Europa. Vijf hoofdstukken Negen lessen Laatste les: herhalen Veel zelfwerkzaamheid dus Huiswerk maken ( ik noteer dat)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H3 Wat doe je met je geld Onderscheid tussen verschillende soorten uitgaven, om een goede begroting te kunnen maken Verschillende vormen van sparen en.
Advertisements

Hoofdstuk 5: Arbeidsmarkt in de EU
Vandaag.
VWO 4: Markten-1 Hoofdstuk 4: De Werkloosheid
Marketing 1.2 de consument 19 november 2012.
Inkomen les 17 Begrippen & 81 t/ 84
Margin Call - Introductie Floris Heukelom
Omzet.
DE EUROPESE UNIE HOOFDSTUK 2A GROEP 7.
Hoofdstuk 1 Het begin van Europese samenwerking.
Overheid beleid.
Toepassingen 5L week 1: ‘Een nieuwe start’
Inkomen les t/m Begrippen Duurzame ontwikkeling In behoeften van mensen voorzien op een manier, die ook goed is voor toekomstige generaties.
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
Inkomen les 10 Zelftest Inzichtvragen
Economische Crisis Hoofdstuk 1, paragraaf 3.
Internationale handel
BZ voor de Klas 3 juni 2010.
Inflatie oftewel stijging van het algemeen prijspeil
Hoofdstuk 1 van EGKS tot EU.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les t/m 75 plus Zelftest Kennisvragen.
Inkomen les 18 Begrippen & 85 t/m Begrippen Collectieve regelingen Regelingen die gelden voor alle mensen van een bepaalde groep.
Inkomen les 19 Begrippen & 92 t/m 99
Inkomen les 8 37 t/m 46.
Inkomen les 7 27 t/m 37.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Inkomen les 19a Begrippen & 95 t/m Begrippen AKW Algemene Kinderbijslagwet: wet die regelt dat mensen met kinderen tot 18 jaar een uitkering krijgen.
Inkomen 21 Begrippen H6. 2 Begrippen Directe belastingen Belastingen die rechtstreeks aan de overheid moeten worden betaald.
A5 Management & Organisatie
Europese eenwording.
Europese Samenwerking
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Paragraaf 1 Kennen: De verschillen tussen de formele en informele sector Verschillen tussen een individuele en een collectieve arbeidsovereenkomst Welke.
Blz Prioriteiten stellen betekent dat je de belangrijkste dingen eerst koopt/ betaalt. Huishoudelijke uitgaven zijn producten die je vaak koopt,
Lesplanning – paragraaf 7 blz. 38 Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent Zelfstandig werken, met radio?? Afsluiting van de les. Lokaal verlaten.
Goede tijden, slechte tijden
Structuur Hoofdstuk 4.
Economische kringloop
Begrippen kennen Collectieve sector = publieke sector
Europese Samenwerking
Historisch overzicht paragraaf 6.2
Conjunctuur.
1 Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV)
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
Algemene Ondernemersvaardigheden
Vandaag.
1 Michiel Verbeek November 2014 Waarom gaat de economie niet een beetje beter?
H.4 Inkomensverdeling Nederland is een van de landen ter wereld met een tamelijk gelijke inkomensverdeling Het gemiddelde inkomen kwam in 2012 uit op
Budget Challenge Workshop 2015
De Europese Unie: 500 miljoen mensen – 28 landen
7.3 Wat geeft de overheid uit?
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Economische Crisis Hoofdstuk 1, paragraaf 3.
Duid het juiste land aan
Rollenspel EU besluitvorming
AARDRIJKSKUNDE Hoofdstuk 2 – les 2. DOELEN HOOFDSTUK 2 - Je leert wat het centrum van Europa is; - Je leert dat je in Europa verschillende centra hebt.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Blok 3 Nooit meer oorlog Deelvraag:
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Economische groei Hfst 20 Hfst 26.
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
H3-7 De overheidsfinanciën
Nederland en de rest van de wereld
Nederland en de rest van de wereld
Transcript van de presentatie:

Europa

Vijf hoofdstukken Negen lessen Laatste les: herhalen Veel zelfwerkzaamheid dus Huiswerk maken ( ik noteer dat)

Hoofdstuk 1 Korte inleiding (quiz)

Vraag 1 Hoeveel landen telt de Europese Unie?

Antwoord 28

Vraag 2 Hoeveel landen gebruiken de Euro?

Antwoord 18

Vraag 3 Welke van de onderstaande landen is geen lid van Europese Unie Finland Estland Letland Kroatie Ijsland Slovenie Roemenie

Antwoord Ijsland

Vraag 4 Welke van de onderstaande landen maakt geen gebruik van de Euro Slowakije Estland Kroatie Polen Frankrijk Groot Britannie Griekenland

antwoord Groot Britannie Kroatie Polen

Vraag 5 Noem het land dat als laatste lid is geworden van de Europese Unie

Antwoord Kroatie

Vraag 6 In welke stad ligt het Europese Parlement?

Antwoord Brussel

Vraag 7 Hoe noemen we de regering van Europa, dwz de club mensen die het dagelijks beleid uitvoert

Antwoord Europese commissie

Vraag 8 Wie nemen de belangrijkste beslissingen in Europa?

Antwoord Europese Raad (vergadering van regeringsleiders, Rutte voor Nederland) Voorzitter wordt de Pool Donald Tusk

Vraag 9 Noem twee landen die met de EU onderhandelen om lid te worden.

Antwoord Ijsland Servie

Vraag 10 Welk land binnen de EU heeft het hoogste bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking?

antwoord Luxemburg

Vraag 11 De Europese Unie is opgericht in Noem de zes landen die toen begonnen zijn met de Europese unie

Antwoord Nederland Belgie Luxemburg Duitsland Frankrijk Italie

Vraag 12 Noem een land dat geen lid is van de Europese Unie en toch de euro gebruikt

Antwoord Kosovo en Montenegro

Europese Unie Filmpje: schooltv: Europese Unie, toetreden

Hoofdstuk 1 Belangrijke onderwerpen Concurrentiepositie Internationale arbeidsverdeling Arbeidsproductiviteit Loonkosten per product Protectionisme

Belangrijk Waarom produceren landen bepaalde producten/diensten en waarom produceren landen bepaalde producten en diensten juist niet – Natuurlijke omstandigheden – Loonkosten per product – Infrastructuur (havens, luchthavens) – Stabiliteit

Loonkosten per product Bedrijf A in Griekenland maakt kaas Een werknemer kost per uur € 25 In dat uur kan hij 50 kazen maken – Wat zijn de loonkosten per kaas? De loonkosten stijgen met 5% en de arbeidproductiviteit met 2% – Wat zijn de loonkosten per kaas

Uitwerking Loonkosten per kaas: 25:50 = € 0,50 Loonkosten per kaas: 26,25:51 = € 0,51 Conclusie: als de loonkosten harder stijgen dan de apt worden de loonkosten per product hoger en neemt de concurrentiepositie af. Loonkosten stijgen met (0,51 – 0,50)/50 X 100% = 2,94%

Uitwerking Met indexcijfers 105/102 x 100 = 102,94 = 2,94% stijging

Opdracht 1.9 a /60 = 400 b x 1.04 = en 400 x 1.09 = 436 wordt /436 = 57,25. (57,25 -60)/60 x 100% = 4,59% met indexcijfers: 104/109 x 100 = 95,41 = 4,59% gedaald c.Verbeterd

Hoofdstuk 2: samenwerken Film: schooltv: Europese unie: toetreden tot de eu Waarom werken we samen? Omdat we problemen niet alleen kunnen oplossen (milieu, criminaliteit, asielzoekers, vrije handel) EU werkt samen op gebied van Milieu, Energie, Innovatie, regionale ontwikkeling, Landbouw

Milieubeleid kost Nederland 5 en levert Nederland 4 op en Belgie 3 Milieubeleid kost Belgie 5 en levert Belgie 4 op en Nederland 3

samenwerken Nederland BelgieWel milieubeleidGeen milieubeleid Wel milieubeleid2;2-1;3 Geen milieubeleid3;-10;0

samenwerken Prisoners dilemma Dominante strategie = niet samenwerken Als Nederland milieubeleid voert en Belgie niet, dan is Belgie meelifter (free rider) Uitkomst is niet optimaal (0;0 in plaats van 2;2) Oplossen door collectieve dwang: verdragen, bindende afspraken met sancties

Huiswerk Opdracht 2.6/2.7/2.8

Opdracht 2.6 nederlandbelgie Wel beleid kosten-10 Je profiteert van je eigen beleid +8 Je profiteert van het beleid van de ander +6 Totaal+4

Opdracht 2.6 nederlandbelgie Wel beleid kosten-10 Je profiteert van je eigen beleid +8 Je profiteert van het beleid van de ander +6 Totaal-2+6

2.6 samenwerken Nederland BelgieWel milieubeleidGeen milieubeleid Wel milieubeleid4;4-2;6 Geen milieubeleid6;-20;0

2.6 Nederland en Belgie gaan niet samenwerken

2.8 a.Als enige tarief verlagen/allebei verlagen/allebei niet verlagen/als enige niet verlagen b.Tarief wel verlagen c.30;-40 Belgie verlaagt als enige het tarief d.-10;-10 e.0:0 f.Ze weten van elkaar niet wat ze doen, vertrouwen elkaar niet en er komt een niet optimale uitkomst uit.

2.8 g.Er komen minder belastinginkomsten binnen h.Bindende afspraken met elkaar maken om niet met elkaar te concurreren via de tarieven.

Hoofdstuk 3 Stabiliteits- en groeipact: afspraak van alle landen met de Euro – Begrotingstekort lager dan 3% van bbp – Staatsschuld lager dan 60% van bbp – Bbp in Nederland: € 650 miljard

Hoofdstuk 3 Norm is: 60% van 650 = 390 miljard Werkelijkheid is 468 miljard Werkelijkheid = (468 : 650) x 100% = 72% 3% van 650 = 19,5 miljard Werkelijkheid

Hoofdstuk 3 Stabiliteits- en groeipact Tekort op de begroting als uitgaven hoger zijn dan inkomsten Als er een tekort op de begroting is, dan moet het land lenen Door het lenen neemt de staatsschuld toe Staatsschuld in Nederland € 468 miljard Jaarlijkse rente op schuld: € 8,4 miljard

Waarom stabiliteitspact Drie redenen op pagina 17 van hoofdstuk 3 Belangrijkste reden is nu de derde reden. – Als de overheid veel schulden heeft en daarom veel rente moet betalen, kunnen andere uitgaven in het gedrang komen – Als de overheid veel schulden heeft, dan ben je heel kwetsbaar voor rentestijging.

Jesse: het gaat nog goed (1) Jesse verdient € 100 Jesse geeft € 110 uit De € 10 leent hij bij de bank Er is een bank die 5% rente vraagt

Jesse (1) Bereken de het tekort van Jesse als percentage van zijn inkomen (BBP) Hoe groot is de schuld van Jesse? Bereken de schuld van Jesse als % van het inkomen (zijn schuldquote) Welk bedrag moet Jesse aan rente betalen? Hoeveel procent is dat van zijn inkomen?

Jesse (1) Bereken het tekort van Jesse als percentage van zijn inkomen (BBP): 10/100 x 100% = 10% Hoe groot is de schuld van Jesse: 10 Bereken de schuld van Jesse als % van het inkomen: 10/100 x 100% = 10% Welk bedrag aan rente moet Jesse betalen: 5% van € 10 = € 0,5 0,5 van 100 = 0,5%

Jesse geeft teveel uit (2) Jesse verdient weer € 100 Jesse geeft € 130 uit De € 30 leent hij bij de bank De rente blijft 5% Er is een bank

Jesse (2) Bereken het tekort van Jesse als percentage van zijn inkomen (BBP) Bereken de hoogte van de schuld Bereken de schuld van Jesse als % van het inkomen Welk bedrag moet Jesse aan rente betalen? Hoeveel procent is dat van zijn inkomen?

Jesse (2) Bereken het tekort van Jesse als percentage van zijn inkomen (BBP) 30/100 x 100% = 30% Bereken de schuld ( = 40) Bereken de schuld van Jesse als % van het inkomen: 40/100 x 100% = 40% Welk bedrag betaalt Jesse aan rente: 5% van 40 = 2 2% van inkomen

Jesse in crisis (3) Het is crisis. Het inkomen van Jesse daalt naar 90 Zijn uitgaven blijven gelijk op 130 Hij moet 40 lenen De rente blijft 5%

Jesse (3) Bereken het tekort van Jesse als percentage van zijn inkomen (BBP) Bereken de hoogte van de schuld Bereken de schuld van Jesse als % van het inkomen Welk bedrag moet Jesse aan rente betalen? Hoeveel procent is dat van zijn inkomen?

Jesse (3) Bereken het tekort van Jesse als percentage van zijn inkomen (BBP) 40/90 x 100% = 44,4% Bereken de schuld = 80 Bereken de schuld van Jesse als % van het inkomen: 80/90 x 100% = 89% (schuldquote) Welk bedrag betaalt Jesse aan rente: 5% van 80 = 4 4,5% van zijn inkomen)

Jesse failliet? (4) Het blijft crisis Het inkomen (BBP) daalt naar 80 Jesse blijft 130 uitgeven Hij leent 50 De bank vertrouwt niet meer dat Jesse zijn schulden kan afbetalen en verhoogt de rente naar 10% De bank vertrouwt het niet meer omdat de schuldquote van Jesse erg hoog is (teveel schulden tov inkomen)

Jesse (4) Bereken het tekort van Jesse als percentage van zijn inkomen (BBP) Bereken de hoogte van de schuld Bereken de schuld van Jesse als % van het inkomen Welk bedrag moet Jesse aan rente betalen? Hoeveel procent is dat van zijn inkomen?

Jesse (4) Bereken het tekort van Jesse als percentage van zijn inkomen (BBP) 50/80 x 100% = 62,5% Bereken de schuld = 130 Bereken de schuld van Jesse als % van het inkomen: 130/80 x 100% = 162,5% Welk bedrag betaalt Jesse aan rente: 10% van 130 = % van zijn inkomen

Jesse = Griekenland Wat leert Jesse ons Veel schulden Dit gaat goed zolang je genoeg verdient (BBP) en iedereen vertrouwt dat je de schulden kan terug betalen Maar als het crisis wordt en je minder verdient gaan banken landen met veel schulden wantrouwen. De rente wordt verhoogd (risico premie)

Jesse = griekenland Als de rente wordt verhoogd komt Jesse in een vicieuze cirkel; hij heeft hoge schulden en moet daar steeds meer rente over betalen Een steeds groter deel van zijn inkomen, moet hij aan rente betalen De uitgaven verlagen is niet zo gemakkelijk want: veel uitgaven liggen vast (salarissen, renten) en bezuinigen is slecht voor de economie Toch moet Griekenland bezuinigen van de banken

Huiswerk 3.3 t/m 3.10 Paragraaf 3.4 en 3.5 is bekende stof: dus zelf lezen en opdrachten maken.

Regels gelden voor iedereen Waarom moeten we ons allemaal aan die regels houden Dat komt omdat we allemaal met en elkaar verbonden zijn.

Regels gelden voor iedereen Stel: Griekenland kan zijn leningen niet meer terug betalen en een groot deel van die leningen zijn geleend door Nederlandse banken Wat gebeurt er dan met die Nederlandse banken? Inderdaad: Nederlandse banken gaan failliet

Regels gelden voor iedereen Stel: in een land stijgt het tekort ruim boven de 3% van het bbp en de schuld komt boven de 60% van het bbp Het vertrouwen in dat land daalt Minder vertrouwen leidt tot lagere consumptie en productie Omdat we allemaal met elkaar verbonden zijn via import en export hebben meer landen daar last van

Regels gelden voor iedereen Landen hebben de neiging om zich niet aan de 3% norm te houden. Want – Ze willen anti cyclisch begrotingspolitiek voeren om de werkloosheid te bestrijden – Het zijn politici en bezuinigen is moeilijk want dan worden ze misschien niet herkozen

2.6 samenwerken Alle andere landen Land AWel houden aan normen Niet houden aan normen Wel houden aan normen 10/10-5/15 niet houden aan normen 15/-5-5/-5

Dilemma Wat is de dominante strategie? Welke uitkomst komt er? Hoe lossen we dit op?

Regels gelden voor iedereen Hoe zorg ik dat ik uit een ongewenste situatie kom