Elke school heeft een uniek en complex patroon : een eigen karakteristieke schoolcultuur. Deze cultuur heeft zijn eigen expliciete en impliciete waarden, Vloeit voort uit het verleden van de school. De schoolcultuur bepaalt wat acceptabel is binnen de school.
Definitie: ‘Het verenigen van een aantal specialisten die d.m.v. vlakke organisatiestructuren activiteiten coördineren voor een bepaalde doelgroep.’ Vrij vertaald naar de schoolcontext: ‘Het verenigen van een aantal leerkrachten die in een structuur van vrijwel geen middenkader de vorming van leerlingen coördineren.’
Actieniveau: de realiteit Coalitieniveau: omgang tussen verschillende individuen of afdelingen Waardeniveau: de elementen die belangrijk worden bevonden Modelniveau:de vooraf bedachte gedragslijn van de school, die als rationeel en ideaal beschouwd wordt, de expliciet vastgelegde afspraken
Macht: ligt bij initiatiefnemers Grijze autoriteit: personen die hun kennen en kunnen al bewezen hebben in het verleden. Belangrijk: initiatief, improvisatie en ervaring Coördinatiesysteem: handelen, operationele druk Beslissingen: ad hoc Schoolreglement: geen of amper Naar ouders en leerlingen toe: willen aan hun eisen voldoen Nadelen: gebrek aan structuur, werken in het ‘nu’
Macht: deze posities worden formeel toegekend Belangrijk: GEEN improvisatie, orde en formaliteit Coördinatiesysteem: regels en procedures Beslissingen: via voorbereide vergaderingen Schoolreglement: lijvig boekwerk, duidelijke afspraken Naar ouders en leerlingen toe: behoeftes worden in kaart gebracht en aangepakt Nadelen: creativiteit wordt door de formaliteit belemmert, wordt naar de letter toegepast
Macht: de belangrijkste waardedragers, ‘goeroes’ Belangrijk: missie van een school, dé kernwaarden, filosofie, trouw,... Coördinatiesysteem: sterke waardebeleving Beslissingen: moeten binnen het waardegeheel passen, afwezigheid van operationalisering Schoolreglement: vooral een getuigenis van waarden Naar ouders en leerlingen toe: symbolische momenten Nadelen: basis kan onzeker worden, concrete realisaties?
Macht: dominante partners en degenen die de dominante coalities respecteren Belangrijk: persoonlijke netwerken en verhoudingen, sociale vaardigheid en inlevingsvermogen Coördinatiesysteem: macht Beslissingen: beïnvloed door coalitiegevoeligheden, belangen tegenover rationaliteit Schoolreglement: geen ideaal, kan op diverse manieren uitgelegd worden Naar ouders en leerlingen toe: gebruiken het als argument om coalities onder druk te zetten Nadelen: politisering, belangen op de voorgrond
Modelniveau: sterkt bureaucratisch, bespeelt sterk het formalisme van de modelcultuur, men volgt de regels op die buitenstaanders opleggen Waardeniveau: komt op dit niveau sterk tekort aan invulling, geen globale visie op onderwijs, geen eigen identiteit Actieniveau: zoveel mogelijk stabiliteit, weinig vernieuwing Coalitieniveau: zeer individueel gedrag, geen homogeen geheel
Modelniveau: Actieniveau: Waardeniveau: onderbenutting van dit niveau Coalitieniveau: prestaties van de leerlingen staan centraal in plaats van coalities Worden op elkaar betrokken
Modelniveau: willen het onderwijs aan de leerling aanpassen Waardeniveau: krijgt veel aandacht Actieniveau: creëren een kindvriendelijk klimaat, willen dat leerkracht en leerling zich goed voelen Coalitieniveau: sterke samenwerking tussen leerkrachten
Foto titeldia: handleiding-voor-gezondheid-op-scholen/ handleiding-voor-gezondheid-op-scholen/ Cartoon professor: nancy.fr/~barrat21/ nancy.fr/~barrat21/ Cartoon ‘Schoolniveau versus Schooltype’ Christmas-sex-war--men-women-avoid-yuletide- rows.html Christmas-sex-war--men-women-avoid-yuletide- rows.html Broeck, H. V. (1996). Opvoeden in de klas. In Wegwijzer voor leerkrachten (pp ). Tielt: Lannoo.