Steve van de Weijer Catrien Bijleveld Arjan Blokland De concentratie en overdracht van gewelddadige criminaliteit binnen families Steve van de Weijer Catrien Bijleveld Arjan Blokland
Inleiding Algemene opvatting: ‘Criminaliteit zit in de familie’ Tot voor kort weinig empirisch bewijs Schaarste aan multigenerationele studies
Eerder onderzoek Bevindingen onderzoek laatste twee decennia: Criminaliteit clustert in families Criminaliteit wordt overgedragen tussen generaties Gebaseerd op algehele criminaliteit: Verschillende delicten, geassocieerd met verschillende persoonlijkheidseigenschappen, vaardigheden en motieven Focus op homogene subset van criminaliteit
Focus op geweld Ernstige gevolgen geweldsdelicten: Fysieke en mentale gezondheidsproblemen slachtoffers Financiële kosten slachtoffer en samenleving Andere mechanismen achter overdracht
Onderzoeksvragen In welke mate concentreert gewelddadige delinquentie binnen families en in hoeverre wordt het overgedragen tussen drie generaties, in Nederland? In hoeverre bieden statische en dynamische theorieën een verklaring voor de intergenerationele overdracht van gewelddadige delinquentie?
Statische theorieën Iedereen heeft bepaalde kans om delinquent gedrag te vertonen. Levensgebeurtenissen hebben hier geen invloed op Bijv. Eysenck (1977): bepaalde persoonlijkheid leidt tot crimineel gedrag Bijv. Gottfredson & Hirschi (1990): lage zelfcontrole leidt tot crimineel gedrag
Dynamische theorieën De kans om een delict te plegen verandert onder invloed van dynamische factoren Differentiële associatie-theorie: delinquent gedrag wordt geleerd in intieme groepen (bijv. gezin) Leeftijdsgebonden sociale controle theorie: sterke bindingen met ouders van belang tijdens jeugd
Hypotheses Hypothese 1: Er is een sterkere mate van concentratie en overdracht voor geweldsdelicten dan voor niet-geweldsdelicten Genetische mechanismen: Bijv. agressie, impulsiviteit, laag IQ Differentiële associatie-theorie: Meer blootstelling aan gewelddadig gedrag
Hypotheses Hypothese 2: De timing van het ouderlijk geweldsdelict is niet van invloed op het gewelddadig gedrag van het kind Statische theorieën: Geen invloed van levensgebeurtenissen (ouderlijk delict) Of het ouderlijk delict voor of na geboorte van het kind is maakt niet uit
Hypotheses Hypothese 3: De timing van het ouderlijk geweldsdelict is wel van invloed op het gewelddadig gedrag van het kind Dynamische theorieën: Wel invloed van levensgebeurtenissen (ouderlijk delict) Ouderlijk delict voor geboorte van het kind heeft geen invloed op gedrag van het kind, een ouderlijk delict na de geboorte wel.
Hypotheses Hypothese 4: Ouderlijke geweldsdelicten tijdens de kindertijd en adolescentie hebben een grotere invloed op het gewelddadig gedrag van het kind dan ouderlijke geweldsdelicten tijdens de volwassenheid van het kind Leeftijdsgebonden sociale controle theorie: Band met ouders van belang tijdens de jeugd van het kind Leereffect van gewelddadig gedrag tijdens jeugd dus sterker
Data Transfive studie
Operationalisatie Gewelddadige delinquentie (CBS standaard classificatie): Seksuele misdrijven Bedreiging Mishandeling Misdrijven tegen het leven Dood en lichamelijk letsel door schuld Diefstal met geweld Afpersing Overige geweldsdelicten Overige delicten: niet-gewelddadige delinquentie
Analyse Overdracht geweld tussen generaties Concentratie delinquentie binnen gezinnen Vergelijkbaar met Lorenz-curve en Gini-coefficient Overdracht geweld tussen generaties Van ouder op kind Van grootouder op kleinkind Odds ratios uit GEE modellen Ratio tussen odds ratios (Altman & Bland, 2003)
Resultaten: concentratie
Resultaten: concentratie Verschillende soorten delicten
Resultaten: concentratie Verschillende soorten delicten
Resultaten: concentratie Verschillende soorten delicten
Resultaten: overdracht Weinig gewelddadige vrouwen, dus alleen vader-zoon N=1924 Vader Zoon Odds Ratios G3 Geweldsdelict G4 Geweldsdelict 2.309 (1.309-4.071) G3 Niet-geweldsdelict G4 Niet-geweldsdelict 1.146 (0.799-1.640) G5 Geweldsdelict 3.438 (1.775-6.666) G5 Niet-geweldsdelict 1.916 (1.342-2.735) Ratio Odds Ratios: 1.356 (1.168-1.573) Ratio Odds Ratios: 1.289 (1.091-1.523)
Resultaten: overdracht Overdracht grootvader op kleinzoon Grootvader Kleinzoon Odds Ratios G3 Geweldsdelict G5 Geweldsdelict 1.344 (0.527-3.432) G5 Niet-geweldsdelict 1.091 (0.621-1.916) G3 Niet-geweldsdelict 1.267 (0.688-2.337) 1.499 (1.006-2.237) Ratio Odds Ratios: 1.049 (0.837-1.314)
Resultaten: overdracht Timing van het geweldsdelict van de vader Generatie Veroordeling alleen voor geboorte Veroordeling (ook) na geboorte G3-G4 1.511 (0.625-3.658) 2.662 (1.398-5.073) G4-G5 1.998 (0.733-5.441) 3.955 (1.876-8.339) Ratio Odds Ratios : G3-G4:1.279 (1.004-1.629) G4-G5:1.345 (1.020-1.774)
Resultaten: overdracht Timing van het geweldsdelict van de vader Generatie Kindertijd Adolescentie Zowel kindertijd als adolescentie Volwassenheid G3-G4 3.972 (1.895-8.331) 3.047 (1.027-9.025) 5.371 (1.294-22.287) 1.057 (0.276-4.051) G4-G5 4.084 (1.889-8.837) 5.008 (1.543-16.265) 6.424 (1.927-21.413) 0.902 (0.102-7.996) Ratio Odds Ratios: Alle odds ratios significant groter dan odds ratios van volwassenheid
Conclusie Geweldsdelicten concentreren meer binnen families dan andere delicten. De overdracht van geweldsdelicten van vader op zoon is sterker dan de overdracht van niet-geweldsdelicten Geen overdracht van geweldsdelicten van grootvader op kleinzoon Resultaten meer in overeenkomst met dynamische theorieën dan met statische theorieën Met name geweldsdelicten van vader tijdens kindertijd en adolescentie van belang