stressoren Verlieservaringen gerapporteerd in 18% van de bronnen (99) 73 bronnen: door overlijden van een belangrijke naaste (in 39,7% van deze overlijdens betreft het een overlijden door zelfdoding  5,3% van de respondenten is nabestaande) 26 bronnen: door verliezen van contact met een belangrijke naaste

Onderzoeksvraag 1 – Factoren 1. Stressoren Minder voorkomende stressoren

Onderzoeksvraag 1 – Factoren 2. Cognities en emoties

Onderzoeksvraag 1 - Factoren 2. Cognities en emoties Negatief zelfbeeld, gerapporteerd door 21,8% van de jongeren Dit wijst op een heel negatieve en mogelijks geïnternaliseerde perceptie van jongeren over hoe andere mensen hen zien… Gevoel of opvatting dat je niks (meer) betekent voor andere mensen, dat je niet geliefd bent, tot het extremer gevoel dat mensen je haten en van je af willen.

Onderzoeksvraag 1 – Factoren 2. Cognities en emoties Negatieve emoties zich slecht, ongelukkig of depressief voelen gerapporteerd door 163 jongeren (29.6%) eenzaamheid bij niemand of nergens terecht kunnen, gevoel dat niemand je begrijpt Link met het ervaren van beperkte of afwezige steun, gerapporteerd in 17.8% van alle gesprekken angst angst om niet begrepen te worden, angst voor hulpverlening (en opname) en angst om dood te gaan. Het gevoel of idee hebben bij niemand (of nergens) terecht te kunnen en met niemand te kunnen praten. - Zich alleen voelen - Gevoel dat niemand je begrijpt - Zich uitgesloten voelen, gevoel nergens bij te horen, zich ongewenst voelen

Onderzoeksvraag 1 – Factoren 3. Fysieke en psychische klachten Fysieke klachten Gerapporteerd door 7,8% van de jongeren Voornamelijk: ziekte en vermoeidheid Psychische/psychosomatische klachten (buiten depressieve gedachten en gevoelens) Gerapporteerd door 20,5% van de jongeren

Onderzoeksvraag 1 – Factoren 4. Gedragsmatige reacties “krassen is een manier om mij minder onzichtbaar, onbestaand en ongewenst te voelen”

Onderzoeksvraag 1 – Factoren 5. Protectieve factoren Gerapporteerd door 20 % van de jongeren (110)

Onderzoeksvraag 1 - Factoren 6. Hulpverlening: attitudes 4,9% van de jongeren geeft aan bereid te zijn om professionele hulp te zoeken 12,5% van de jongeren rapporteert weerstand ten aanzien van professionele hulpverlening.

Onderzoeksvraag 1 - Factoren 6. Hulpverlening: ervaringen Vroeger in begeleiding: aangehaald door 8,7% van de jongeren (48) Momenteel in begeleiding: aangehaald door 14% van de jongeren (77)

Onderzoeksvraag 1 – Factoren 6. Hulpverlening: ervaringen Jongeren formuleren meer negatieve dan positieve ervaringen met professionele hulpverlening 10% van alle jongeren rapporteert negatieve ervaringen m.b.t. hulpverlening 2% van alle jongeren rapporteert positieve ervaringen m.b.t. hulpverlening idee of het gevoel dat de hulpverlening niet of niet voldoende helpt of negatieve ervaringen door doorverwijzing wegvallen van begeleiding die als steunend ervaren wordt, kan moeilijk liggen en drempelverhogend werken naar toekomstige hulpverlening

RESULTATEN Onderzoeksvraag 2 - Mate van suïcidaliteit Waar bevinden jongeren zich in het suïcidaal proces?

Onderzoeksvraag 2 - Mate van suïcidaliteit ‘Denkers’ vs. ‘Planners’ Suïcideplanners rapporteren vaker (meerdere) stressoren, een eetproblematiek, een negatief zelfbeeld, een expliciete doodswens, weerstand tegen hulpverlening en een suïcidepoging in het verleden. Deze factoren kunnen in die zin opgevat worden als waarschuwingssignalen voor een mogelijks hoog-suïcidale respondent. Suïcide DENKERS (enkel gedachten) Suïcide PLANNERS 41.5% van alle respondenten Totaal: 228 respondenten 12.4% van alle respondenten Totaal: 61 respondenten

Onderzoeksvraag 2 - Mate van suïcidaliteit Wat houdt jongeren tegen om suïcide te plegen?

RESULTATEN Onderzoeksvraag 3 - Hoe praten jongeren over suïcide? Vlot praten in chat vs. moeite met praten ‘in real life’ 22.7% van de jongeren kaart aan dat ze het moeilijk hebben om over de suïcidale gedachten en gevoelens met anderen te praten. “Maar, ik heb gewoon het probleem dat ik moeilijk iets recht in het gezicht kan zeggen. Het gaat altijd veel beter via sms, of chat zoals nu..“ In 66 gesprekken (12%) kaarten jongeren moeite met praten aan omwille van het niet kunnen praten of verwoorden. Hierbij beschrijven jongeren dat ze hun gevoelens niet kunnen uiten en niet weten hoe ze over hun problemen moeten praten of hoe ze hun problemen moeten uitleggen. In 43 gesprekken (7.8%) ervaren jongeren een drempel om over hun problemen te praten wegens het niet durven praten. In deze context zit de jongere met angst voor reacties, angst voor de stigma’s die samenhangen met hulp zoeken en gevoelens van schaamte. Deze angst manifesteert zich vooral in het niet durven praten met ouders. Een beperkte groep van jongeren (21 jongeren; 3.8%) geeft expliciet aan niet te willen praten. Hier gaat het eerder om het feit dat de jongere ‘niemand tot last wil zijn’, ‘niemands tijd wil verspillen’, niet wil ‘zagen’, en daarnaast ook niemand wil kwetsen, in het bijzonder de ouders. Als laatste reden geven enkele jongeren aan dat de moeite met praten samenhangt met de moeite om andere mensen te vertrouwen (aangekaart in 12 gesprekken, 2.2% van alle gesprekken). Tot slot weerspiegelt de moeite om te praten en daarmee gepaard gaande gevoelens van schaamte zich ook in het feit dat jongeren zich frequent excuseren tijdens het gesprek, dit valt vooral op in de chatgesprekken. Meer bepaald in 28 (20%) van de 140 chatgesprekken excuseren jongeren zich ten aanzien van de vrijwilliger omwille van het zelfgenoemde ‘lastigvallen’, ‘storen’, ‘tijd innemen’, ‘tijd verspillen’ of ‘zagen’.

Onderzoeksvraag 3 Hoe praten jongeren over suïcide? Vaak gestelde vragen Vragen in verband met zelfdoding en de zin van het leven “Hoe moet ik zelfmoord plegen?” “Welke methode is de beste?” “Welke methode is minst pijnlijk?” “Waarom leef ik?” “Waarom moest ik op deze wrede wereld terechtkomen?” “Wat als er geen plaats voor mij is op deze wereld?” Vragen naar raad en advies “Hebben jullie soms een idee hoe ik makkelijker zou praten?” “Ik heb al zo hard gevochten. maar het lukt echt niet. wat moet ik nog doen?” “Ken je iets leuk wat ik kan doen om me beter terug te voelen?” “Mijn vraag is eigenlijk of ik er iets aan kan doen, en wat dat dan is?” Hulpkreet Schaamte en schuldgevoelens Chatten als positieve ervaring D >> chatten dat is makkelijker D >> dan moet ik niet naar iemand kijken D >> dan kan ik beter nadenken

4. CONCLUSIES & Aanbevelingen

Conclusies Suïcidale jongeren vinden de weg naar online hulpdiensten zoals Awel. Deze jongeren rapporteren: een moeilijke thuissituatie (36,7%) en negatieve sociale relaties (29,1%) als grootste stressoren een negatief zelfbeeld (21,8%) en radeloosheid (21,6%) als prominente cognities eenzaamheid als overheersende emotie (19,3%), gelinkt aan beperkte sociale steun (link met stressoren) negatieve attitudes & ervaringen m.b.t. hulpverlening ‘negatief sociaal zelfbeeld’ moeite met praten  chatten als alternatief automutilatie als meest voorkomende respons (34%)

Conclusies Sociale steun van vrienden en leerkrachten meest voorkomende protectieve factor Dubbele rol van de ouders Sociale steun door ouders beperkt Drempel om met ouders te praten Moeite met praten Moeilijke thuissituaties Angst om ouders te kwetsen Negatief sociaal zelfbeeld Moeilijk voor ouders om problemen te ‘zien’ ‘Er nog willen zijn voor ouders’ belangrijkste reden om geen suïcide te plegen! Ernstige risicogroep 18,9% van de respondenten heeft reeds een poging achter de rug 12,4% heeft concrete plannen

Aanbevelingen Beleidsaanbevelingen Verder onderzoek Hulpverlening Online hulp, ook op de tweede lijn? Belangrijke thema’s bij suïcidaliteit: automutilatie, negatief zelfbeeld Gezinscontext Gezins- en opvoedingsondersteuning Schoolcontext Belang van een geestelijk gezondheidsbeleid! Taboe op geestelijke gezondheidsproblemen Opvang en doorverwijzing voor leerlingen Trainen van (zorg)leerkrachten en leerlingenbegeleiders Verder onderzoek Doelgroepen: jongens; holebi- en transgenderjongeren Thema’s: middelengebruik; automutilatie; negatief zelfbeeld Online hulpverlening

Vragen? Eenheid voor Zelfmoordonderzoek www.eenheidzelfmoordonderzoek.be Eva.dumon@ugent.be Awel www.awel.be sibille@awel.be