Samenvatting Wat moet je leren/ oefenen? Heel hoofdstuk 2 Begrippenlijst achterin Op onderwijsportaal, bij leermiddelen, staan heel goede oefeningen. Leraareconomie.nl
Indirecte ruil Directe ruil Ruilen van product/ dienst voor een ander product/ dienst.
Waarom geld? Ruilmiddel (zie vorige dia) Rekenmiddel (makkelijk om mee te rekenen) Spaarmiddel (is makkelijk op te bergen en gaat lang mee)
Chartaal geld Giraal geld Munten en bankbiljetten Geld op de bankrekening
Soorten ontvangsten Ontvanst zonder tegenprestatie: geld dat je krijgt waar je niks voor hoeft te doen (bijvoorbeeld zakgeld) Ontvangst met tegenprestatie: geld kan je krijgt waar je wel iets voor moet doen (bijvoorbeeld loon van een bijbaan)
INFLATIE Koopkracht Koopkracht In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht Koopkracht INFLATIE = Het geld wordt minder waard
http://www.youtube.com/watch?v=8aFkpFIKhFc
Onzeker voorval (iets wat je van tevoren niet verwacht had) Materiële schade Schade die in geld is uit te drukken. Immateriële schade Schade die niet in geld is uit te drukken. inboedelverzekering Verzekert goederen in jouw huis Premie (per maand) Opstalverzekering Verzekert jouw huis Reisverzekering Schade als je op reis bent, ook als je daar ziek wordt. Ziektekostenverzekering Vergoedt kosten als je ziek wordt.
(nieuw bedrag - oud bedrag):oud bedrag x 100 - Premie wordt berekend per promille, dus per 1000 en niet per 100 zoals bij procent - Let op! Gebruik nooit punten op je rekenmachine als het gaat over grote getallen (bv. 1.000.000). Puntjes op je rekenmachine zijn komma’s! -Verandering (zowel afname als toename) reken je uit door: (nieuw bedrag - oud bedrag):oud bedrag x 100 Gebruik altijd de haakjes!
Rente BETALEN bij geld lenen Pietje leent €30.000 bij de bank. Hij moet 6,75% rente per jaar betalen. Hoeveel moet Pietje per jaar aan rente betalen? €30.000 = 100% 1%= €30.000/ 100 1% = €300 6,75% = €300 * 6,75 6,75% = €2025 Dus Pietje betaalt €2025 rente per jaar
Verandering in procenten: Opdracht 6) maak gebruik van het HB bron 4. Ibrahim koopt een paar sportschoenen ie afgeprijsd zijn van €85 naar €59,50. Hoeveel procent bedraagt de korting? Nieuw: €59,50 Oud: €85 (€59,50 - €85) / €85 X 100 = -30 korting = 30%
Hoeveel procent is €300 van €1200? Wat is de verandering in procenten als het bedrag stijgt van €350 naar €450? Hoeveel is 18,75% van €350? 300/1200 *100= 25% (450-350) / 350*100= 28,6% 350 /100*18,75= €65,6