Hoofdstuk 3 Inleiding Recht Bladzijde 63-68
Omschrijving en doel Recht is: het geheel aan overheidsregels dat op een bepaald moment in de samenleving geldt. Doel van recht: de samenleving te ordenen en een oplossing geven voor conflicten. Verschil rechtsregels en andere regels: Rechtsregels zijn gemaakt door de overheid Rechtsregels hebben een algemene werking (ze binden alle burgers) Overtreding van een rechtsregel kan aan de rechter worden voorgelegd
Opdracht 1: Schrijf 10 regels op waar je regelmatig mee te maken hebt. Opdracht 2: Noteer achter deze regels of het hier gaat om geschreven regels of ongeschreven regels en geef aan wie de regels heeft gemaakt. Opdracht 3: Geef aan wat er gebeurd als je de regel overtreedt.
Rechtsbronnen (hfdst 3.4) Rechtsbronnen zijn: vindplaatsen van het recht. Er zijn 4 rechtsbronnen: Wet – o.a. terug te vinden in wetboeken, zoals wb Sr, wb Sv, Burgerlijk wetboek, WWM Jurisprudentie – de verzameling van rechterlijke uitspraken (met uitleg) Internationaal verdrag – als ons land zich bij een internationaal verdrag aansluit (samenwerking met andere landen), dan gaan de regels uit dit verdrag ook voor ons land gelden. Gewoonte- bijv. het sluiten van een koop op de veemarkt door elkaar 3 maal in de handen te slaan.
Rechtsgebieden (hfdst 3.5) Om een beetje orde aan te brengen in de verschillende rechtsregels , is het recht opgedeeld in 5 rechtsgebieden: Burgerlijk recht – regelt de juridische relaties tussen burgers onderling Staatsrecht – beschrijft de organisatie van de overheid Bestuursrecht – geeft regels voor de bestuurstaak van de overheid Strafrecht – bevat verboden waarop bij niet-naleving straf staat Internationaal recht – regelt de rechtsverhouding tussen staten
Opdracht: Opdracht 4: Geef bij ieder van de 5 rechtsgebieden een eigen voorbeeld waarbij duidelijk wordt wat het rechtsgebied inhoudt.
Overzicht recht Geschreven recht Ongeschreven recht (gewoonterecht) Privaatrecht Publiekrecht Burgers Overheid en Onderling burgers en overheid onderling Materieel recht Formeel recht Rechten en Bevoegdheden plichten en procedures
Opdrachten voor opdrachtenuren Werkwijze opdrachtenuren: Zoek eerst zelfstandig de antwoorden op de vragen/opdrachten op. Ga daarna in een groepje van 3 studenten zitten en bespreek de antwoorden die jullie hebben gevonden. Indien er verschillen zijn, leg dan aan elkaar uit hoe je tot dit antwoord bent gekomen. Noteer de leervragen die je nog hebt en vul het formulier m.b.t. samenwerking in. Zorg dat je al deze spullen de volgende theorieles HTV bij je hebt. (spullen niet bij je, betekent een extra opdracht)
Opdrachten les inleiding recht Opdracht 1: Omschrijf in je eigen woorden wat recht is. Opdracht 2: Beschrijf in je eigen woorden wat het doel is van recht. Opdracht 3: Geef 2 eigen voorbeelden waaruit blijkt wat privaatrecht is. Opdracht 4: Geef 2 eigen voorbeelden waaruit blijkt wat publiekrecht is. Opdracht 5: Geef 2 eigen voorbeelden waaruit blijkt wat materieel recht is. Opdracht 6: Geef 2 eigen voorbeelden waaruit blijkt wat formeel recht is.