De jeugd in beweging
RIVM/ Centrum Jeugdgezondheid Taken: Uniformering en professionalisering van de inhoud en uitvoering van het Basistakenpakket JGZ 0 – 19 jaar Regie over de richtlijnen JGZ Onderzoek: wetenschappelijke onderbouwing BTP Toegankelijk maken van kennis Beoordelen van interventies Advisering Beheer BasisDataSet voor het Digitaal Dossier JGZ en het beheer van de Informatiebank JGZ
Gezondheid Nederlander groeit nog steeds Levensverwachting stijgt, maar blijft in de Europese middenmoot Grootste ziektelast door psychische aandoeningen en hart- en vaatziekten Ongezondheid is erfenis uit het verleden
Lichamelijke activiteit- gezondheid Uit epidemiologisch onderzoek blijkt: Lichamelijk actief zijn leidt tot: lagere kans op vroegtijdig overlijden lagere kans op vroegtijdig krijgen van hart-en vaatziekten, diabetes mellitus, osteoporose en colonkanker aanwijzingen verband met beroerte (ouderen) en borstkanker gunstiger beloop van HVZ, DM, en astma/COPD, depressie, RA, osteoporose en beroerte pos effect op lichaamsgewicht, %vet, cholesterolgehalte nadeel: (soms) blessures
Meeste jongeren zijn gezond, maar het gedrag is vaak ongezond Jeugd investeert momenteel in toekomstige ongezondheid (te veel alcohol, teveel en ‘ongezonde’ voeding, roken/cannabisgebruik, te weinig beweging) Bevorderen gezond gedrag bij de jeugd leidt tot toekomstige gezonde volwassenen. Er zijn risicogroepen die extra aandacht verdienen. Clustering van ongezond gedrag
Lager schoolniveau - meer ongezond gedrag Bron: HBSC 2005
Overgewicht neemt sterk toe 55% van de mannen en 45% van de vrouwen heeft overgewicht (20-70 jaar) Bron: van den Hurk et al, 2008
Belang van bewegen voor de jeugd Jong geleerd, oud gedaan Positief effect op cognitieve, affectieve en sociale ontwikkeling Via verhoogde concentratie betere schoolprestaties Sociale vaardigheden, organiseren, leiderschap ed Leren omgaan met winst en verlies en met normen en regels
Normen voor Bewegen Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) Fitnorm Jongeren (4-18 jaar): dagelijks (zomer en winter) één uur tenminste matig intensieve lichamelijke activiteit (5-8 MET), waarbij minimaal twee keer per week kracht-, lenigheid- en coördinatieoefeningen voor het verbeteren of handhaven van de lichamelijke fitheid. Fitnorm Minstens drie keer per week minimaal 20 minuten zwaar intensieve lichamelijke activiteit (zomer en winter). Combinorm Voldoet aan de NNGB en/of Fitnorm.
Hoeveel bewegen Nederlandse jongeren in de leeftijd van 4-17 jaar? Percentage inactieve Nederlandse jongeren en percentage dat aan de beweegnormen voor jongeren voldoet (2006-2008) Jaar Inactief NNGB Fitnorm Combinorm 2006 13,5 26,9 27,4 46,9 2007 13,1 19,2 29,4 43,3 2008 16,6 25,8 35,5 47,3 Inactief: voldoende actief (minimaal 60 minuten) op 0-2 dagen in zomer en winter. BRON: Bewegen in Nederland 2000-2008
Bewegen van Nederlandse jongeren naar achtergrondkenmerken inactief NNGB Fitnorm Combinorm Geslacht Man 12,0 24,3 35,3 49,7 Vrouw 16,4 24,2 26,8 43,1 Leeftijd 4-11 jaar 10,4 30,6 33,7 52,6 12-17 jaar 17,0 19,0 29,6 43,1 Sport Wel sporter 13,7 24,2 35,8 50,3 Niet sporter 25,2 21,6 9,3 27,6 Herkomst Nederland 12,1 24,7 32,1 47,8 Elders 24,2 17,2 20,4 27,7
Soort lichaamsbeweging jongeren
Sedentaire leefstijl
Beleidsdoel voor 2012: MINSTENS 50% VAN DE NEDERLANDSE JONGEREN VOLDOET AAN DE BEWEEGNORM
Wat gebeurt er aan beweegstimulering? Bewegingsonderwijs NASB regeling gemeenten Beleidskader Sport, Bewegen en Onderwijs Buurt, Onderwijs en Sport impuls Impuls Brede scholen, sport en cultuur Meer buiten spelen
Wat doet de Jeugdgezondheidszorg? (1) Preventieve zorg voor alle kinderen in Nederland! Volgen van lichamelijke, psychische, sociale en cognitieve ontwikkeling Informeren van ouders over gezonde ontwikkeling Vroegtijdig signaleren van mogelijke gezondheidsproblemen (oa motoriek, overgewicht)
Wat doet de Jeugdgezondheidszorg? (2) Wanneer? 0-4 jaar: 15 contactmomenten 5-12 jaar: 2 contactmomenten (groep 2 en 7) >12 jaar: 1 contactmoment (2e klas v.o.) advies RIVM/CJg: extra contactmoment 15/16 jaar
Wat doet de jeugdgezondheidszorg? (3) Wat aan beweegstimulering? 4 en 8 weken, 4 maanden: belang van buikligging terugkerende anamnese: lichaamsbeweging, sport en spel voorkomen van overgewicht: oa op basis van het Overbruggingsplan Overgewicht vroegtijdig signaleren van stoornissen in ontwikkeling en fijne en grove motoriek: Van Wiechenonderzoek en Baecke-Fassaert motoriektest
Wat kan de JGZ meer doen op het gebied van beweegstimulering?
Standpunt Beweegstimulering door de JGZ Werkgroep: jeugdartsen, jeugdverpleegkundige Actiz GGD Nederland Gehandicaptensport Nederland Vereniging Sportgeneeskunde Nederlands Instituut voor Sport en Beweging(NISB) Vereniging Sport en Gemeenten Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding TNO/Kwaliteit van leven EMGO instituut Vrije Universiteit NOC/NSF
Activiteiten voor het individuele kind Monitoren: bewegen goed uitvragen Signaleren: beweegt een kind voldoende? Registreren: in digitaal dossier JGZ Motiveren van kind en ouders: - individueel - collectief Follow-up/doorverwijzing: gericht en passend beweegadvies Samenwerken met ketenpartners in beweging
Beleidsadvisering door de JGZ Naar gemeenten: lokaal gezondheidsbeleid lokaal sportbeleid meerdere beleidssectoren Naar lokale sportaanbieders bijv. sportraad Naar scholen: schoolgezondheidsbeleid
Randvoorwaarden Specifieke na- en bijscholing JGZ professionals Betere profilering JGZ-professionals als deskundige: groei/ontwikkeling in relatie tot bewegen Samenwerking: lokaal en bijv. binnen GGD Beschikbaarheid actuele beweegkaart Tijd!
Wat is er nog nodig? Valideren van vragenlijsten Criteria voor onvoldoende bewegen Praktische en valide test voor motorische ontwikkeling Effectieve interventies voor onvoldoende of niet goed bewegende kinderen
Wat hebben jullie nog nodig? Om de jeugd meer in beweging te brengen…