Aangifteplicht en schuldig verzuim F. Hutsebaut
De kernvraag Zijn dragers van een beroepsgeheim al dan niet verplicht aangifte te doen bij politie of justitie van (strafbare) feiten waarvan zij kennis krijgen in het kader van de vertrouwensrelatie? dragers van een beroepsgeheim (strafbare) feiten in het kader van de vertrouwensrelatie
Algemeen overzicht en topics 1.De wettelijke verplichting: spreekplicht Bijzondere wetgevingen Private aangifteplicht (art. 30 Sv) Ambtelijke aangifteplicht (art. 29 Sv) Relatie met beroepsgeheim 2. De wettelijke mogelijkheid: spreekrecht Getuigenis in rechte Art. 458bis Sw (rechtvaardigingsgrond) Cliënt is slachtoffer Noodtoestand 3. Van spreekrecht naar spreekplicht Hulpverleningsplicht en geheimhoudingsplicht
De wettelijke verplichting: rechtsgrond “ Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte (of voor een parlementaire onderzoekscommissie) getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro. “ Dus: beroepsgeheim is niet absoluut, maar moet (kan) opgeofferd worden ter bescherming van andere waarden (hiërarchie van waarden en belangenafweging)
Wettelijk voorschrift: spreekplicht Bijzondere wetgevingen Geneesheren: Geboorte, overlijden, besmettelijke ziekten Zaken die tot strafrechtelijk onderzoek aanleiding kunnen geven op voorwaarde dat de patiënt slachtoffer is Privé-detectives Misdaden of wanbedrijven gepleegd op minderjarigen (Franse en Duitstalige Gemeenschap)
Wettelijk voorschrift: spreekplicht Private aangifteplicht (art. 30 Sv) “ Ieder die getuige is geweest van een aanslag, hetzij tegen de openbare veiligheid, hetzij op iemands leven of eigendom, is eveneens verplicht daarvan bericht te geven aan de procureur des Konings, hetzij van de plaats van de misdaad of van het wanbedrijf, hetzij van de plaats waar de verdachte kan worden gevonden” Maar: Enkel morele verplichting (geen sanctie), tenzij schuldig verzuim Geldt niet voor dragers van een beroepsgeheim
Wettelijk voorschrift: spreekplicht Ambtelijke aangifteplicht (art. 29) “ Iedere gestelde overheid, ieder openbaar officier of ambtenaar die in de uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdaad of van een wanbedrijf, is verplicht daarvan dadelijk bericht te geven aan de procureur des Konings bij de rechtbank binnen wier ambtsgebied die misdaad of dat wanbedrijf is gepleegd of de verdachte zou kunnen worden gevonden, en aan die magistraat alle desbetreffende inlichtingen, processen-verbaal en akten te doen toekomen.”
Ambtelijke aangifte: nuances Enkel morele verplichting, geen sanctie Hulpverleners met een dubbel mandaat (hulpverlening en controle/rapportage): In het kader van hun hulpverlenende functie kunnen ook ambtenaren fungeren als vertrouwensfiguren waarop art. 458 toepasselijk is In het kader van hun rapportageplicht geldt het beroepsgeheim niet te aanzien van de opdrachtgever en hebben zij ook een aangifteplicht Delicaat probleem: samenwerking tussen gemandateerde hulpverleners en externe hulpverleners
Wettelijke mogelijkheid: spreekrecht Getuigenis in rechte (zie art. 458 Sw.) Voor een rechter (of parlementaire onderzoekscommissie) Spreekrecht maar geen spreekplicht Spelregels Cliënt is slachtoffer Maar: rekening houden met wens van de cliënt Eigen verdediging Rechtvaardigingsgrond van art. 458 bis Sw Rechtvaardigingsgrond: noodtoestand
Wettelijke mogelijkheid: spreekrecht Art. 458bis Sw: “ Eenieder, die uit hoofde van zijn staat of beroep houder is van geheimen en die hierdoor kennis heeft van een misdrijf zoals omschreven in de artikelen 372 tot 377, 392 tot 394, 396 tot 405ter, 709, 423, 425 en 426, gepleegd op een minderjarige kan, onverminderd de verplichtingen hem opgelegd door artikel 422bis, het misdrijf ter kennis brengen van de procureur des Konings, op voorwaarde dat hij het slachtoffer heeft onderzocht of door het slachtoffer in vertrouwen werd genomen, er een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de psychische of fysieke integriteit van de betrokkene en hij deze integriteit zelf of met hulp van anderen niet kan beschermen“
Art. 458bis Swb : voorwaarden 1. Enkel m.b.t. minderjarigen (maar: noodtoestand) 2. Bepaalde misdrijven: aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, opzettelijk doden en toebrengen lichamelijk letsel, intrafamiliaal geweld, verminking van genitaliën, onthouden van voedsel of verzorging 3. Ten persoonlijken titel kennis gekregen of door het slachtoffer in vertrouwen genomen 4. Eerst zelf hulp verlenen (subsidiariteit) 5. Ernstig en dreigend gevaar voor de psychische of fysieke integriteit die men niet zelf kan beschermen 6. Melding aan de procureur des Konings
Wettelijke mogelijkheid: noodtoestand Rechtvaardigingsgrond Conflict van belangen: het overtreden van een strafrechtelijke bepaling (i.c. beroepsgeheim) is de enige mogelijkheid om andere belangrijke rechtsgoederen of belangen (bv. fysieke of seksuele integriteit) te vrijwaren Voorwaarden: Onmiddellijke noodzaak ter vrijwaring van het te beschermen belang (aantasting moet zeker, actueel, ernstig en noodzakelijk zijn) Het bedreigde rechtsgoed moet van hogere of minstens gelijke waarde zijn (bijv. fysieke of seksuele integriteit) Subsidiariteitsbeginsel: ultimum remedium
Van spreekrecht naar spreekplicht: schuldig verzuim: art. 422 bis Sw “ Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van vijftig euro tot vijfhonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die verzuimt hulp te verlenen of te verschaffen aan iemand die in groot gevaar verkeert, hetzij hij zelf diens toestand heeft vastgesteld, hetzij die toestand hem is beschreven door degenen die zijn hulp inroepen. Voor het misdrijf is vereist dat de verzuimer kon helpen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen. Heeft de verzuimer niet persoonlijk het gevaar vastgesteld waarin de hulpbehoevende verkeerde, dan kan hij niet worden gestraft, indien hij op grond van de omstandigheden waarin hij werd verzocht te helpen, kon geloven dat het verzoek niet ernstig was of dat er gevaar aan verbonden was. De straf bedoeld in het eerste lid wordt op twee jaar gebracht indien de persoon die in groot gevaar verkeert, minderjarig is. “
Art. 422 bis Sw: voorwaarden Feitelijke toestand van groot gevaar: bijv. dreiging voor ernstige aanslag op fysieke of psychische integriteit, vrijheid of eerbaarheid Men kan helpen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen. Eerste verplichting: hulp verlenen of verschaffen (eventueel tussenkomst derden) Aangifte: Zie art. 458 bis voor minderjarigen Cliënt is volwassen slachtoffer: eventueel aangifte Cliënt is dader: aangifte wanneer noodtoestand (ernstig en dreigend gevaar voor anderen, om het gevaar af te wenden) Dader en slachtoffer zijn cliënt: eventueel noodtoestand