Internationale migraties en migranten in Vlaanderen
Diversiteit en inburgering Thema 2 Diversiteit en inburgering
Thema 2 1 Personen met migratie-achtergrond 2 Wachtregister van asielzoekers 3 Inburgering We bekijken achtereenvolgens volgende aspecten (zoals aangegeven).
Thema 2 1 Personen met migratie-achtergrond 2 Wachtregister van asielzoekers 3 Inburgering Nemen we vooreerst dus de internationale immigraties en emigraties naar en van Vlaanderen onder loep. *Bijdrage E. Lodewijckx, SVR
3 definities, 3 realiteiten ‘Migranten’ ? 3 definities, 3 realiteiten Vreemdelingen Huidige nationaliteit = niet-Belg Immigranten Geboren in het buitenland Personen van vreemde herkomst (PVH) Nationaliteit bij geboorte = niet-Belg Nationaliteit bij geboorte = Belg èn moeder/vader = niet-Belg Stellingen over migranten worden vaak hard gemaakt met behulp van statistische gegevens. Maar met welke statistische cijfers? Er zijn in Vlaanderen heel veel definities over ‘migranten’ in omloop (al naargelang de invalshoek: herkomst, nationaliteit of plaats van geboorte). Het concept ‘migrant’ kan op verschillende manieren worden gemeten. De cruciale vraag die zich hierbij stelt, is: wie beschouwen we als een migrant? Gaat het enkel om de personen die zelf immigreerden of ook om hun kinderen en kleinkinderen die in België geboren zijn? Of gaat het om de personen met een niet-Belgische nationaliteit of ook om diegenen die de Belgische nationaliteit verkregen of als Belg geboren werden uit ouders van buitenlandse herkomst? In deze bijdrage worden 3 definities van migranten gehanteerd. Elke wijze van definiëren omschrijft een realiteit, maar elk wel een iets andere. Achter de term ‘migranten’ gaan m.a.w. 3 verschillende definities en dus 3 verschillende realiteiten met verschillende kenmerken schuil. De verschillen tussen de 3 groepen migranten hangen samen met het al dan niet hebben van de Belgische nationaliteit en het zelf geïmmigreerd zijn versus het in België geboren zijn. Elke herkomstgroep heeft zijn eigen migratiegeschiedenis en eigen profiel inzake Belgische nationaliteitsverwerving. Vreemdelingen zijn personen met als huidige een niet-Belgische nationaliteit. Immigranten zijn personen die in het buitenland geboren zijn en naar België geïmmigreerd zijn (uitgezonderd de personen die als Belg geboren zijn en waarvan de ouders geboren zijn met de Belgische nationaliteit) Personen van vreemde herkomst wordt ruimer gedefinieerd. Dit zijn personen met als huidige een niet-Belgische nationaliteit (= de vreemdelingen uit de eerste definitie), of die geboren zijn met een niet-Belgische nationaliteit of personen die geboren zijn met een Belgische nationaliteit én waarvan de moeder en/of de vader geboren is met een niet-Belgische nationaliteit . Uit de bijdrage blijkt alvast dat de gehanteerde definitie van een migrant een impact heeft op de omvang én op de samenstelling van de stock migranten naar leeftijd, geslacht en regio van herkomst.
(Totale bevolking VLA = 6.380.000) Omvang Vlaanderen, 2013 Aantal % Vreemdelingen 467.000 7,3 Immigranten 617.000 9,7 Personen vreemde herkomst (PVH) 1.112.000 17,4 (Totale bevolking VLA = 6.380.000) Hoe omvangrijk is de stock migranten? Vreemdelingen: 467.000 personen of 7,3% van alle inwoners van het Vlaamse Gewest. Immigranten: 617.000 personen (686.000 – 69.000) of 9,7% van de bevolking in het Vlaamse Gewest. Personen van vreemde herkomst: in het totaal gaat het over 1.112.000 personen of 17,4% van de bevolking: 617.000 personen van vreemde herkomst zijn in het buitenland en 495.000 zijn in België geboren (bijna de helft of 45% van he is dus in België geboren). Het gaat daarbij zowel om personen met niet-Belgische nationaliteit als om personen die als Belg geboren zijn maar waarvan moeder en/of vader geboren is met een niet-Belgische nationaliteit (deze laatste groep = 279.000).
Omvang Vlaanderen, 2013 Veranderingsfactor t.o.v. ‘vreemdelingen’ Zo telt de groep vreemdelingen in het Vlaamse Gewest niet half zoveel personen als de groep personen van vreemde herkomst: 467.000 versus 1.112.000.
Regio van herkomst Vlaanderen, 2013 Deze figuur toont de samenstelling naar herkomstregio. De figuur toont dat de samenstelling verschilt naargelang de gebruikte definitie. Het BLOKDIAGRAM geeft de % verdeling. De LIJN geeft de aantallen, Wanneer de definitie “vreemdelingen” wordt gebuikt, is ruim een derde (36%) van de vreemdelingen afkomstig uit een West-/Noord-EU land. Dit aandeel zakt tot 27% van de immigranten en tot 27 % van de personen van vreemde herkomst dat afkomstig is uit een West- / Noord-EU land. En waar 8% van de “vreemdelingen” uit de Maghreb afkomstig is en 4% uit Turkije komt, worden deze aandelen omvangrijker in de stock migranten gedefinieerd op de meest ruime manier, namelijk ‘personen van vreemde herkomst’ : 16% uit de Maghreb landen en 11% uit Turkije. In aantallen bekeken kunnen de verschillen zeer uitgesproken zijn. Bijvoorbeeld (niet op de dia): er zijn 20.000 vreemdelingen met Turkse nationaliteit maar er zijn bijna 6 keer zoveel (x5,96) personen van Turkse herkomst. Voor de personen uit een Oost-EU land is de veranderingsfactor x1,36 en zijn er dus minder dan 2 maal zoveel personen met een Oost-EU herkomst dan personen met een Oost-EU nationaliteit. De verschillen zijn te verklaren door het feit dat personen van Turkse herkomst veel vaker dan personen van Oost-EU herkomst de Belgische nationaliteit bezitten. Dit hangt ook samen met het feit dat personen van Turkse herkomst veel vaker in België geboren zijn dan personen van Oost-EU herkomst. De dia toont ook dat ook de diversiteit binnen de diversiteit groot is. Het gaat niet langer over de migratie vanuit de typische en gekende herkomstlanden Italië, Turkije en Marokko en Spanje, maar over een instroom van over heel de wereld: Personen uit West-/Noord-EU die in het Vlaamse Gewest wonen, komen vooral uit Nederland. Personen uit de Zuid-EU-regio komen voornamelijk uit Italië. Bij de personen uit de Oost-EU regio gaat het vooral om Polen, gevolgd door Roemenen en Bulgaren. Personen uit Europa niet-EU zijn vooral afkomstig uit het voormalige Joegoslavië en uit de ex-USSR. ‘Afkomstig uit de Maghreb’ is bijna synoniem voor ‘afkomstig uit Marokko’. De regio ‘rest van de wereld’ omvat zeer veel herkomstlanden waaronder de belangrijkste zijn: Congo DR, India, China, Irak en de Filippijnen.
Leeftijdsverdeling Vlaanderen, 2013, % De figuur geeft de relatieve verdeling naar grote leeftijdsgroepen. We zien grote verschillen tussen de verschillende groepen naargelang de definitie. Zo is 32% van alle personen van vreemde herkomst jonger dan 18 jaar, versus 11% van de immigranten en versus 20% van alle vreemdelingen. In absolute cijfers betekent dit 361.000 jonge personen van vreemde herkomst, 70.000 jonge immigranten en 93.000 jonge vreemdelingen. De groep immigranten geeft wel een beeld van een oudere bevolking (verhoudingsgewijs meer 60-plussers), vooral in vergelijking met de groep personen van vreemde herkomst. De groep immigranten omvat wel relatief weinig jonge kinderen, vooral in vergelijking met de groep personen van vreemde herkomst. De groep vreemdelingen neemt een middenpositie in binnen de 3 groepen migranten. Maar duidelijk is dat alle groepen migranten een jongere bevolking hebben vergeleken met de Belgen. Belgen behoren in vergelijking met de 3 groepen migranten vaker tot de hogere leeftijdscategorieën. De Belgen hebben het hoogste aandeel in de leeftijdsgroep 65+. Het aandeel 65+ is in alle drie de groepen migranten, ongeacht de definitie, veel lager: 9% van de immigranten, 9% van de vreemdelingen en 5% van de personen van vreemde herkomst is minstens 65 jaar, hetgeen neerkomt op 40.000 vreemdelingen, 55.000 immigranten en 60.000 personen van vreemde herkomst van die leeftijd. In het boek wordt dieper ingegaan op de verschillen in leeftijdsopbouw voor de verschillende herkomstregio’s. en ook op de verschillende geslachtsratio’s in de verschillende herkomstgroepen.
Nationaliteitsverwerving (personen van vreemde herkomst) De kinderen van personen die de Belgische nationaliteit hebben verworven beschikken van bij hun geboorte automatisch over de Belgische nationaliteit. Ook een kind van ouders met een vreemde nationaliteit dat in België geboren wordt, kan sedert 1992 onder bepaalde voorwaarden automatisch of na een nationaliteitsverklaring de Belgische nationaliteit verwerven. Figuur 6 vergelijkt per herkomstgroep en gecontroleerd voor leeftijd, het bezitten van de Belgische nationaliteit. Hier tonen we ook even Vlaanderen tegenover de andere gewesten. Wat onmiddellijk in het oog springt zijn de hogere aandelen ‘als Belg geboren’ in de jongste leeftijdsgroep. Maar er zijn ook verschillen tussen de gewesten. Het Waals Gewest kent het hoogste aandeel personen met Belgische nationaliteit jonger dan 60 jaar. In het Waals Gewest worden bij de min 18 jarigen relatief meer jongeren geboren als Belg dan in Vlaanderen en Brussel: het gaat om drie kwart van alle jongeren van VH dat als Belg geboren wordt. Brussel kent het grootste aandeel niet-Belgen (1 op 3 van alle personen van vreemde herkomst). Het hogere aandeel niet-Belgen valt wellicht gedeeltelijk te verklaren door de grote aanwezigheid van internationale instellingen in Brussel.
Woonplaats (personen van vreemde herkomst) De dia toont de spreiding van de migranten over de Vlaamse gemeenten. Het gaat hier om personen van vreemde herkomst, maar de spreiding van andere groepen is gelijklopend. De kleurcode van kaart 1 geeft het procentuele aandeel personen van vreemde herkomst ten opzichte van de totale bevolking van een gemeente. Geeltinten betekenen dat minder dan één vijfde van de bevolking een vreemde herkomst heeft, roodtinten betekenen een aandeel van minimum 20%. De kleurintensiteit varieert met de grootte van het aandeel. De omvang van de cirkels geeft een idee van het absolute aantal personen van vreemde herkomst in elke gemeente. In zowat 6 op 10 Vlaamse gemeenten heeft minder dan 1 op de 10 inwoners een vreemde herkomst. Concentratiegebieden in het Vlaamse Gewest - hier gedefinieerd als gemeenten waarvan minstens een kwart (de donkerrode tinten) van de inwoners een vreemde herkomst heeft – zijn de grensgemeenten met Nederland in de provincies Antwerpen en Limburg, het randgebied van Brussel, de grootsteden Antwerpen en Gent, de centrumsteden Genk, Mechelen en Leuven, enkele gemeenten uit Midden-Limburg, Boom en Ronse. Elke Vlaamse regio of centrumstad kent daarbij zijn eigen specifieke samenstelling naar herkomstregio. Zo heeft ongeveer een derde van de personen van vreemde herkomst in Genk en in Gent een Turkse herkomst. In Mechelen, evenals in de kleinere steden Ronse en Boom is de Maghreb uitgesproken de dominantste regio van herkomst. In Antwerpen is dat in mindere mate ook het geval.
Thema 2 1 Personen met migratie-achtergrond 2 Wachtregister van asielzoekers 3 Inburgering *Bijdrage E. Pelfrene & E. Lodewijckx, SVR
Wachtregister van asielzoekers 2013 Rijksregister (N) ADS (%) Vlaams Gewest 22 400 22 900 37% Brussels Gewest 8 800 8 900 14% Waals Gewest 18 900 19 200 31% Fictieve NIS-code - 11 100 18% België 50 100 62 100 100% We kennen cijfers uit zowel het Rijksregister als uit de statistieken van ADS (Algemene Directie Statisitiek). Wanneer de asielzoeker geen adres kan opgeven in een Belgische gemeente dan wordt de asielzoeker ingeschreven onder een fictief adres dat in de praktijk samenvalt met de vestigingsplaats van de Dienst Vreemdelingenzaken in Brussel. Zij krijgen een fictieve code. De cijfers tonen dat de groep met fictieve code niet wordt meegeteld in het Rijksregister-bestand. Het Rijksregister telt ongeveer 50.000 ingeschreven asielzoekers aan het begin van 2013. Voor ADS zijn dat er 62.000, of afgerond 12.000 inschrijvingen meer, hetgeen nagenoeg samenvalt met het aantal ingeschreven asielzoekers onder de fictieve woonplaatscode. Volgens ADS herbergen het Vlaamse en het Waalse Gewest elk circa één derde van het totaal, terwijl de rest is verdeeld over het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en de fictieve woonplaatscode. Al bij al gaat het in totaal om een klein aandeel in verhouding tot de totale bevolking van minder dan een halve procent (een iets hoger aandeel in het Brussels Gewest dan in de andere Gewesten (variërend tussen 0.76 en 1.7% wanneer ook de fictieve code wordt meegeteld). Vooral grote agglomeraties als Antwerpen of Luik zijn trekpleisters van asielzoekers, en daarnaast de kleinere gemeenten met een erkend opvangcentrum (bijvoorbeeld Arendonk, Kapellen en Ranst in Vlaanderen). In een stad als Antwerpen gaat het om een aandeel van bijna 1% van de totale bevolking. In Antwerpen bijvoorbeeld gaat het om meer dan 4000 personen; in Luik en in de stad Brussel meer dan 2000.
Wachtregister van asielzoekers Verdeling naar leeftijd en geslacht België, 2013 Mannen Vrouwen (ADS-cijfers) Deze leeftijdspiramide geeft links van de centrale verticale as de leeftijdsverdeling voor mannen in 5-jaarlijkse groepen, rechts voor vrouwen. Op de horizontale as staan eenheden per 10.000. De blauwe lijn geeft de verdeling van de populatie asielzoekers, versus de totale bevolking (zwarte lijn). De verdeling naar geslacht en leeftijd toont duidelijk dat mannen in de meerderheid zijn. De man/vrouw ratio voor de ingeschreven asielzoekers in België anno 2013 is 1.80, wat aangeeft dat tegenover 100 vrouwen er telkens 180 mannen staan. Daarnaast oogt de populatie van asielzoekers jonger dan de wettelijke bevolking. Asielzoekers zijn meer dan evenredig vertegenwoordigd in de leeftijden tussen 15 en 50 jaar, met een piek onder de jongvolwassen tussen 25 en 30 jaar. Bij mannen is dat veel meer uitgesproken het geval dan bij vrouwen. Merk tevens op dat er ook relatief veel jonge kinderen tussen 0 en 4 jaar zijn onder de ingeschreven asielzoekers. Op 1 januari 2013 worden in totaal meer dan 1000 (1.035) boorlingen geteld in het wachtregister. Boorlingen zijn dus geen onbelangrijke groep onder asielzoekers.
Wachtregister van asielzoekers Verdeling naar herkomstregio, in % België, 2013 Wanneer we de ADS-cijfers naar herkomstregio bekijken, zien we dat de grootste groep asielzoekers staatsburgers van Aziatische landen zijn, waaronder ook Syrië, en Afrika. Maar opvallend ook van landen in Europa van buiten de EU en zelfs, maar in veel mindere mate, van binnen de EU (meer bepaald Oost-EU) ook uit Turkije zijn er nog asielzoekers. Niet verwonderlijk uit die landen waar oorlog woedt of waar minderheden verdrukt worden.
Moeilijke statistische monitoring Wachtregister ≠ Statistiek van lopende asielprocedures ! Groeiend probleem van fantoominschrijvingen JANUARI 2013 WACHTREGISTER EUROSTAT 62.000 / 50.000 26.000 Als we uitgaan van de statistiek over ‘Persons subject of asylum applications pending at the end of the month by citizenship, age and sex. Monthly data (rounded)’ zoals Eurostat die op haar website publiceert, dan komen we voor België eind januari 2013 uit op een stand van 25.855 asielzoekers met een dossier in behandeling. Meteen vormt dit een aanduiding van een opvallende kloof tussen de statistiek over asielzoekers waarvan de asielprocedure lopende is (bijna 26.000 begin 2013) enerzijds, en de statistiek van ingeschreven asielzoekers in het wachtregister (62.000 respectievelijk 50.000 naargelang de bron) anderzijds. Logischerwijs betreft de restgroep de ingeschreven asielzoekers waarvoor de asielprocedure niet meer lopende is. Men kan veronderstellen dat een deel daarvan alsnog in het land verblijft – hetzij (vooralsnog) legaal of illegaal -, en een ander deel het land heeft verlaten. Van de groep met fictieve code is het niet zeker of zij allen nog wel in het land verblijven: het kan gaan om fantoominschrijvingen. De DVZ (Dienst Vreemdelingenzaken) is namelijk niet zelfstandig bevoegd tot uitschrijving van personen uit het wachtregister, ook niet als al geruime tijd niets meer van de asielzoeker werd vernomen. Ook de gemeenten zijn aan zeer strikte administratieve regels inzake uitschrijvingen onderworpen. In de praktijk leidt dit tot een aanwassende lijst van asielzoekers die jarenlang onder de fictieve woonplaatscode ingeschreven kunnen blijven, hoewel op redelijke gronden kan verondersteld worden dat ze in feite niet meer in het land vertoeven. Dit wijst op een groeiend probleem van fantoominschrijvingen. In feite blijven we dus in het ongewisse over het precieze aantal asielzoekers in het land.
Evolutie aantal asielaanvragen Bronnen: DVZ, CGVS Dalende trend in België Stijgende trend in veel andere Europese landen 2011 25.500 2012 21.500 2013 15.800 Volgens ADS is het aantal ingeschreven asielzoekers in het wachtregister de laatste jaren toegenomen (van ongeveer 50.000 aan het begin van 2011 naar 62.000 aan het begin van 2013). Maar een meer valide indicator voor het opvolgen van evoluties is de statistiek van de asielaanvragen waarover DVZ en CGVS rapporteren. Hier wordt net een daling van het aantal (eerste en meervoudige/herhaalde) asielaanvragen in recente jaren vastgesteld: afgerond van 25.500 nieuwe inschrijvingen in 2011 over 21.500 in 2012 naar 15.800 voor 2013 (CGVS,2014; DVZ, 2014). Verklaringen zijn: een kortere behandelingstermijn, toepassing van het principe Last in First out, wetswijzigingen, wegwerken van achterstand, ontradingscampagnes, betere samenwerking tussen diverse instanties.
Thema 2 1 Personen met migratie-achtergrond 2 Wachtregister van asielzoekers 3 Inburgering *Bijdrage G. Doyen, afd. Stedenbeleid, Inburgering en Integratie
Inburgering in Vlaanderen Mijlpalen 1998 Eerste decretaal kader 2004 Inburgeringsdecreet Eerste functioneel bevoegde minister 2009 Integratiedecreet tweesporenbeleid ‘Actief en gedeeld burgerschap’ 2013 Decreet Vlaams Integratie- en Inburgeringsbeleid Koppeling kerntaken integratie en inburgering Inburgeringsbeleid is nog vrij jong in Vlaanderen. 1998 Eerste decretaal kader integratiebeleid 2004 Inburgeringsdecreet 8 onthaalbureaus erkend eerste functioneel bevoegde minister van inburgering 2009 Vlaams Integratiedecreet: tweesporenbeleid Decreet betreffende Vlaams Integratie- en inburgeringsbeleid Onlosmakelijke koppeling integratie en inburgering
Inburgering in Vlaanderen Doelgroep inwijkelingen met zicht op langdurig of definitief verblijf in België wonend in het Vlaamse of Brusselse Hoofdstedelijk Gewest niet alleen nieuwkomers aandeel vrijwillige inburgering neemt toe Het inburgeringsbeleid richt zich op inwijkelingen die zicht hebben op een langdurig of definitief verblijf in België en die in het Vlaamse of Brusselse Hoofdstedelijke Gewest wonen. Het gaat om 1) meerderjarige vreemdelingen (personen met niet Belgische nationaliteit) die ingeschreven zijn in het Vlaamse of Brusselse Gewest of om 2) Belgen geboren in het buitenland met minstens één ouder geboren in het buitenland en ingeschreven in het rijksregister in een gemeente in het Vlaamse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Maar, zoals uit de definitie blijkt, zijn niet enkel nieuwkomers doelgroep van inburgering. Ook vreemdelingen die hier al langer verblijven en baat hebben bij een inburgeringstraject, kunnen dit volgen. In het Vlaamse Gewest zijn sommige groepen verplicht om een inburgeringstraject te volgen. Maar het aandeel vrijwillige inburgering neemt jaarlijks toe. De inburgeringsplicht geldt niet voor inburgeraars in het BHG. De cijfers over internationale migratie naar het Vlaamse Gewest en de instroomcijfers van nieuwkomers in het Vlaamse Gewest komen niet overeen. Enerzijds is de doelgroep van inburgering beperkter omdat het gaat om personen met zicht op een permanent verblijf in België. Anderzijds maken asielzoekers geen deel uit van de officiële Belgische bevolkings-en migratiecijfers. Maar asielzoekers worden 4 maanden na hun asielaanvraag wel bij de instroomcijfers van nieuwkomers gerekend. Iedereen die tot de doelgroep van inburgering behoort, heeft recht op een inburgeringstraject. Het aanbod bestaat uit een vormingsprogramma en een individuele trajectbegeleiding.
Inburgering in Vlaanderen: cijfers Instroom meerderjarige nieuwkomers naar EU+/niet-EU+ 2009-2012 Het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) vraagt maandelijks bij het Rijksregister een lijst op van nieuwkomers in het Vlaamse Gewest. De onthaalbureaus schrijven sinds 2009 deze nieuwkomers van hun regio aan met de vraag zich bij hen aan te melden. De instroom van meerderjarige nieuwkomers in Vlaanderen bleef een aantal jaren schommelen rond de 30.000 op jaarbasis. In 2010 en 2011 piekte de instroom tot ongeveer 41.000 om in 2012 terug te dalen naar 36.822. Terwijl er een algemene daling van de instroom is tussen 2011 en 2012 van 10%, is de daling van niet-EU+ (vooral gezinsherenigers) in diezelfde periode 20%.
Inburgering in Vlaanderen: cijfers Instroom naar nationaliteit en geslacht (2012) Nederland voert in 2012 de top 10 van grootste instroomnationaliteiten aan met 14% van alle meerderjarige nieuwkomers in Vlaanderen in 2012. Daarna volgen personen met de Poolse (12%), Roemeense (8%) en Bulgaarse (5%) nationaliteit. Marokko vult de top 5 aan (4%).
Inburgering in Vlaanderen: cijfers Instroom naar verblijfsstatus en geslacht (2012) A=ARBEIDSMIGRANT B=EU+ MET REDEN NOG ONBEKEND C=GEZINSHERENIGER D=ASIELZOEKER Voor de nieuwkomers in Vlaanderen van wie de reden van migratie gekend is, is de meest voorkomende verblijfsstatus ‘arbeidsmigrant’. Dit is vaker voor mannen dan voor vrouwen de migratiereden. Een tweede grote groep zijn de gezinsherenigers. Er zijn dubbel zoveel vrouwen als mannen gezinshereniger. Een derde groep zijn de asielzoekers. Bij de asielzoekers zijn er veel meer mannen dan vrouwen.
Inburgering in Vlaanderen: cijfers Aantal inburgeraars dat attest behaald heeft 2007-2012 Als de inburgeraar van elk onderdeel van zijn/haar vormingsprogramma minstens 80% van de lessen volgt, krijgt hij/zij een attest van inburgering. In de periode 2005-2012 hebben in totaal 63.393 personen een inburgeringsattest behaald. Het aantal behaalde inburgeringsattesten steeg van 4.763 in 2007 tot 12.925 in 2011. De grote instroom van nieuwkomers in 2010 en 2011 leidde tot een groot aantal attesten in 2011 en 2012. Wel blijft het zo dat verplichte inburgeraars minder afhaken: bekijken we de personen met een contract die hun traject beëindigden in 2013, dan heeft 79% van de rechthebbenden een attest behaald, tegenover 92% van de verplichte inburgeraars. Globaal geeft dit een ‘slaagkans’ van 80%.
Inburgering in Vlaanderen: cijfers Slaagkans (trajecten beëindigd in 2013) Wel blijft het zo dat verplichte inburgeraars minder afhaken: bekijken we de personen met een contract die hun traject beëindigden in 2013, dan heeft 79% van de rechthebbenden een attest behaald, tegenover 92% van de verplichte inburgeraars. Globaal geeft dit een ‘slaagkans’ van 80%.
Bedankt voor uw aandacht