Brandwonden AnitaBuurs.nl
Inleiding Iedere dag gebeuren er honderden ongelukken thuis en onderweg. Jaarlijks gebeurt dat ongeveer 3 miljoen keer. Tien duizenden mensen lopen kleine of meerdere ernstige brandwonden op. Ongeveer 80% van de ongevallen gebeurt thuis, meestal loopt dit goed af. Maar toch moeten er jaarlijks bijna 50000 mensen behandeld worden door hun huisarts. Zo'n 13000 mensen hebben hulp nodig van een ziekenhuis. Ongeveer 4000 mensen moeten worden opgenomen in een ziekenhuis en ongeveer 450 mensen moeten worden behandeld in een brandwondencentrum. In Nederland zijn er 3 brandwondencentra namelijk: Beverwijk, Groningen en Rotterdam.
Brandwond gevallen grafiek Bij kinderen
VERSCHILLENDE SOORTEN BRANDWONDEN Als je huis met iets heets in contact komt, ontstaat er een brandwond. Hierin bestaan gradaties van ernst. Een eerstegraads brandwond is een rode, droge, zere plek. Een tweedegraads brandwond is ook rood en pijnlijk, maar is vochtig en soms met blaren. Een derdegraads brandwond is de meest ernstige verbranding deze is niet rood, maar geelwit en doet geen pijn omdat de zenuwuiteinden in de huis beschadigd zijn. Hoewel het geen pijn doet is dit een zeer ernstige verbranding. Als je huis nog erger verbrand, verkoolt deze. Dan ontstaan er zwarte plekken. Een vierde-graads verbranding noemt men wel de volledige verkoling van het weefsel, die zich kan uitstrekken tot en met het bot. Behalve deze plaatselijke gevolgen van brandwonden kunnen, vooral bij een uitgebreide verbranding, algemene verschijnselen optreden, ontstaan door de verplaatsing van zeer veel vocht. Zo kun je in een shock raken. Een shock is een levensgevaarlijke ziektetoestand die berust op een tekort aan circulerend bloed.
Getekend voor het leven? De ernst van een brandwond is niet alleen afhankelijk van de diepte van de verbranding. Ook de omvang van de wond telt mee. Verbranding van een groot deel van je lichaam zoals je hele rug of been, kan best gevaarlijk zijn. Uit grote brandwonden loopt vaak veel vocht, waardoor het risico bestaat op uitdroging. Infecties kunnen een brandwond erger maken. De huid beschermt het lichaam tegen bacteriën. Als er veel huid verbrand is, kunnen bacteriën gemakkelijk een infectie veroorzaken. 1e en 2e Graads brandwonden genezen bijna altijd zonder littekens. Diepere brandwonden kunnen wel littekens geven. Daardoor kan de huis vergroeien. Soms kan daardoor het bewegen van een gewricht moeilijk worden. Bij 2e Graads verbrandingen is genezing van de verbrande huid mogelijk door de nog levenden huidcellen, hiervoor gebruikt met donorhuid van overleden mensen. Dat is een tijdelijk bedekking die werkt als biologisch verband.
Eerstegraads verbranding Bij een eerstegraads verbranding is de (opper)huid nog niet beschadigd. Bij een eerstegraads verbranding is de huid rood droog pijnlijk soms wat opgezwollen. Deze verschijnselen zijn het beste te vergelijken met die van een ontsteking. Een typisch voorbeeld van een eerstegraads verbranding is een zonverbranding. Na een paar dagen zijn de onaangename verschijnselen van een eerstegraads verbranding verdwenen.
Oppervlakkige tweedegraads brandwond De doorsnede van de huid maakt duidelijk dat de huid beschadigd is. Het gaat hier om een oppervlakkige tweedegraads brandwond. Bij een oppervlakkige tweedegraads brandwond is de wond: rood nat pijnlijk Bovendien kan er blaarvorming optreden.
2e Graads Brandwond
Derdegraads brandwond Bij een derdegraads brandwond is de huid verwoest tot aan het onderhuids vetweefsel. De huid ziet er aangetast uit. Bij een derdegraads brandwond is de wond: wit / zwart droog en leerachtig nauwelijks pijnlijk (bij diepe brandwonden zijn ook de zenuwen in de huid aangetast)
Kort brandprotocol Alarmeer de brandweer (In Nederland is de brandweer te bereiken via telefoonnummer 112) Ontruim het gebouw Blus de beginbrand Zorg er altijd voor dat eerst de brandweer wordt gealarmeerd. Anders is de kans groot bij een falende bluspoging dat er alsnog gebeld moet worden en daardoor de beginbrand helemaal oncontroleerbaar wordt. Als tweede stap moet men altijd overgaan tot ontruiming. Bij een beginbrand heeft men maar enkele minuten tijd, aangezien de rook en gifgassen direct in een gebouw terecht komen en er gevaar ontstaat van rookgasvergiftiging. Als laatste moet men proberen een brandje te blussen. Faalt dit, dan direct het gebouw uit en op de aankomst van de brandweer wachten. Het bovenstaande protocol is door iedereen makkelijk uit het hoofd te leren en je hebt verder geen andere extra plannen nodig. De volgorde (bij het ontdekken van brand) is heel belangrijk. Zou men namelijk niet als eerste alarmeren, dan duurt het te lang voordat de brandweer arriveert. Zelfs bij een beginbrandje is het absoluut noodzakelijk dat binnen 10 minuten twee Tankautospuiten (met elk 2000 liter blusstof aan boord) voor het pand staan. Het is namelijk bekend dat een klein begin brandje in 2,5 tot 10 minuten kan uitgroeien tot een catastrofale brand in een huis of woning. Wanneer de vlammen na 10 minuten al uit het dak slaan, kan de brandweer nog maar weinig doen om het vuur uit te maken.
DE EERSTE HULP Bij een verbranding is direct koelen onder koud stromend water belangrijk. Afkoeling remt de verbranding. Houd de brandwond min. 5 minuten max. 10 minuten onder de niet ijskoude kraan. Je kunt ook natte lappen gebruiken of in de sloot springen. Laat kleding die aan brandwonden kleven zitten. De huid beschadigd als jet het lostrekt. Raak een brandwond zo min mogelijk aan om de kans op infectie zo te verkleinen. Een droge rode plek hoef je niet af te dekken. Als er een wond is of als er blaren zijn, doe er dan verband, een schone theedoek of een schoon laken op zodat het niet vies wordt.