Staat van middelen en bestedingen De middelen opgesplitst
Binnenlands product Waarde van de productie binnen de landsgrenzen In het buitenland verdiende primaire inkomens – door het buitenland in binnenland verdiende primaire inkomens Saldo primaire inkomens + Nationaal product Waarde van de productie van Nationale productiefactoren
Som van inkomens = Netto nationaal inkomen = Netto nationaal product Incl. productie netto-investeringen afschrijvingen + Bruto nationaal product Incl. productie bruto-investeringen
inkomens = factorkosten product tegen factorkosten Kostprijsverhogende belastingen – prijsverlagende subsidies + Product tegen marktprijzen
Netto productie tegen factorkosten Bruto productie Tegen factorkosten Bruto productie Tegen marktprijzen 15 – 5 = 10 8 + 2 = 10 16 – 5 = 11 19 – 5 = 14 Bkpv –sub. = 3 19 verkoopwaarde Afsch = 1 16 Afsch = 1 16 L,p,r 8 W 2 15 L,p,r 8 W 2 15 L,p,r 8 W 2 15 5 5 5 inkoopwaarde
Netto binnenlands product tegen factorkosten = 500 Afschr: 10 Saldo primaire inkomens: - 25 Saldo B kpv – sub: 30 Bereken bruto nationaal product tegen marktprijzen Antwoord: 500 + 10 – 25 + 30 = 515 Bruto nationaal product tegen factorkosten = 600 Afschr 20 Saldo primaire inkomens 15 Verleende subsidies 8 Bruto nationaal product tegen marktprijzen 620 1) Bereken kostprijsverhogende belastingen 2) Bereken netto binnenlands product tegen marktprijzen Antw 1) 620 – 600 = 20; 20 – 8 = 12 Antw 2) 600 – 20 – 15 + 20 = 585