Object van studie Het vak geschiedenis gaat over ‘het leven’ Geschiedenis beschrijft ‘hoe het was’ Geschiedenis is geen wetenschap
De vorm van geschiedschrijving Geschiedenis is een verhaal (levendig en rijk gevuld) over het menselijk handelen
Beperkte ambitie Geschiedenis moet waarderen en een norm stellen Er is geen geschiedenis; er zijn slechts historici
Verandering en continuiteit ‘For mankind is ever the same and nothing is lost out of nature, though everything is altered’
Functie van geschiedenis Alleen vergelijkende geschiedenis telt Historici moeten zoeken naar analogieen en parallellen
Integrale geschiedenis Politieke, economische, sociale, mentale en technologische geschiedenis dienen ‘geintegreerd’ te worden bestudeerd
Stofkeuze en -ordening Het is nuttig en vruchtbaar een historisch personage als uitgangspunt van geschiedschrijving te nemen
Vaardigheden Geschiedenis vergt ambachtelijke vaardigheden: observeren, onderzoeken, ordenen
De historische ordening bij uitstek Het zuivere begrip (=Idealtype)