Visie van Geneeskunde voor het Volk en de inhoudelijke link met de vernieuwde PVDA? de politieke economie van de sociale zekerheid- ziekteverzekering:

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Michiel Verbeek 17 februari Wie is hoofdschuldige aan de kredietcrisis? a.De bankiers b.De toezichthouders op de banken c.De Amerikaanse overheid.
Advertisements

Crisis in vijftien vragen Van de winst eerst, naar de mens eerst.
Welvaartskloof in een duale samenleving
Van zeepbel tot zeepbel David Para Marxistische zomeruniversiteit 22 augustus 2008.
Van de economische crisis, de dingen die niet voorbij gaan…
Vandaag.
Havo 4: De arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
H3 Industralisatie en Ismen.
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
De economische positie van EU-landen Crisis in de EU.
Oerproducent (bijv. de veehouder)
De betaalbaarheid van de (eerstelijns) medische zorg
1 Rol private equity in de NL economie •Groei en innovatie •Werkgelegenheid •Herstructurering van bedrijven en sectoren.
05/07/ De handel: gaat nog jobs creëren in 2010! Dominique Michel Gedelegeerd bestuurder 25 februari 2010.
01/10/ De handel na een jaar crisis? Dominique Michel Gedelegeerd bestuurder.
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
ERASMUS+. Waarom nieuw programma? Begrotingen EU: zevenjaarlijks : Een Leven Lang Leren : Erasmus+
De Grote Depressie Herman de Jong / Faculteit Economie en Bedrijfskunde.
Natuurlijke Werkloosheid en de Phillipscurve
Globalisatie en antiglobalisatie: Waar ligt de waarheid?
Overheid beleid.
Vorige les: wat is een rechtvaardige inkomensverdeling?
1 1 Diagnoseadvies van de sociale partners over O&O en innovatie ‘Naar een meer innovatieve economie’ 18 september 2006.
1. 2 ‘EEN MANAGER MOET VAN MENSEN HOUDEN’ 3 STRATEGIE WEES GEWOON OVERTUIGD DAT HET ALTIJD MET MENSEN BEGINT.
Productiefactor Arbeid
Economische Crisis Hoofdstuk 1, paragraaf 3.
gespannen arbeidsmarkt
Welvaart Hoofdstuk 4.
Modellen VWO 6.
Welvaart Hoofdstuk 2.
3.2 De crisis van de jaren 1930.
Hoofdstuk 1: Op WereldreisBron: Blanchard, Macroeconomics Slide #1 EXTRA bij HK 1 China als zeer belangrijke factor in de “globaliserende economie” De.
Inkomen les 20 Begrippen & opgave 100 t/m Begrippen Collectieve lasten Geheel van belastingen en sociale premies.
Inkomen les 7 27 t/m 37.
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Goede tijden, slechte tijden
Economische kringloop
1.Sociale determinanten 2.Recht op gezondheid 3.GVHV in actie.
Toepassing politieke economie op de actualiteit Duitsland en het separatisme in België Sociaal-economische agenda’s achter het nationalistische opbod Duitsland.
DE SPLITSING VAN BELGIE: een bedreiging voor ons recht op gezondheid intal 13 december 2010.
Workshop duurzaam bankieren Mathias Bienstman studiemedewerker
Hoeveelheidsaanpassing II
Gezondheidsbeleid in België: uitdagingen voor de toekomst
1 Week /11/ Dalende beurzen Blijkbaar is de macht van de centrale banken in de wereld overroepen Men kan niet blijven de mensen.
Investeringen Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
AANBOD ARBEID IS GROTER DAN DE VRAAG NAAR ARBEID
Vandaag.
Herhaling Hoofdstuk 1.
1 Michiel Verbeek November 2014 Waarom gaat de economie niet een beetje beter?
Betaalbaarheid en toekomst van de Belgische gezondheidszorg
Toekomst Industrie in België Paul De Grauwe KULeuven en London School of Economics.
Economische Crisis Hoofdstuk 1, paragraaf 3.
Hoe werkt de maatschappij? Is deze maakbaar? Hoe beïnvloed je de economie?
De economische kringloop
Het huidige mainstream-denken over economie, werk en werkloosheid - en de rol van de vakbeweging Mirjam de Rijk, publicist, auteur '51 Mythes over wat.
Hoofdstuk 6 Productie.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Economische crisis Samenvatting. Hoofdstuk 1: kredietcrisis Huizen: – Om in te wonen (hypotheek – langdurige lening met onroerend goed als onderpand;
Economie.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
3.1 PRODUCTIE.
Welkom Havo 5..
Voorbeeld Weging Indexcijfers 2011 Weging x indexcijfer Voeding
Economische groei Hfst 20 Hfst 26.
Welkom Havo 5..
1. Wat is economische groei?
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Economische kringloop
Transcript van de presentatie:

Visie van Geneeskunde voor het Volk en de inhoudelijke link met de vernieuwde PVDA? de politieke economie van de sociale zekerheid- ziekteverzekering: een marxistische kijk op gezondheid en maatschappij

1. De evolutie van de crisis, van ’08 tot ’11

1a. De financiële crisis  Sep 2008: meltdown in Wall Street Dalende huizenprijzen brengen Amerikaanse banken in de problemen Banken wereldwijd verbonden via speculatie op subprime-leningen  Overheden moeten tussenkomen VS: nationalisering Fannie & Freddy, AIG,… België: 20 miljard euro voor Fortis, KBC, Dexia en Ethias Totaal: 2500 miljard dollar (vgl. bbp Afrika 2150 miljard dollar)

1b. 2009: economische recessie  Voor het eerst sinds jaren 30 daalt het wereldwijd bbp VS: -3% EU: -4% Wereldhandel -20%  Sluitingen, afdankingen… Tussen 2008 en miljoen nieuwe werklozen in Europa

1c. 2010: economische heropleving,maar…  “Toen de etterbuil van de kredietcrisis openbarstte, trokken de bedrijven abrupt aan de noodrem. Ze hielden rekening meteen langdurige recessie en snoeiden fors in de kosten. (…) Nu de omzet herstelt, creëert dat een krachtige winsthefboom.” (De Tijd, 22 okt 2010)

1d. Zware begrotingstekorten  Hulp aan banken  Meer uitkeringen, Minder inkomsten  Economische steunprogramma’s en fiscale stimuli voor bedrijven ...

 VS: schuld van 65% tot 100% = miljard (!) dollar  Europa:

  hogere rentevoeten

1e. Zomer 2011: de schuldencrisis  Beurzen gaan opnieuw zwaar in het rood, beleggers willen allemaal verkopen  Oorzaken: Geloven niet meer dat staten hun leningen terug kunnen betalen Besparingen leiden tot daling koopkracht  2 e recessie

PVDA-resolutie maart 2011  “Het kapitalistische wereldsysteem heeft opnieuw wat armslag gekregen alvorens het waarschijnlijk het hoofd zal moeten bieden aan een tweede fase van de crisis. Het geheel van financiële en economische factoren schept een mijnenveld waarin we van de ene minicrisis naar de andere gaan, in een dieper wordende systeemcrisis.”

2. Antwoord van Europa

1. Stabiliteitspact  ~ Maastrichtnormen  richtlijnen voor begrotingstekort (3%) en schulden (60%)   verplichten tot besparen (of nieuwe inkomsten zoeken) 2. Herstructureringspact (Strategie 2020)  ~ Lissabon 2010  Europa de meest concurrerende kenniseconomie ter wereld  Meer onderzoek en ontwikkeling  Meer tewerkstelling:  Tussen 20 en 64j. van 70 naar 75 %  langer werken, meer flexibiliteit 3. Competitiviteitspact voor de eurozone  Economieën moeten gelijklopen  Bestrijden inflatie: ingrijpen in lonen, index, arbeidsmarkt… 4. Permanent steunfonds 2a. ‘Economic governance’

2b. Duitsland achterna?  De wetten van Shröder en Hartz Afschaffing minimumlonen, veralgemening interim- arbeid, verplichting elke job aan te nemen   working poor 1/5 Duitsers verdient minder dan 10 euro bruto per uur 2,5 miljoen voltijds arbeidskrachten werken onder armoedegrens   het ‘Duitse mirakel’ is een expertwonder, de binnenlandse koopkracht daalt

 Maasstricht 1991 Sanering van openbare financiën voor muntunie Sanering van openbare financiën voor muntunie  Brussel 1993 Witboek Delors: Witboek Delors: Vermindering sociale bijdragen werkgeversVermindering sociale bijdragen werkgevers Flexibiliteit arbeidstijd – arbeidsmarktFlexibiliteit arbeidstijd – arbeidsmarkt  Lissabon 2000 & 2007 & Europlus pact 2011 Tewerkstellingsgraad van 61 op 70% tegen 2010 via flexibiliteit Tewerkstellingsgraad van 61 op 70% tegen 2010 via flexibiliteit Eindeloopbaanverlenging: reële pensioenleeftijd plus 5 jaar => generatiepacten Eindeloopbaanverlenging: reële pensioenleeftijd plus 5 jaar => generatiepacten Druk op lonen (index) en werkomstandigheden opvoeren Druk op lonen (index) en werkomstandigheden opvoeren 2c. Nieuw?

Europese supranationale staat  Ronde Tafel van Industriëlen (1986) => Europese Commissie => Europese Commissie => Europese Top=> Europese Top => Europese richtlijnen => Europese richtlijnen => nationale wetgevingen (80% van huidige nationale wetgevingen zijn door Europa geschreven)=> nationale wetgevingen (80% van huidige nationale wetgevingen zijn door Europa geschreven) Doel: Europa meest competitieve economie in de wereld tegen 2010 Doel: Europa meest competitieve economie in de wereld tegen 2010  Competitie tegen de VS: daar geen sociale zekerheid (SZ), geen patronale sociale bijdragen daar geen sociale zekerheid (SZ), geen patronale sociale bijdragen een economie van “Hamburgerjobs” – McDonaldization – flexibiliteit - activering een economie van “Hamburgerjobs” – McDonaldization – flexibiliteit - activering Doel: Amerikanisering Doel: Amerikanisering

Nettoloon Bedrijfs voor- heffing Werk- nemer- bijdrage Werkgevers- bijdrage Brutoloon Naar fiscusNaar RSZ Totale loonkost 34%13% Directe loonIndirecte loon

Konkurrentiekracht Ondernemingen ↑↑↑ Brussel 1993 Openbare financiën ↓↓↓ Maasstricht 1991 Loonkost ↓↓↓ Patronale Bijdragen Sociale Zekerheid ↓↓↓ Uitgaven Sociale Zekerheid ↓↓↓ Nieuwe financieringsbronnen Indirecte belastingen ↑↑↑ Prijzen ↑↑↑ Index liquideren Flexibiliteit van arbeidstijd arbeidsmarkt Lissabon ( ): ↑activiteitsgraad →70% Pensioenleeftijd + 5 jaar Europlus pact (2011) Privatisering

3. Samenhang tussen technologie, crisis en globalisering

 "Het kapitaal heeft een afschuw van de afwezigheid van winst... Met een redelijke winst wordt het kapitaal stoutmoedig. Tien procent verzekerd en men kan het overal aanwenden, 20 procent en het wordt uitbundig; 50 procent, positief roekeloos; voor 100 procent loopt het alle menselijke wetten onder de voet; 300 procent en het kent geen misdaad meer, zelfs op gevaar van de galg." Karl Marx (Het Kapitaal – 1867)

 “De machine als zodanig verkort de arbeidstijd, het kapitalistisch gebruik verlengt de arbeidsdag.”  “De machine als zodanig verlicht de arbeid, maar het kapitalistisch gebruik verhoogt de intensiteit van de arbeid.”  “De machine als zodanig is een overwinning van de mens op de natuurkrachten, maar het kapitalistisch gebruik onderwerpt de mens aan de machine.”  “De machine als zodanig vergroot de rijkdom van de producenten, maar het kapitalistisch gebruik verpaupert hen.”

Kapitaal accumul ↑ Wv ↑= Markt ↑ W ↓ V + C ↓ WTR : informatica/robotica/ communicatie/ biotechnologie/materiaal Productiviteit ↑ Zero stocks/buffer Ab ˜ Vr Markt Kwaliteit ↑ JIT MBS onderaannem uurrooster contract deeltijds interim Flexibil ↑↑↑ Staking ! Polyvalentie Inzet TW – KC - IKZ P.M. Investeringen ↑ Afschrijvingen ↑ Machinetijd ↑ ↑ ↑  noodzakelijk  mogelijk  IT-web  containertrafiek Internationalisering globalisering  werktijd ↑  shiften ↑ ↑↑↑ Rentabiliteits- probleem Realisatieprobleem lonen ↓ ↓ werkomstandigheden↓ ↓ concurrentie ↑

4. Een systeemcrisis

4a. Verklaringen voor de crisis 1. Mentale concepten.‘Oorzaak ligt niet in het systeem, wél in de natuur van de mens’. 1. Moraal: hebzucht van de bankiers, gebrek aan ethiek  Meer ethiek in de economie, ‘soberder leven, harder werken’ 2. Psychologie:’gebrek aan vertrouwen’, ‘overmoed’, ‘waanzin’ 3. Verstand: irrationaliteit, verkeerde beslissingen, verkeerd gegokt, verkeerde politiek  Slimmer ondernemen 2. Beleid. Financiële uitwassen, korte termijnwinstdenken, wilde kapitalisme door tekort aan regulering, omwille van de neoliberale politiek. ‘Angelsaksisch model’  Meer regulering door overheid, sociaal gecorrigeerde markteconomie, sociaal-democratie  Nee aan het financieël speculatief kapitaal, ja aan het industrieel productief kapitaal.

Marx Financiële bubbels hebben de latente crisis van overproductie ondergesneeuwd en uitgesteld

 Grafiek 1. Jaarlijkse groei van het reële bruto binnenlands product en de reële voorraad vaste activa in de VS (in % in vergelijking met het vorige jaar)

 Gebruik van de productiecapaciteit in de VS

4b. Vanwaar die overproductie?

Arbeid Kapitaal VraagAanbod VraagAanbod LOONLOON CONSUMPTIECONSUMPTIE Markt van consumptiegoederen Markt van arbeidskrachten PRODUCTIEPRODUCTIE

Waarde arbeidskracht Variabel kapitaal (V) Meerwaarde (M) LoonWinst 4 uur Meerwaardevoet Uitbuitingsgraad Profitorindex Arbeidsdag (8u) Mv = M/V = 4/4 = 100% Vb. 8 stoelen: 4 loon, 4 winst meerwaarde meerarbeidonbetaalde arbeid waarde arbeidskrachtnoodzakelijke arbeidbetaalde arbeid ==

Variabel kapitaal (V) Meerwaarde (M) LoonWinst 2 uur6 uur Met hoeveel stijgt de meerwaardevoet of uitbuitingsgraad? arbeidsdag M Verdubbeling van de productiviteit Welke eisen opdat Mv of uitbuitingsgraad niet zou stijgen?  Arbeidsduurvermindering met de helft zonder loonverlies of Verdubbeling van loon 6/2 = 300% = X3 8 - > 16 stoelen: 4 loon, 12 winst

Arbeid M + K = Kapitaal accumulatie Vraag Aanbod VraagAanbod VC VCM W Productie kost Markt van arbeidskrachten Markt van consumptiegoederen KOOPKRACHTKOOPKRACHT LOONLOON AFSCHRIJVINGAFSCHRIJVING

Karl Marx in Het Kapitaal (1867)  “De daling van de lonen en dus de beperking van de consumptie van de bevolking botst met de neiging van de kapitalistische productiecapaciteit voortdurend te groeien. Dat is de echte reden van de crisis van overproductie.”  “De uiteindelijke reden van elke crisis ligt altijd in de armoede en de beperkte consumptie van de mensen tegenover de ongebreidelde groei van de kapitalistische productie”

Onoplosbare tegenstellingen Productiecapaciteit ↑↑↑ > crisis van overproductie 1.Crisis van onderconsumptie, crisis van de koopkrachtige vraag 2.Crisis van te hoge productiecapaciteit 3.Crisis van ‘overtollig’ kapitaal, overaccumulatie van kapitaal. Kapitaalflow naar rendabele investeringen/beleggingen wordt geremd

Prod.Capac. Cons.Capac. Prod.Capac. Cons.Capac. ? Normaal

Grafiek 4. Evolutie van de verhouding tussen de staatsschuld en het bruto binnenlands product van Europa en de VS (in %)

4c. crisis van ’73: de uitwegen  Schulden  Globalisering Uitbreiding kapitalistische wereld SAP’s  Militarisering  Krediet  Speculatie

5. Welke bijdrage van GVHV?

Uitbuitingsgraad – meerwaardevoet De meetlat waaraan we alle ontwikkelingen en alternatieven afmeten winst mens M (winst) kapitaal V (loon) arbeid Klasse-tegenstelling

“Het essentiële element in het uitbuitingsproces is het verschil tussen wat werknemers met hun arbeid produceren en wat zij in ruil daarvoor verdienen. Dit verschil, deze meerwaarde, wordt door de eigenaar van de productiemiddelen toegeëigend als winst, om zijn kapitaal uit te breiden of zichzelf te verrijken. Dit uitbuitingsproces creëert grosso modo twee tegenover elkaar staande sociaaleconomische klassen met tegengestelde belangen: een zeer kleine minderheid die de grote productiemiddelen bezit en zich daardoor verrijkt met de meerwaarde geproduceerd door een overgrote meerderheid.(…)”

Aandeel van de lonen in het nationaal inkomen

Winsten ↑ Lonen ↓

Transfers van meerwaarden via tientallen kanalen: 1. Inlevering 2. daling patronale sociale bijdragen 3. flexibiliteit 4. outsourcing 5. werkritmeverhoging 6. herstructurering, fusies, afdankingen 7. bezuinigingen in sociale zekerheid 8. privatisering openbare diensten… 9. nieuwe belastingen/taksen/BTW 10. notionele interestaftrekken 11. te dure energie 12. te dure geneesmiddelen

“Bij ons kost paracetamol 4,50 euro, hier 70 eurocent. Aan wiens vingers is dan al dat geld blijven plakken?”

7 miljard  Eigen zak 10%->28%  Privéhospverz: 7 miljoen  Premies:X4  23% RIZIV of 13 miljard euro Op 15 jaar tijd Gezondheidsindex: Koopkracht – 4 %  Bankencrisis: 25 miljard 

Studie generatiepact GVHV: 50 – 55 jaar: 2/3 1 chronische en 1/3 2 chronische aandoeningen ManamaHaio’s

Verdeling Vermogens >1994 Iedereen levert in, behalve de 20% rijkste, zij worden rijker Rechtvaardige solidariteit = geen solidariteit in de armoede (onderaan), wel transfer van zeer rijk(bovenaan) naar niet-rijk(rest)

Uit Navarro ‘ Uit Navarro ‘WHAT WE MEAN BY SOCIAL DETERMINANTS OF HEALTH’ International Journal of Health Services, Volume 39, Pages 423–441, 2009 % van lonen in nationaal inkomen in EU Lonen ↓ Ongelijkheid ↑

6. Conclusie

Visietekst GVHV: Solidariteit: van ethiek naar wetenschap  CSDH-WHO: “Armoede is niet alleen een gebrek aan inkomen. De sociale gradiënt in gezondheid en het feit dat de armsten het meest ongezond zijn, deze ongelijkheid in gezondheid is veroorzaakt door ongelijke verdeling van inkomen, goederen en diensten en dus van kansen om een welvarend leven te leiden. (…)”

CSDH-WHO  “Deze ongelijke verdeling is in geen enkel opzicht een ‘natuurfenomeen’, maar het resultaat van een politiek die de belangen van de ene laat voorgaan op deze van de andere, al te dikwijls de belangen van een rijke en machtige minderheid over een grote machteloze meerderheid.”

Visietekst GVHV “Solidariteit staat op ethisch vlak tegenover individualisme en egoïsme. Solidariteit staat op economisch vlak tegenover winstbejag en uitbuiting. Uitbuiting betekent dat de ene mens zich verrijkt door de arbeid van anderen. Solidariteit daarentegen betekent dat de ene mens aan zijn noden kan voldoen mede met de hulp van de arbeid van anderen. (…)

“Het essentiële element in het uitbuitingsproces is het verschil tussen wat werknemers met hun arbeid produceren en wat zij in ruil daarvoor verdienen. Dit verschil, deze meerwaarde, wordt door de eigenaar van de productiemiddelen toegeëigend als winst, om zijn kapitaal uit te breiden of zichzelf te verrijken. Dit uitbuitingsproces creëert grosso modo twee tegenover elkaar staande sociaaleconomische klassen met tegengestelde belangen: een zeer kleine minderheid die de grote productiemiddelen bezit en zich daardoor verrijkt met de meerwaarde geproduceerd door een overgrote meerderheid.(…)”

“Bij solidariteit verdwijnt deze meerwaarde niet in de handen van enkelen die er zich mee verrijken, maar gaat ze naar het lenigen van de behoeften van medemensen die er nood aan hebben”.

M (winst) kapitaal V (loon) arbeid = Eerst de mensen, niet de winst Uitbuitingsgraad – meerwaardevoet - profitorindex mens winst ˄ ˅ medemens uitbuiting solidariteit Klasse-tegenstelling De meetlat waaraan we alle ontwikkelingen en alternatieven afmeten

Belang van marx. pol. eco. voor de rest van het verhaal 1. Economie bepaalt politieke en sociale omstandigheden Kapitalisme creëert ongelijkheid Kapitalisme creëert ongelijkheid 1. Beter begrip crisis Overproductie inherent aan het systeem Overproductie inherent aan het systeem Maatregelen EU geen goed plan Maatregelen EU geen goed plan