Investeringsselectie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H 36 (Havo)/ H 43 (Vwo): Solvabiliteit
Advertisements

H5 Financiële Rekenkunde
H 11: Winstverdeling en (stock)- cashdividend
H 25 Havo/H 30 Vwo: V&W rekening/Liquiditeitsbegroting
Voorraadwaardering Technische en economische voorraad FIFO methode
H 22: Kosten van een duurzaam produktiemiddel (dpm)
§ 27.2: De staat van baten en lasten
Willen is Kunnen De centen Woonlasten en energiebesparende maatregelen
Hoofdstuk 7 Kasstroomanalyse.
H 44: Investeringsselectie
H 14: Enkelvoudige interest
H 15: Samengestelde interest
20-03 Indelingen kosten.
H 12: Vreemd vermogen lang
Winst- & verliesrekening (of resultatenrekening of baten- & lastenrekening) Het Eigen Vermogen verandert als gevolg van de bedrijfsactiviteiten gedurende.
Proef- en de saldibalans
Investeringsselectie
Afschrijvingen.
Exploitatiebegroting
De kolommenbalans De kolommenbalans bestaat uit: de proefbalans
Omzet.
PRINCIPES VAN BEDRIJFSECONOMIE HOOFDSTUK 7 INVESTERINGSSELECTIES.
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
H16: Renten H 16 gaat over renten. Wat is het verschil met H 15?
INVESTERINGSPROJECTEN
Investeringsanalyse Sabine Berendse. Gegevens bij vraag 1: Een bedrijf overweegt een deel van de administratie te automatiseren. De directie heeft de.
Agenda  Lessen (6)  tot  hs 30
Herhaling Examenstof M&O
Goedemorgen H3b.
Hoofdstuk 13 Bedrijfswaardering
6 februari 2007 SPK HOE BEPAAL JE DE WAARDE VAN EEN ONDERNEMING?
H 36 (Havo)/H 43 (Vwo): Rentabiliteit
Samengestelde interest
Gebruik grafische rekenmachine bij M&O via de TVM-solver
Hoofdstuk 11 Kostenstructuur.
Budgetteren in de praktijk
Exploitatiebegroting Deel 2
H8 Strategisch management hoorcollege 1
H8 Strategisch management hoorcollege 2 De praktijk
 Om te kijken of je belegging echt beter is als je geld op de spaarrekening zetten, moet je het rendement berekenen.  Bij rendement wordt de winst vergeleken.
Ondernemen moet je doen
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Inventarisatie: Productiefactoren Afschrijving Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 BIMBDK01 Bedrijfskundige thema’s Week 5 Thema 8 – Financieel Management Business IT & Management
BUSINESS IT & MANAGEMENT Instituut voor Bedrijfskunde.
Business IT & Management
BUSINESS IT & MANAGEMENT Instituut voor Bedrijfskunde.
SPAREN EN LENEN. SPAREN  Enkelvoudige interest ( rente)  Samengestelde interest ( rente)
Afschrijving Bij het bepalen van de winst houdt u rekening met de aanschafkosten van de bedrijfsmiddelen: u trekt die kosten af van de opbrengsten. Omdat.
Hoofdstuk 6 Investeringsselectie 6.1 Bepalen investeringsbedrag 6.2 Investeringsbeoordeling 6.3 Investering bij onzekerheid 6.4 Keuze uit projecten 6.5.
1 Hoofdstuk 8 Investeringsselectie 8.1 Lange- en korte termijnbeslissingen 8.2 Investeringsselectie 8.3 Beoordelen 8.4 Methoden 8.5 Keuze uit projecten.
1 Hoofdstuk 6 Investeringsselectie. 2 Bepalen investeringsbedrag Kasstroom = cashflow Kasstroom = winst + afschrijvingen Of Ontvangsten – uitgaven (vanwege.
Investeringsselectie Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname,uitbreiding,nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow.
Hoofdstuk 6 Productie.
Welkom havo 4..
Asset Management & Twee voorbeelden
Touroperator SunShine
Recreatiepark Surae Het gaat niet goed met het recreatiepark, er zijn te weinig bezoekers!
Welkom havo 4..
Beste Havo 4..
Administratie van afschrijving
Recreatiepark Surae Het gaat niet goed met het recreatiepark, er zijn te weinig bezoekers!
Hoofdstuk 25.1 Permanentie: Kosten & Uitgaven
Welkom Havo 5..
Beste ath 4..
Begroten & Budgetteren
PRODUCEREN OMZET, AFZET, WINST.
Beoordeling investeringen
Financiering van de onderneming
H9: ENKELVOUDIGE INTEREST INTEREST
Transcript van de presentatie:

Investeringsselectie Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname, uitbreiding, nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow  

Investeringsselectie Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname, uitbreiding, nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow   Cashflow is het verschil tussen de uitgaande en binnenkomende kasstroom in een onderneming

Investeringsselectie Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname, uitbreiding, nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow   Cashflow is het verschil tussen de uitgaande en binnenkomende kasstroom in een onderneming Winst = opbrengst – kosten Omdat afschrijving wel bij kosten is meegerekend (terwijl het geen uitgave is) moeten we deze afschrijvingen weer bij de winst optellen om de cashflow te bepalen

Investeringsselectie Bij het beoordelen en selecteren van investeringen (overname, uitbreiding, nieuwe productielijn) maken ondernemingen gebruik van cashflow   Cashflow is het verschil tussen de uitgaande en binnenkomende kasstroom in een onderneming Winst = opbrengst – kosten Omdat afschrijving wel bij kosten is meegerekend (terwijl het geen uitgave is) moeten we deze afschrijvingen weer bij de winst optellen om de cashflow te bepalen Cashflow ( kasstroom) = winst + afschrijvingen

Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de winst in de jaren 1 t/m 3   Jaar 1 2 3 Opbrengst Kosten Winst

Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de winst in de jaren 1 t/m 3   Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten Winst

Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de winst in de jaren 1 t/m 3   Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten € 750,- € 750,- € 750,- Winst afschrijvingskosten = 900 : 3 = 300,- per jaar overige kosten = 450,- + 750,-

Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de winst in de jaren 1 t/m 3   Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten € 750,- € 750,- € 750,- Winst € 100,- € 100,- € 100,-

Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de cash flow in de jaren 1 t/m 3   Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten € 750,- € 750,- € 750,- Winst € 100,- € 100,- € 100,- Cashflow

Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de cash flow in de jaren 1 t/m 3   Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten € 750,- € 750,- € 750,- Winst € 100,- € 100,- € 100,- Cashflow € 400,- € 400,- € 400,- Cashflow = winst + afschrijvingskosten 400 = 100 + 300

Investeringsselectie Een voorbeeld zal dit verduidelijken Van een investeringsproject bedraagt de investering € 900,- De looptijd van de investering is 3 jaar De jaarlijkse opbrengst is € 850,- De jaarlijkse kosten (exclusief afschrijvingen) zijn € 450,- Bereken de cash flow in de jaren 1 t/m 3   Jaar 1 2 3 Opbrengst € 850,- € 850,- € 850,- Kosten € 750,- € 750,- € 750,- Winst € 100,- € 100,- € 100,- Cashflow € 400,- € 400,- € 400,- Uitgaande kasstroom begin jaar 1 € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar

Investeringsselectie De twee meest gebruikte selectiecriteria zijn : ·        Terugverdientijd(TVT) ·        Netto Contante waarde methode(NCW)  

Investeringsselectie Terugverdientijd (TVT) Hierbij wordt berekend na hoeveel tijd is de investering is terugverdiend  

Investeringsselectie Terugverdientijd (TVT) Hierbij wordt berekend na hoeveel tijd is de investering is terugverdiend Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Dus na hoeveel tijd heb je de € 900,- terugverdiend

Investeringsselectie Terugverdientijd (TVT) Hierbij wordt berekend na hoeveel tijd is de investering is terugverdiend Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Dus na hoeveel tijd heb je de € 900,- terugverdiend Na 1 jaar 400 terugverdiend Na 2 jaar 400 + 400 = 800 terugverdiend In derde jaar nog terug te verdienen 100 (900 – 800) Er komt aan cashflow binnen 400 dus 100/400 = 0,25 jaar = 3 maanden De terugverdientijd in maanden is dus 2 jaar en 3 maanden

Investeringsselectie De terugverdientijd wordt vaak gebruikt als middel om te beslissen wel/niet investeren

Investeringsselectie De terugverdientijd wordt vaak gebruikt als middel om te beslissen wel/niet investeren Bijvoorbeeld de investering moet binnen 3 jaar zijn terugverdiend

Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud  

Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud Nadelen van deze methode 1. binnenkomende cashflows na de terugverdientijd blijven buiten beschouwing  

Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud Nadelen van deze methode 1. binnenkomende cashflows na de terugverdientijd blijven buiten beschouwing het maakt natuurlijk wel uit of er na de 2 jaar en 3 maanden nog duizenden euro's binnen komen of niet. En dit blijft buiten beschouwing  

Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud Nadelen van deze methode 1. binnenkomende cashflows na de terugverdientijd blijven buiten beschouwing 2. de verdeling van de cashflows binnen de terugverdientijd blijft buiten beschouwing  

Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud Nadelen van deze methode 1. binnenkomende cashflows na de terugverdientijd blijven buiten beschouwing 2. de verdeling van de cashflows binnen de terugverdientijd blijft buiten beschouwing Stel er zijn twee investeringen met beiden een terugverdientijd van 3 jaar. Bij investering A komen de cashflows direct binnen en bij investering B helemaal aan het eind van de periode. Investering A is gunstiger: het geld komt eerder binnen (kun je tegen rente op de bank zetten/binnen is binnen)  

Investeringsselectie Voordeel van de terugverdientijd is de eenvoud Nadelen van deze methode 1. binnenkomende cashflows na de terugverdientijd blijven buiten beschouwing 2. de verdeling van de cashflows binnen de terugverdientijd blijft buiten beschouwing Deze nadelen worden ondervangen bij de andere methode …  

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Hierbij worden de cashflows contant gemaakt (ontdaan van interest)

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Hierbij worden de cashflows contant gemaakt (ontdaan van interest) … geldbedragen verder in de toekomst zijn minder waard …

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Hierbij worden de cashflows contant gemaakt (ontdaan van interest) …deze methode houdt wel rekening met “hoe eerder ontvangen hoe beter”  

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest)

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 cashflow eerste jaar contant maken (1 jaar interest)

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 Jaar 2 400 x 1,04-2 = 369,8 cashflow tweede jaar contant maken (2 jaar interest)

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 Jaar 2 400 x 1,04-2 = 369,8 Jaar 3 400 x 1,04-3 = 355,6 cashflow derde jaar contant maken (3 jaar interest)  

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 Jaar 2 400 x 1,04-2 = 369,8 Jaar 3 400 x 1,04-3 = 355,6 1.110 – 900 = 210   contante waarde – investering = netto contante waarde

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Jaar 1 400 x 1,04-1 = 384,6 Jaar 2 400 x 1,04-2 = 369,8 Jaar 3 400 x 1,04-3 = 355,6 1.110 – 900 = 210   Positieve netto contante waarde (bij bijvoorbeeld 4%): de investering levert meer op dan 4%

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Opmerking Bij jaarlijks gelijke cashflow kun je gebruiken :   400 x 1 -1,04-3 - 900 = 210 0,04

Investeringsselectie Netto contante waarde methode Toegepast op het voorbeeld Investering € 900,- (de investering) Binnenkomende kasstroom jaar 1 /m 3 € 400,- per jaar Bereken de netto contante waarde van deze investering (bij 4% interest) Opmerking Of je maakt gebruik van de grafische rekenmachine: PV = 1.110 PV – investering = netto contante waarde

Einde