Over opstappende, virtuele en geleide vrijwilligers. Gregory Vercauteren (FARO)
Vrijwilligerswerk? Verschillende contexten – ‘Ingebouwd’ vrijwilligerswerk: bv. bij erfgoedcellen, professionele musea, archieven… – ‘Autonoom’ vrijwilligerswerk: bv. erfgoedverenigingen
Klassieke perceptie van vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk = - onbetaald - vrijwillig -in georganiseerd verband - voor de anderen/belangeloos (en daarom goed voor de gemeenschap) -> definitie Wet op Vrijwilligerswerk -> Regeringsverklaringen -> Discours rond civil society/middenveld
Vrijwilligerswerk Vrijwillige inzet Alternatieve vormen van vrijwilligerswerk: Maatschappelijke stages, virtueel vrijwilligerswerk, tijdbanksysteem, werknemersvrijwilligerswerk, opstapvrijwilligers, burgerinitiatieven, het sociaal jaar, geleid vrijwilligerswerk… …. … ≠ onbetaald, vrijwillig, georganiseerd of belangeloos
1.Belangeloos? De opstapvrijwilliger Individualisering: ≠ bedreiging voor vrijwilligerswerk wel: vrijwilligerswerk moet aansluiten bij persoonlijke verwachtingen en leefwereld Bv. opstapvrijwilliger: jong, werkzoekend en doet vrijwilligerswerk in de sector waar hij/zij werk zoekt. Leereffecten van vrijwilligerswerk: krachtig argument om jongeren warm te maken!
2. In georganiseerd verband? De virtuele vrijwilliger Georganiseerd verband: grote kracht én zwakte (probleem van agenda’s) Virtueel vrijwilligerswerk: zeer losse organisatievorm + veel vrijheid Bv.
3. Vrijwillig? De geleide ‘vrijwillig’-er Vormen van vrijwilligerswerk opgelegd/geïnitieerd door overheid of bedrijfsleven Bv. werknemersvrijwilligerswerk: – Instrument binnen personeelsbeleid – Bewijs dat een bedrijf ‘maatschappelijk verantwoord bezig’ is Voor Vlaanderen:
Conclusies Maatschappelijk belang? Mogelijkheden voor ‘klassieke’ vrijwilligersorganisaties, om bv. meer jongeren te rekruteren?