Meesters en hun school: over amateurisme, ‘vrije tijd’ en ‘leerstof’. Een pedagogisch perspectief op cultuureducatie Jan Masschelein Laboratorium voor Educatie en Samenleving KULeuven
Cultuureducatie: een pedagogisch perspectief Algemene vraag: wat is de rol van de volwassene in het groeien en leren van het kind? (In de context van ‘het nieuwe ik’, ‘groeien in cultuur’) Problematisch vanuit ‘pedagogisch perspectief’. Wat is pedagogisch? ‘School maken’ = maken van ‘vrije tijd’ (scholé) en het openen of communic/seren van wereld. -Gaat om meesters en hun school -Gaat om vorming (niet om groeien en leren, of talentontwikkeling, of welbevinden realiseren) -Gaat om wereld (niet om het kind, of leerbehoeften) -Wat zegt iets mij? (niet wie ben ik? Niet het probleem van de identiteit, maar van de gemeenzame wereld)
Als voorbeelden: ‘Le fils’ (Gebroeders Dardenne), Nachttrein naar Lissabon (Pascal Mercier), Schoolpijn (Daniel Pennac)
“De middag begon met Grieks. Het was de rector die les gaf …Hij had het prachtigste Griekse handschrift dat je kon bedenken, hij schilderde praktisch de letters, en vooral de rondingen – zoals in de omega of de theta, of wanneer hij de eta van een lus voorzag – waren pure kalligrafieën. Hij hield van het Grieks. Maar hij houdt er op de verkeerde manier van, dacht Gregorius achter in de klas. De manier waarop hij ervan hield had iets ijdels. Het lag er niet aan dat hij de woorden celebreerde. Als het dat was geweest, had het Gregorius bevallen. Maar als die man virtuoos de meest obscure en moeilijkste werkwoordvormen opschreef, celebreerde hij niet de woorden, maar zichzelf als iemand die ze kende. De woorden werden daardoor ornamenten waarmee hij zichzelf tooide, ze veranderden in iets dat verwant was met zijn gespikkelde vlinderdas, die hij jaar in jaar uit droeg.
Ze vloeiden uit zijn schrijvende hand met de zegelring alsof ze ook zoiets als zegelringen waren, ijdele sieraden dus en even overbodig. En daarmee hielden de Griekse woorden op werkelijk Griekse woorden te zijn. Het was alsof het goudstof uit zijn zegelring hun Griekse aard aantastte, en dat was zichtbaar voor wie de woorden liefhad omwille van henzelf. Literatuur was voor de rector zoiets als een exquis meubelstuk, een heel bijzondere wijn of een elegante smoking.Gregorius had het gevoel dat de rector met zijn verwaandheid de verzen van Aeschylus en Sophocles van hem afpakte. Hij scheen niets van de Griekse theaters te weten. Of nee, hij wist er alles over, was er vaak geweest, kwam er vaak als groepsleider van studiereizen waarvan hij gebruind terugkeerde. Maar de man begréép er niets van – ook al kon Gregorius niet precies zeggen wat hij daarmee bedoelde.” (Nachttrein naar Lissabon, Pascal Mercier).
Wat is pedagogisch? mensen in een ‘beginsituatie plaatsen’ waar ze ervaren dat ze ‘kunnen’ (bekwaam zijn) = levenswekkende ervaring (‘wakker worden’) Is ‘vrije tijd’ (scholè) maken
Vrije tijd moet gemaakt worden Belang van drempels (‘fysisch, symbolisch’) Belang van infrastructuur (‘gaan zitten’) Belang van inhouden (‘uit eigen leefwereld halen’, iets wordt doel op zich, ‘leerstof’) Belang van discipline (‘concentratie mogelijk maken’ ‘mogelijk maken om bij de les te zijn’) Belang van de meester
De meester –Verantwoordelijkheid voor wereld Niet enkel: dit moet je kennen, dit moet je kunnen Vooral ook: dit vinden we belangrijk (leerstof) –Verantwoordelijkheid voor leerlingen Niet enkel: (ver)zorgen, begeleiden Vooral ook: hen een kans geven op de ervaring ‘ik kan’ –Dubbele verantwoordelijkheid: iets ‘op tafel’ leggen –“dit is van belang, en ik zie het als mijn plicht of verantwoordelijkheid jullie dit te geven’ –“‘ik ga en kan jullie niet zeggen hoe het te gebruiken” –Kwetsbaarheid van de leraar Onzekerheid tov wereld en tov jonge generatie Methoden (verantwoording) ontslaan leraar niet van verantwoordelijkheid; opgeroepen te antwoorden
Amateurisme ‘ Methodes zijn er genoeg, er is haast niks anders! Jullie zijn alleen maar bezig met je achter methodes te verschuilen, terwijl jullie diep vanbinnen heel goed weten dat een methode niet genoeg is. Er ontbreekt iets aan.’ ‘Wat ontbreekt er dan aan?’ ‘Dat kan ik niet zeggen.’ ‘Waarom niet?’ ‘Dat is een scheldwoord.’ ‘Erger dan ‘empathie’?’ ‘Veel erger. Een woord dat je absoluut niet in een school kunt uitspreken, op een universiteit, of alles wat daar maar op lijkt.’ ‘Namelijk?’ ‘Nee, ik kan het echt niet…’ ‘Kom op, zeg nou!’ ‘Ik zeg toch dat ik het niet kan! Als je dat woord uitspreekt terwijl je het over onderwijs hebt, dan word je gelyncht.’ ‘…’ ‘Liefde.’
Amateurisme Meester als ‘liefhebber’ –Meesterschap van de leraar Zorg voor vak/leerstof (niet enkel kennis) Respect (leerstof vraagt om specifieke zorg) Overgave (ten dienste stellen) Passie (begeestering) –Vorm van perfectionisme (het moet ‘juist’ zijn) –Les én zichzelf voorbereiden (concentratie, aandacht, aanwezig- zijn) –Liefde voor leerlingen: Zijn/haar leerlingen (niet enkel ‘lerenden’) Interesse opwekken door geïnteresseerd met iets bezig te zijn Schoolse vorm van gezag: leraar brengt leerstof en ook steeds zichzelf in het spel
Besluit Vandaag: -Banalisering van de vrije tijd (tijd van kapitalisatie, mobilisatie, als productieve tijd als leertijd of talentontwikkeling, als ‘groei’) -Banalisering van de meester als amateur of liefhebber (een competente professional) (Politisering, economisering, naturalisering, psychologisering, entertainment)