Argumenteren & juridisch handelen ARGUMENTATIELEER Prof. Dr. Rogier de Corte Argumenteren & juridisch handelen DEEL III. Synthese 3 de lic rechten UGent – academiejaar 2003-04 Argumentatieleer 1 9 januari 2004
juridische argumentatieleer waarover het ging? juridische argumentatieleer problematiek van het vak kader en achtergrond juridische argumentatie juridisch betoog synthese I II III
IV. REGEL EN NORM wat doet een jurist betekenistoekenning toepassingsgebied: kern en periferie vrijheid en gebondenheid
A. WAT DOET JURIST? een geconceptualiseerd voorschrift rechtsregel een geconceptualiseerd voorschrift toepassen op een concreet conflict met eerbiediging van de gemaakte belangenafweging maatschappelijk aanvaardbaar verhaal normdoel aanvaardbaarheid
wat een fabrieksarbeider neemt een keukenrestje mee uit fabriekskeuken voor zijn hond, een restje dat toch in de afvalcontainer zou zijn gestort diefstal is het bedrieglijk wegnemen van een goed die iemand anders toebehoort
wat een rechtsnorm is een door de bevoegde overheid gemaakte afweging (keuze) op hoog niveau van abstractie gefomuleerd
wat een rechtsnorm is uitgedrukt in een rechtsregel de norm heeft een tijds- en omstandigheidsgebonden vorm aangenomen Art. 162. (6.3.1.1) 1. Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. 2. Als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. 3. Een onrechtmatige daad kan aan de dader worden toegerekend, indien zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt. art. 1382. Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene dooer wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden
B. BETEKENISTOEKENNING aan elke regel moet betekenis worden toegekend bijzondere aspecten voor rechtscommunicatie
betekenistoekenning regel uitzondering de communicatie is dermate gestandardiseerd en geformaliseerd dat de betekenistoekenning onzichtbaar en spontaan gebeurt: - bij langdurige toepassing - bij evidente toepassing regel de betekenistoekenning geschiedt expliciet eist steeds het zich ontworstelen van de hermeneutische cirkel - nieuwe bepalingen - nieuw toepassingsgebied uitzondering
C. TOEPASSINGSGEBIED kern en periferie van een regel elke abstracte norm heeft een duidelijk toepassingsgebeid (kern) en een periferie ? kern en periferie van een regel typologie en modeleren sluitende redenering een techniek om de periferie adekwaat te kunnen verwerken
toepassingsgebied kern en periferie van een regel typologie en modeleren sluitende redenering een sluitende regeling (verminderen of uitsluiten van periferie) bouwen kan niet perifere toepassing wordt gemaximaliseerd door het normdoel van een regeling in een preambule expliciet op te nemen
D. VRIJHEID - GEBONDENHEID beleid le gouvernement des juges vage begrippen er is gebonden
V. REGEL EN FEIT het verhaal de feiten het bewijsrecht
A. het verhaal het verhaal is de aanvang wat?
het verhaal verhaal1 subjectieve intersubjectieve werkelijkheid verhaal bepaalt norm verhaal2 de opbouw van het verhaal de verankering van het verhaal topos
B. de feiten relatieve / niet-relatieve feiten subjectieve / intersubjectieve buiten / in de context kwalificatie van de feiten
feiten
C. bewijsrecht functie inhoud bewijssysteem materiële en formele waarheid onderzoek Crombag
het bewijsrecht historische werkelijkheid
V. ARGUMENTEREN IN FUNCTIONELE OMGEVING uitgangspunten constructie van een beslissing beoordeling
A. uitgangspunten recht is beslissen hoe los ik een maatschappelijk conflict op, waarbij de oplossing maatschappelijk aanvaardbaar is argumenteren en redeneren
B. constructie van een beslissing evenwicht tussen juridisch veld proto-juridisch veld meta-juridisch veld
§ 1. proto-juridisch veld
proto-juridisch veld (2) 1. opbouw van het verhaal aan de hand van de intersubjectieve gegevens 2. feiten worden maximaal in hun reële context geplaatst 3. het bewijsrecht moet de gelijkheid van partijen garanderen
§ 2. juridisch veld keuzemogelijkheden attentiepunten bij de keuzemogelijkheden anticipatief beslissen/recursief denken backtracking inzet juridische expertise bronopsporing normdoel beperkingen door rechtsdogmatiek
anticipatief beslissen en recursief denken wat?
anticipatief beslissen en recursief denken
backtracking
beperkende werking van de rechtsdogmatiek
§ 3. meta-juridisch veld
meta-juridisch veld (2) zichtbaar maken wat tot dan onzichtbaar was
§ 4. de beslissing
de beslissing (2) Corr. rb. Gent 12 februari 1988 proto-juridisch veld casuïstiek - systeemincensistent juridisch veld wereldvreemde rechtspraak meta-juridisch veld klasserechtspraak Corr. rb. Gent 12 februari 1988
C. beoordeling rechtszekerheid ?
VI. TOETSEN AAN MATERIAAL