Sferen in de samenleving Eerste hoorcollege inleidende cursus good governance.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Verlichtingsdenker: vertrouwen in de rede
Advertisements

De les van de graankorrel
Filosofie Op HAVO en VWO.
De Geest wil je met kracht vervullen! Philip Nunn November Nunspeet.
Dr. Wilbert Linnemans Human Sense Consultation
Welke kenmerken schrijven jij of anderen aan God toe? Roept u maar!
Welkom op TOV!. bidden Geloof & gevoel ‘ik merk niks van God’
Over consumenten, gedrag en marketing
Gods verbond met ons 1.Het is zijn verbond 2.De scheve balans in dat verbond 3.Het teken van dat verbond besnijdenis & doop 4.Leven in dat verbond.
Libertarisme Sartre Quantum mechanica Kant.
Zonde, de grootste vijand
Begrip A Een handeling uit vrije wil is een handeling waarvoor je moreel verantwoordelijk bent. Als je niet uit vrije wil handelt, dan ben je ook niet.
De christelijke boodschap
Lesgeven over duurzame ontwikkeling
Basiskennis maatschappijleer 2 klas 4
4 De kracht van de Geest.
Ethiek Waarden & normen kritisch bekeken Welkom!.
Zijn mensen vrij of is dat een illusie?
De mens is de maat van alle dingen
De stad Veelheid aan culturen, subculturen, leefwijzen, levenshoudingen, levensbeschouwingen.
Narcisme en zinervarng
Peter Schwartz The art of the long view stappenplan
Polariteit scheikundeblok.
Wat is Ethiek? Les 1.
The art of game design Hoofdstuk 20 en 21.
Godsdienst 1 1.
Woord van Leven November 2012.
Begrip B Een handeling uit vrije wil is een handeling waarin tot uitdrukking komt wat de handelende persoon zelf belangrijk vindt. Om een vrije wil te.
1. Jezus verhoogd Aan Gods rechterhand
God zegent je zodat je zult heersen 1.
Duurzame governance van duurzaamheid Vijfde college Advanced course on governance November 2007.
MENSELIJKE ONTWIKKELING OUDER-KIND RELATIE 0 – 3 JAAR
inzicht op de invloed van veranderingen op het gedrag van medewerkers
Zingen Vers 1 Al kon ik alle talen spreken van hemel en aarde,
Welkom in de trouwdienst van Edwald & Miranda
Wie is God? Kun je Hem kennen? Wat kunnen wij van Hem weten?
Mindfulness.
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Interculturele communicatie
Hoofdstuk 9: Tussenmenselijke relaties
Ethiek.
Woord van Leven Juli 2014.
Onderzoek Veteran Tapes
Inzichten opgepikt van Streetwize De straatkinderen vormen de eerste klantengroep van de mobiele school Een straatkind is een kind dat de straat als leeromgeving.
Prof.dr. Micha de Winter Universiteit Utrecht
Algemene Sociologie PA – B1
JONGEREN Pagina 24 t/m 50.
De doop in de Heilige Geest
Op hoop van zegen of vol verwachting klopt ons hart?
“Ga de weg van de liefde.”
Groepsdynamica & Interactief communiceren
Gezins- en wijkgericht werken
Hebreeen 10: 22 laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en.
Opvoedstijlen en interculturele communicatie
Levensbeschouwing Christendom (Ikos).
Levensbeschouwing Christendom (Ikos). Levensbeschouwelijke lijn Actieve pluriformiteit HumanismeIslamChristendomFilosofie.
§2: politieke stromingen en partijen:
Mirjam van Puijfelik Ethiek Ethische aspecten en professioneel handelen door de maatschappelijk werker.
Sociologie en Diversiteit hoorcollege 4
Levensbeschouwing Christendom (Icbo). ICBO Introductie Christendom voor het Basisonderwijs Kinderen nemen hun religie mee Deel van de lesstof (geestelijke.
Waarom zou ik geloven? Een uitnodiging om na te denken over je geloof Philip Nunn - De Bron Deel #1: 1 nov 2105 Deel #2: 22 nov 2105.
Het Burgerschapsmodel leidt tot een inclusieve maatschappij
DAVID PINTO
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Humanisme en ethiek Verschillende soorten ethiek? Op zich: waardevol…
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Havo lesboek deel 1 ~ Hoofdstuk 1
Doelen Aan het einde van de les weten jullie:
Ouderenmishandeling in migrantenfamilies
Transcript van de presentatie:

Sferen in de samenleving Eerste hoorcollege inleidende cursus good governance

samenleving  Tribe  Heerschap  Stad  Staat  Empire  Etc.

kenmerken  Familieverwantschap bij kleinschalige verbanden  Raciale kenmerken bij tribes  Steeds meer territoriale binding naar staat toe  Empires veroveren en verliezen territoria en invloed

sferen  Term gekozen om te vermijden dat juridische of economische begrippen domineren  Knipoog naar Sloterdijk  Sphaira is bal of globe  Sfeer is toestand waarin waarden en emoties ook een rol spelen  Intermezzo waarden

Wat is een waarde  Dringend belangrijk oordeel  Gevormd door emotie, openbaring, geloof, ervaring en kennis  Over goed en kwaad, mooi en lelijk, over waarachtig en onwaarachtig  Vaak betreffende de wereld  Bijvoorbeeld: menselijk leven verdient respect Waarden leiden tot drijfveren

Waarde en leven  Waarden horen bij je wezen  Vormen je identiteit  Kun je tot op zekere hoogte delen met anderen Komen tot uitdrukking in handelen

Waarde en norm  Waarde zelf is geen gedragsvoorschrift  Norm=gedragsvoorschrift, vloeit vaak voort uit waarde: bijvoorbeeld: gij zult niet doden is een norm die voortvloeit uit voornoemde waarde  Die norm geldt in de eerste plaats voor je eigen leven  Sommige normen zijn in het positieve recht opgenomen en voorzien van een sanctie

Universaliteitpretentie  Je kunt je niet indenken dat er betere waarden bestaan dan de waarden die je zelf hebt (dan zou je immers die andere hebben)  Sterker nog, je vindt dat de normen die uit je waarden voortvloeien ook voor anderen behoren te gelden  Die universaliteitpretentie leidt tot het streven naar hegemonie

Uitzonderingen op hegemonie  Onverschilligheid (de ander is niet voldoende waardevol om je om hem druk te maken; laat maar zitten)  Autonomie (de ander heeft het recht om overeenkomstig eigen normen te leven)  Tolerantie (ik zie af van een interventie in het niet normconforme handelen van de ander, omdat … ik hem aardig vind)

Actuele ontwikkeling  Samenleving te dicht om onverschilligheid te kunnen hanteren  Samenleving te dicht en te divers om autonomie te hanteren  Samenleving te dicht, te divers en te weinig sympathiserend om tolerantie te laten domineren

Oplossingsrichting  Universaliteitpretentie op niveau van normen komt voort uit dichotoom karakter van grondoordelen : goed versus kwaad  Dichotomie als hulpconstructie is in strijd met mijn fundamentele overtuiging over de toestand van de wereld  Matiging van pretentie zou weldadig zijn

Van “of” naar “en”  In plaats van dichotomie is spectrum op zijn plaats  Iedere positie op een spectrum is een gemengde positie  De extremen zijn absurd  Waardenschema bestaat uit tussenposities op verschillende dimensies

Dichotomie behoort bij monotheïsme  In niet- monotheïstische oriëntaties veel minder hegemoniestreving  Daar geen dichotomieën en dus geen universaliteitpretenties  Lijkt mij aanbeveling

Deugden  Deugden zijn drijfveren voor handelen die voortkomen uit waarden  Deugden beperken de mate waarin je de gelegenheid te baat neemt (“opportunita”) maar elimineren het bijzondere van de situatie niet  Deugden beperken de mate waarin je handelt naar begeerte of lust

Wil  Wil ontwikkelt zich uit waarden en behoeften  Wil is drang tot handelen  Wil drijft de mens  Deugden richten en encadreren de wil

Collectief  Wat geldt op individueel niveau, geldt ook op collectief niveau  Collectieve wil gevormd door democratisch proces  Gezaghebbende definitie van politiek luidt zelfs: bindende toedeling van waarden

Hiërarchie van waarden  Waarden hebben geen natuurlijke hiërarchie  Tussenwaarden vestigen die om dilemma's te voorkomen Voorbeeld van een tussenwaarde: ethiek is belangrijker dan esthetiek

Dilemma’s  Er is sprake van een dilemma, als ik niet meer kan handelen overeenkomstig al mijn waarden  Een dilemma duikt op bij het ontbreken van tussenwaarden  Een dilemma is niet op te lossen, maar je kunt wel goed of slecht omgaan met een dilemma

Onwaarden op spectrum  Afzonderlijke waarden vormen dimensies van een complex spanningsveld  Als beslissende tussenwaarden ontbreken, neem je spanningen waar tussen dimensies die afzonderlijke behandeling vergen  Die spanningen vergen aandacht

intercreatie  Inter=tussen  Niet bedoeld zijn bovenstaande tussenwaarden  Wel bedoeld nieuwe combinaties van posities op spectrumdimensies  Intercreatie behoort dus meer bij “en”dan bij “of”

Onwennigheid  Wij zijn niet erg gewend te redeneren in termen van waarden  Gemakkelijker om te redeneren in termen van deugden  Verval van ideologie ontneemt ons relaties tussen waarden en handelingsperspectief

Sferen in de samenleving  Betreffen dus vooral relaties  Micro, meso- en macro-niveau hangen samen, maar hoe?  Wij spreken over arrangementen  In liefde domineert wederzijds overgave,vertrouwen,altruïsme  Op markt domineert egocentriciteit, maar in contract tegelijk begrensd vertrouwen  In netwerk domineert empathie  In staat vinden we altruïsme maar tevens hegemonie van meerderheden

vertrouwen  Spectrumbegrip, dus niet dichotoom  Geen vertrouwen is verwachting dat de ander steeds het voor mij ongunstigste alternatief zal kiezen  ….. En oplopend naar “vol vertrouwen” verwachting… gunstigste alternatief  Vertrouwen hoeft niet wederzijds te zijn

empathie  Empathie is het vermogen tot “invoelen” en het verdisconteren daarvan in gedrag  Als twee actoren in een netwerk een contract sluiten, hebben ze “rekening gehouden” met de consequenties van hun actie voor andere actoren in het netwerk  Empathie is iets anders dan sympathie

Historische ontwikkeling 1  Economisch steeds grotere productie- omwegen, toenemende specialisatie  Sociaal bestaan globale netwerken van nationale staten en regio’s, maar tevens fragmentatie  Volgens norbert elias dus steeds meer interdependentie, wederzijdse afhankelijkheid =complexiteit  Daarmee gaat gepaard verlies aan autonomie van iedereen

Historische ontwikkeling 2  Overgang van feodalisme naar kapitalisme meestal beschreven als vooruitgang  Feodalisme berustte op zorgplicht van de heer ten opzichte van allen op zijn territoir en op insluiting van allen in het arbeidsproces  Kapitalisme kenmerkt zich door uitsluiting van de ongeschikte uit het arbeidsproces en door sociale zekerheid als statelijke zorgplicht