De derde grote etappe van de heilsgeschiedenis is de exodus. Om deze etappe te vertegenwoordigen is een van de drie vroege woestijnverhalen gekozen, die nog voor de verbondssluiting bij de Sinaï gesitueerd zijn (Ex. 15, 22— 17,7). In deze drie verhalen gaat het over honger en dorst in de woestijn, en speelt het werkwoord nasah een rol: ‘voor de keuze stellen’, ‘op de proef stellen’. In het eerste verhaal, over het bittere water, en in het tweede, over het manna, stelt God het volk op de proef; in het derde verhaal, over het water uit de rots, wordt God op de proef gesteld door het volk.
EXODUS 17:3 Maar de gemeente smácht daar naar water; dus mort de gemeente tegen Mozes,- en zegt: waarom eigenlijk heb je ons laten opklimmen uit Egypte!- om mij, m'n kinderen en m'n vee te laten doodgaan van dorst? 17:4 Mozes schreeuwt het uit tot de Ene en zegt: wat moet ik doen aan deze gemeente!- nog even en ze hebben me gestenigd! 17:5 Dan zegt de Ene tot Mozes: steek over voor het aanschijn van de gemeente en neem enkele oudsten van Israël met je mee; ook je staf, waarmee je de Stroom hebt geslagen, neem die in je hand en gá!-
17:6 zie, ik zal voor jouw aanschijn staan, daar op de rots, bij Horeb; slaan zul je op de rots; wateren zullen er uitstromen en drinken zal de gemeente! Zo doet hij, Mozes, voor de ogen van Israëls oudsten. 17:7 Hij roept voor het oord als naam uit: Masa en Meriva, beproeving en bekvechterij!, om het bekvechten van de zonen Israëls en om hun beproeving van de Ene, als ze zeggen: is de Ene in ons midden, of niet?
Is de Ene in ons midden, of niet? De figuur van Mozes staat in fel contrast met het kille, donkere beeld van Farao. Hij staat als het ware in vuur en vlam zoals bij de doornstruik van zijn roeping. In vuur en vlam voor Gods visioen, uitgehouwen in twee stenen tafelen, achter hem als duwkracht ten leve. Zittend op zijn knieën stoot hij met zijn houten staf een steen stuk, waarop heidense afbeeldingen zijn aangebracht. Hij bevecht door Gods levend Woord een cultuur die mensenlevens opoffert aan grafmonumenten.
In het geloofsverhaal van Israël betekent ‘woestijn’ de plaats van de crisis, in de letterlijke zin van dit woord: de plek waar je op de proef wordt gesteld, de plek waar je een beslissende keuze in je leven moet maken. Ga ik terug naar Egypte, leg ik me neer bij de bestaande toestand van onrecht? Of blijf ik geloven dat het zinvol is stappen te zetten in de richting van het beloofde land, van een nieuwe samenleving gebouwd op gerechtigheid en liefde? Geloof ik dat ‘JHWH bij ons is’ als wij die weg gaan?
De woestijn is ook de plaats waar God zorg draagt voor zijn volk en het de goede richting wijst door zijn Tora. Het water uit de rots is teken van die zorg : de rots, zo zegt het verhaal, wordt Horeb genoemd (vers 6), dat is de berg van Tora en verbond. NU DE DORST GELEST EN OPSTAAN
Bijbelteksen:Naardense Bijbel Illustraties:Marcus van Loopic Inspiratie:Oecumenische Bijbelzaterdagen / Gooi en Sticht /Internationaal commentaar op de Bijbel / Frieda Claeys Samenstelling:paul scheelen