Thema 2: Signaleren van leerlingen met dyslexie Overgang PO – VO
Schoolkeuze Wat doet de school aan dyslexie? Hebben de docenten voldoende kennis? Maar ook van essentieel belang: goede gegevensoverdracht PO – VO Aanvullende werkvorm 1 U kunt een link maken met de dvd ‘Leerlingen over dyslexie’. Hierin worden 12 VO leerlingen, die verschillende onderwijsrichtingen volgen, aan het woord gelaten. Zij vertellen over hun dyslexie aan de hand van 10 thema’s. Het thema ‘Schoolkeuze’ [2.30 min.] kan ter introductie getoond worden. Als dyslectische leerlingen de overstap naar het voortgezet onderwijs maken, zijn zij en hun ouders vaak erg gericht op het vinden van het antwoord op de vraag: wat doet de school aan dyslexie?. Mede op basis daarvan wordt de schoolkeuze gemaakt. Dat de docenten de benodigde kennis over dyslexie hebben, is hierbij natuurlijk van belang. Maar daarnaast is het voor het waarborgen van de doorgaande lijn in de ontwikkeling essentieel dat er een goede gegevensoverdracht plaatsvindt van basisonderwijs (primair onderwijs) naar voortgezet onderwijs. Door op dat vlak een goede samenwerking te realiseren, kan de leerling die de overstap maakt naar de middelbare school, vanaf het begin zo goed mogelijk worden geholpen en kan er een ononderbroken begeleiding worden gerealiseerd.
Doorstroom dyslectische leerlingen Leergeschiedenis lezen en spellen Protocollen dyslexie Elk jaar stromen er weer leerlingen met lees- en/of spellingproblemen vanuit het basisonderwijs het voortgezet onderwijs binnen. Het gaat hier om leerlingen die op de basisschool al als dyslectisch gediagnosticeerd zijn, leerlingen waar in het onderwijskundig rapport staat vermeld dat er vermoedelijk sprake is van dyslexie, maar ook leerlingen die op de basisschool geen grote problemen hebben gehad met lezen en spellen. Zij vertonen in de brugklas, dan wel in de hogere jaren, opeens uitval. Van elke leerling ontvangt de VO school een onderwijskundig rapport. Leerlingen hebben, wanneer ze op het voortgezet onderwijs komen, al een hele leergeschiedenis achter de rug. Het is noodzakelijk dat de school op de hoogte is van deze leergeschiedenis en in het geval van mogelijke dyslexie: specifiek op het gebied van lezen en spellen. Er is niet alleen een Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs. Ook binnen het basisonderwijs wordt er gebruik gemaakt van dyslexie protocollen.
Protocollen dyslexie VO Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs (Henneman, Kleijnen & Smits, 2004) PO Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 1-4 (Wentink & Verhoeven, 2003) Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 5-8 (Wentink & Verhoeven, 2004) Binnen het voortgezet onderwijs wordt gewerkt met het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs (Henneman, Kleijnen & Smits, 2004). Binnen het regulier basisonderwijs wordt gewerkt met het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 1-4 (Wentink & Verhoeven, 2003) en het Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 5-8 (Wentink & Verhoeven, 2004). De Protocollen Leesproblemen en Dyslexie zijn op de meeste scholen ingevoerd. Uit de evaluatie van het Masterplan Dyslexie in 2005 bleek zelfs dat 92 % van de basisscholen met het protocol voor groep 1-4 werkt (Ledoux, Peetsma, Emmelot, Boogaard & Emans, 2006). Meer en meer zullen de lees- en spellinggegevens dus gerapporteerd worden en meer en meer zal er effectieve begeleiding geboden worden wanneer leerlingen op het gebied van lezen en/of spellen achterblijven. Henneman, K., Kleijnen, R., & Smits, A. E. H. (2004). Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs. ’s-Hertogenbosch: KPC Groep. Ledoux, G., Peetsma, T., Emmelot, Y., Boogaard, M. & Emans, B. (2006). Evaluatie Masterplan Dyslexie (rapportnummer 747). Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut. Wentink, H. & Verhoeven, L. (2003). Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 1-4 (vierde herziene druk). Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands. Wentink, H. & Verhoeven, L. (2004). Protocol Leesproblemen en Dyslexie voor groep 5-8. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands.
Vragenlijsten Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid Om de voorinformatie van de basisschool nauwgezet in kaart te brengen, is de Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid ontwikkeld. Een basisschool kan gevraagd worden deze lijst in te vullen als er in het onderwijskundig rapport of op het aanmeldingsformulier gesproken wordt over lees- en/of spellingproblemen. De Vragenlijst is, naast in het Protocol Dyslexie VO, ook te vinden in het Protocol 5-8, waardoor basisscholen dit document vaak al zelf ingevuld zullen hebben. De Vragenlijst geeft informatie over het lees- en spellingniveau, maar ook over de manier waarop en het tempo waarin de vaardigheden zich ontwikkeld hebben. Daarnaast staat beschreven of de leerling extra hulp heeft ontvangen en waar deze extra hulp uit bestond. Het invullen van de vragenlijst vraagt van basisscholen een zekere tijdsinvestering. Het is daarom belangrijk dat zij zien dat er op het VO daadwerkelijk iets met de gegevens gedaan wordt en dat de effecten worden teruggekoppeld. Op een aantal plaatsen in het land is nauwe samenwerking tussen PO en VO scholen reeds gerealiseerd via samenwerkingsverbanden. Deze nauwe samenwerking verbetert de afstemming en de overdracht.
Onderdeel Vragenlijst leergeschiedenis lees- en spellingvaardigheid (Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs – Bijlage 1)
Koude versus warme overdracht Koude overdracht: gegevens worden middels formulieren en dossiers uitgewisseld Warme overdracht: er vinden daadwerkelijk gesprekken tussen de scholen plaats Het invullen van vragenlijsten is een vorm van koude overdracht. Met koude overdracht bedoelen we dat de gegevens middels formulieren en dossiers worden uitgewisseld. Een overdracht waarbij er daadwerkelijk gesprekken tussen de scholen plaatsvinden, noemen we een warme overdracht. Dit heeft de voorkeur, omdat er in dat geval daadwerkelijk persoonlijk gesprekken over (zorg)leerlingen gevoerd worden.
Voorbeeld warme overdracht Een warme overdracht zou er als volgt uit kunnen zien (Kleijnen, Klein, Förrer & Schoots, 2006): VO bezoekt PO school (vooraf) Aanvullend telefonisch contact (RT-VO met IB-PO) Aanvullende vragenlijst (schriftelijk) vanuit het VO (als gegevens niet duidelijk zijn) Contact met ouders en leerling over plan van aanpak (soms met leerkracht PO) RT-VO = remedial teacher van het voortgezet onderwijs IB-PO = intern begeleider van het primair onderwijs/basisonderwijs Kleijnen, R., Klein, B., Förrer, M., & Schoots, H. (2005). Procesbegeleiding overgang PO – VO. Conferentie ‘Dyslexie, daar zit meer achter’. Masterplan Dyslexie.
Maar ook…. Leerkracht groep 8 wordt uitgenodigd op VO → na enkele maanden onderwijs Telefonische terugkoppeling naar PO → eind eerste schooljaar
Knelpunten Poelman en Van den Dries (2005) geven de volgende knelpunten aan bij de overdracht: Onvoldoende aandacht voor en kennis over dyslexie op scholen Verschillende overdrachtsprocedures, onderwijsrapporten en leerling-dossiers Soms alleen maar koude overdracht De overdracht vanuit het primair onderwijs verloopt echter nog niet altijd zoals het zou moeten. Poelman en Van den Dries (2005) geven hiervoor de volgende argumenten: Onvoldoende aandacht voor en kennis over dyslexie op scholen Verschillende overdrachtsprocedures, onderwijsrapporten en leerlingdossiers Sommige VO scholen vragen alleen maar de schoolresultaten en handelingsplannen van groep 7 en 8 op. Hierdoor krijgt de VO school geen volledig beeld. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat een leerling in groep 3 moeite had met de klank-letterkoppeling en in groep 3 en 4 aanvullende leesbegeleiding heeft gekregen. Dit is niet meer te herleiden, wanneer er slechts gegevens van bepaalde groepen worden opgevraagd. Belangrijke gegevens gaan dan verloren. Soms alleen maar koude overdracht Poelman, E., & Dries, E. van den. (2005). Perspectieven voor de overdracht. Remediaal, 5(6), 40-42.
Hebben we bij betere vormgeving van de overdracht en expliciete uitwisseling van dossiergegevens de garantie dat de leerling de benodigde hulp krijgt? Wanneer de overdracht beter vorm wordt gegeven en de dossiers op een goede (warme!) manier worden uitgewisseld, is dit echter zeker geen garantie dat de leerling de hulp krijgt die hij nodig heeft. De informatie moet namelijk ook bij de docenten op het voortgezet onderwijs terecht komen. Zij zijn immers degenen die in een klassensituatie daadwerkelijk met de leerling werken. Aanvullende werkvorm 2 In het artikel ‘Perspectieven voor de overdracht’ (2005) van M. Poelman en E. van den Dries staat een voorbeeld waaruit blijkt dat het van groot belang dat de informatie die verschaft is door de basisschool ook bij de docenten op het VO terecht komt. Dit voorbeeld kunt u ter illustratie aan de studenten voorlezen. Aanvullende werkvorm 3 Hoe zorgen we ervoor dat de relevante leergeschiedenis van een leerling ook bij de vakdocenten terecht komt? Studenten maken samen een plan. Daarna vergelijken ze hun opzet met het stappenplan dat geschetst wordt in het artikel ‘Perspectieven voor de overdracht’ (2005) van M. Poelman en E. van den Dries. Op basis daarvan wordt hun plan verder aangevuld. Zijn er stappen die ze missen in het artikel? Welke stappen vinden zij overbodig? Waarom?
Zelfstudie Poelman, E., & Dries, E. van den (2005). Perspectieven voor de overdracht. Remediaal, 5(6), 40-42.