FINANCIEN BESTUURLIJKE EN FINANCIELE ASPECTEN Voorpublicatie Instrumentarium passend onderwijs November 2011
Colofon Deze presentatie is gebaseerd op de inhoud van een brochure die zal verschijnen in de reeks Instrumentarium Passend Onderwijs. Zodra wettelijke en beleids-kaders zijn vastgesteld, zal de brochure verschijnen. In deze voorpublicatie wordt de inhoud op hoofdlijnen alvast gepubliceerd. Ontwikkeling: Harry Nijkamp, Veronique Janssen, Rick de Wit.
Financiën Vier grote veranderingen: 1.Geldstromen veranderen van richting, bijvoorbeeld naar het swv in plaats van schoolbestuur. 2.De bekostiging van het (V)SO verandert en wordt vereenvoudigd. 3.Budgetten worden verevend, waardoor een andere verdeling van geld over het land ontstaat. Elke regio krijgt verhoudingsgewijs evenveel middelen voor zware ondersteuning, ongeacht de daadwerkelijke deelname. 4.Sommige budgetten krimpen door bezuinigingen
1. Veranderen van richting Rugzak: Per 1 oktober 2010 had 1% van de leerlingen in het (S)Bao een rugzak voor cluster 3 of 4. Schooldeel gaat naar het SWV. Bezuinigd op het AB-deel van het SO. Bekostiging SO: per 1 oktober 2010 was 1,7% van de leerlingen geplaatst in cluster 3 en 4. Bekostiging gaat naar SWV, waaruit SO-plaatsingen betaald worden.
2. Basis- en ondersteuningsbekostiging SO Eenvoudiger manier van bekostiging SO: -Basisdeel van de rijksoverheid. Bedrag per leerling. -Ondersteuningsdeel van het samenwerkingsverband. -Ondersteuningscategorie 1 € Meeste leerlingen -Ondersteuningscategorie 2 € L ichamelijk gehandicapt - Ondersteuningscategorie 3 € Meervoudig gehandicapt
3. Landelijke Verevening Het aantal rugzakken en de mate waarin er in een regio deelgenomen wordt aan het SO verschilt per regio sterk. Hiervoor is geen duidelijke reden. Daarom wordt hier geen rekening mee gehouden met het verdelen van budgetten voor nieuwe samenwerkingsverbanden. De middelen worden op basis van het leerlingaantal verdeeld. Dit wordt verevening genoemd. Regio’s met veel rugzakken en/of SO deelname gaan er hierdoor financieel op achteruit en omgekeerd. De verevening vindt plaats in de schooljaren tot en met en wordt gebaseerd op de teldatum 1 oktober 2011.
4. Bezuinigingen Passend onderwijs moet gerealiseerd worden met € 300 miljoen minder dan er in 2010 voor extra onderwijsondersteuning in PO en VO beschikbaar was. Ruim 80 miljoen op het AB-deel van de rugzakken. Ongeveer 85 miljoen op de basisbekostiging van (V)SO scholen. Dit leidt tot gemiddeld 10% grotere groepen. Bijna 135 miljoen op projecten en aanvullende budgetten (CUMI, PAB, TAB).
Fasering schooljaar afschaffing groeiregeling voor het (voortgezet) speciaal onderwijs. schooljaar eerste helft bezuiniging ambulante begeleiding; middelen blijven bij SO, -bezuinigingen op projecten en aanvullende bekostiging e.d. volledig doorgevoerd, -bekostiging van de REC’s stopt. schooljaar tweede helft bezuiniging ambulante begeleiding; middelen blijven bij SO. - bezuiniging op de groepsgrootte in het SO doorgevoerd. schooljaren tot en met stapsgewijze verevening van nieuwe budgetten voor zware ondersteuning - middelen voor ambulante begeleiding gaan stapsgewijs naar SWV.
Verdeelmodellen Schoolmodel – Middelen worden onder schoolbesturen/scholen verdeeld op basis van het leerlingenaantal. Expertisemodel – Het samenwerkingsverband richt een netwerk in van tussen)voorzieningen en regelt de aard, omvang en bekostiging van die voorzieningen. Leerlingmodel – Ondersteuningsmiddelen komen beschikbaar op basis van individuele handelingsgerichte diagnoses en de aanpak die op basis hiervan nodig is.
Schoolmodel Voordelen Simpel en transparant. Doet recht aan het gegeven dat de zorgplicht berust bij de schoolbesturen. De euro’s breng je bij de zorgplicht. Een school die van nature veel leerlingen “binnenboord” houdt zonder extra middelen, wordt hier nu financieel voor beloond. Nadelen Risico’s op niveau school(bestuur). Het model gaat uit van gemiddelden en kosten voor ondersteuning kunnen variëren; hoe kleiner de eenheid, hoe groter het risico. Vraag naar vangnet kan hierdoor ontstaan. Bedrijfseconomische motieven kunnen ongewild een rol spelen bij het al dan niet aannemen van leerlingen met extra ondersteuningsvragen. Bestuur SWV moet zich verantwoorden over middelen die door anderen zijn besteed. Samenwerking in regio is gering. Veel verantwoordelijkheid op school(bestuurniveau), weinig centrale sturing in het SWV.
Expertisemodel Voordelen SWV zorgt voor dekkend aanbod en stelt budget beschikbaar. Kansen voor ondernemende scholen. Snelheid van handelen: de plaatsen zijn er. Aanvullend op profielen van andere scholen, waardoor grote kans op dekkend ondersteuningsaanbod. Nadelen Voorzieningen kunnen niet van de ene op de andere dag beschikbaar zijn. Plaatsen moeten voor langere tijd worden ingekocht/gereserveerd. Leegstand van plaatsen of aanbod creëert vraag.
Leerlingmodel Voordelen Er wordt alleen maar geld ingezet als dit echt nodig is. Differentiatie naar bedragen is mogelijk. Nadelen Koppeling van geld aan ondersteuningsvraag is niet eenvoudig. Open eind financiering. Kans op ad hoc werken (en niet op basis van beleidsvorming).