Landelijke Monitor VVE 2011 LEA-conferentie Sabine Peterink Sardes

Vooraf: wie is voor wat verantwoordelijk? Voorschools educatie: Gemeente ontvangt VVE-middelen Vroegschoolse educatie: School ontvangt gewichtenmiddelen

Wie hebben meegedaan? 216 van de 431 gemeenten 623 basisscholen met gewichtenmiddelen

Inzet gemeentelijke middelen voor VVE 77% VVE peuterspeelzaal 38% VVE kinderdagverblijf Financiering VVE in kinderdagverblijven fors gestegen in kleine gemeenten

Hoe ruim is de doelgroep? Nog geen 10% van de gemeenten beperkt zich tot gewichtenleerlingen!

Wie is de doelgroep ook al weer? Belangrijkste criterium is taalniveau. Ruime definiëring betekent een verdubbeling van het aantal doelgroepleerlingen in de gemeente!

Werving en toeleiding van kinderen naar VVE Meer dan 75% van de gemeenten onderneemt gerichte acties Vooral JGZ wordt ingeschakeld

Aantallen plaatsen voorschoolse educatie (bereik gewichtenkinderen) G4100% G3287% > inwoners45% < inwoners34%

Aanbod voorschoolse educatie 59% 54% 49% 52% 60% 69% 55% 71% 68% 85% 79% 81% 79% 85% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% G4G27> inw.< inw

Welke programma’s worden gebruikt in voorschoolse educatie? Piramide48% Ko-totaal43% Bas20% Startblokken26% Kaleidoscoop16% Speelplezier 7% Sporen 2% Overig22%

Personele inzet voorschoolse instellingen 80% van peuterspeelzaalleidsters is VVE- geschoold, in kleine gemeenten minder Ruim de helft van pedagogisch medewerkers in kinderdagverblijven heeft VVE-scholing gehad

Kwaliteit voorschoolse educatie Hoe groter de gemeente, hoe vaker twee professionele beroepskrachten op VVE-groep

Aanbod VVE in basisscholen

Welke programma’s worden gebruikt voor vroegschoolse educatie? Piramide45% Ko-totaal29% Bas23% Basisontwikkeling14% Kaleidoscoop 7% Speelplezier 2% Sporen 0% Overig15%

Personele inzet basisscholen Meer dan de helft van de leerkrachten is geschoold in het VVE-programma dat ze uitvoeren In grotere gemeenten meer dan in de kleine gemeenten

Kwaliteit vroegschoolse educatie Hoe groter het aandeel doelgroepleerlingen, hoe vaker ‘twee paar handen in de klas’

Overdracht van kinderen naar het basisonderwijs Op scholen met meer dan de helft doelgroepleerlingen is de overdracht meestal goed geregeld.

Samenwerking tussen voorschoolse instellingen en basisonderwijs Zo’n 75% van de scholen vormt een koppel met de peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf.

Opbrengsten Scholen met meer dan de helft doelgroepleerlingen zien vaker effecten op cognitief én sociaal-emotioneel gebied

Conclusies Positief: het gaat steeds beter Negatief: het kan ook veel beter