Sportpsychologie en Coaching

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Bram Nusselein Afdeling Medische Psychologie
Advertisements

Jongeren over politiek
KWALITEITSZORG november 2012
‘SMS’ Studeren met Succes deel 1
NEDERLANDS WOORD BEELD IN & IN Klik met de muis
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
1 Resultaten marktonderzoek RPM Zeist, 16 januari 2002 Door: Olga van Veenendaal, medew. Rothkrans Projectmanagement.
Ilse Dewitte Praktijklector KULeuven
November 2013 Opinieonderzoek Vlaanderen – oktober 2013 Opiniepeiling Vlaanderen uitgevoerd op het iVOXpanel.
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
1 - RA patiënten – Februari 2009 REUMATOÏDE ARTRITIS KENNIS – OPVOLGING – PERSOONLIJKE EVALUATIE Patiëntenonderzoek Initiatief van met de steun van nv.
MMNM 2011 Marketingcommunicatie.
Global e-Society Complex België - Regio Vlaanderen e-Regio Provincie Limburg Stad Hasselt Percelen.
 Deel 1: Introductie / presentatie  DVD  Presentatie enquête  Ervaringen gemeente  Pauze  Deel 2 Discussie in kleinere groepen  Discussies in lokalen.
Interventie en implementatie
Clinic Sportpsychologie
Inleiding Mentale Training Rico Schuijers
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
De Gouden Glans van MaS Effecten van maatschappelijke stages voor stagebiedende organisaties in Amsterdam.
REUMATOÏDE ARTRITIS KENNIS – OPVOLGING – PERSOONLIJKE EVALUATIE
INITIATIE DEFINITIESELECTIECONCIPIËREN INBEDDING IN ORGANISATIE ONDERHOUD Opdrachtgever/ Projectleider Eigenaar Architect en zijn team Stakeholders INITIATIEDEFINITIESELECTIECONCIPIËRENINBEDDINGONDERHOUD.
Hoofdstuk 5 Consumentengedrag
Kb.1 Ik leer op een goede manier optellen en aftrekken
Hoofdstuk 2 De fundamenten van individueel gedrag
Het collaboratief spelen van een educatieve game
Workshop Relationele en seksuele vorming
Nooit meer onnodig groen? Luuk Misdom, IT&T
FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU 1 Kwaliteit en Patiëntveiligheid in de Belgische ziekenhuizen anno 2008 Rapportage over.
Elke 7 seconden een nieuw getal
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Arousal, angst & stress Definities
Oefeningen F-toetsen ANOVA.
Claudia van Kruistum, Ilona de Milliano, Roel van Steensel
Wat levert de tweede pensioenpijler op voor het personeelslid? 1 Enkele simulaties op basis van de weddeschaal B1-B3.
Hoofdstuk 14 Effectieve teams samenstellen
Hoofdstuk 17 De organisatiecultuur bepalen en veranderen
Hoofdstuk 6 Leidinggeven
Organisatieverandering en organisatieontwikkeling
Hoofdstuk 12 Conflicthantering
Hoofdstuk 7 Anderen motiveren
In dit vakje zie je hoeveel je moet betalen. Uit de volgende drie vakjes kan je dan kiezen. Er is er telkens maar eentje juist. Ken je het juiste antwoord,
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling HRM BUE Middenkader 2005 Een eerste verkenning van de resultaten.
Hoofdstuk 4 Omgaan met stress en tijd
Gedrag in organisaties, 10e editie
Hoofdstuk 7 Motiveren van medewerkers
Conflicten en onderhandelingen
Gedrag in organisaties, 10e editie
Hoofdstuk 13 Conflicthantering
Hoofdstuk 9 Het aansturen van teams
Sportpsychologie en Coaching
Inger Plaisier Marjolein Broese van Groenou Saskia Keuzenkamp
Help! ‘Niet vorderende ontsluiting’
Eerst even wat uitleg. Klik op het juiste antwoord als je het weet.
STIMULANS KWALITEITSZORG juni 2014.
Portzky Michael Donderdag 2 okt 2014
In opdracht van NOC*NSF
1 Amsterdam, april 2005 Drs. Frits Spangenberg Rotary Extern imago.
Professioneel persoonlijkheidsprofiel
Gezondheid oudere migranten in Utrecht (selectie)
Openbaar je talent Service public, talent particulier.
Dossier Empowerment.
Ouders & Clubs: één doel?!
Groepsdynamica.
Groepsdynamica.
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Een vergadering organiseren
Vergadering Personeelsdienst
Gewoon pubergedrag? Over Relaties
Transcript van de presentatie:

Sportpsychologie en Coaching Algemeen gedeelte Trainer B en Instructeur B Versie van 1 februari 2003 Sportpsychologie en Coaching Algemeen gedeelte Trainer B Sportpsychologie en coaching

Algemeen gedeelte Trainer B en Instructeur B Overzicht van de presentatie Versie van 1 februari 2003 Inleiding en situering De start van de loopbaan en het al dan niet volharden in de sport Motivatie, arousal en hun relatie tot presteren Spanning en angsten. Doping in de sport Groepsdynamica en de ontwikkeling van sportteams Sportpsychologie en coaching

Inleiding en situering Plaats van het vak in de VTS opleiding Afbakening bevoegdheden Opbouw van de cursus

Plaats van het vak in de VTS opleiding Het vak sportpsychologie en coaching wordt opgenomen in het curriculum van: de opleiding Trainer B (maar niet Instructeur B) op niveau 2 de opleiding Trainer A op niveau 3

De trainer B is geen sportpsycholoog : Afbakening bevoegdheden De jeugdtrainer en (club)trainer moeten kennis hebben van de belangrijkste psychologische processen die het trainen en presteren van hun atleten/spelers beïnvloeden, in de mate dat deze zich manifesteren binnen het “normale proces” van spelen en trainen. De trainer B is geen sportpsycholoog : “schoenmaker blijf bij uw leest !”

Opbouw van de cursus Dit vak wordt opgebouwd, enigszins parallel met de loopbaan van een sportman. Hoofdstuk 1: De start van de loopbaan en het al dan niet volharden in de sport Thema’s: Talentdetectie en –ontwikkeling, trainingspersisten- tie, drop-out   Hoofdstuk 2: Psychologische sleutelbegrippen motivatie, arousal, flow en attributie Hoofdstuk 3: Psychologische processen die optreden in de periode voor, tijdens en na de competitie (de wedstrijd) Thema’s: Zenuwachtigheid en angst Het stress-proces, de concepten taakgerichtheid en resultaatgerichtheid, het gebruik van verboden prestatiebevorderende middelen, doping en/of drugs. Hoofdstuk 4: Het functioneren in een team Begrippen als cohesie, communicatie, interactie, team, groepsdynamiek, evolutie van een groep, sociogram … worden geduid in hun relatie tot presteren.

De start van de loopbaan en het al dan niet volharden in de sport Hoofdstuk 1 De start van de loopbaan en het al dan niet volharden in de sport Doelstellingen Talentdetectie Trainingspersistentie en drop-out Betrokkenheid van volwassenen in de jeugdsport Vroegtijdig sportengagement Sleutelbegrippen

Na het lezen van dit hoofdstuk moet je in staat zijn om : Doelstellingen Hoofdstuk 1. De start van de loopbaan en het al dan niet volharden in de sport Na het lezen van dit hoofdstuk moet je in staat zijn om : De verschillende fasen in talentdetectie en –ontwikkeling te onderscheiden. Talentidentificatie te bespreken vanuit een definitie van sporttalent. Verschillende methoden voor talentopsporing te definiëren met hun voor- en nadelen. De kernpunten van talentselectie te duiden. Het talentontwikkelingsmodel van Bloom uit te leggen. De belangrijkste psychologische determinanten van sportdeelname bij jongeren te noemen. Drie theoretische modellen voor sport drop-out weer te geven. Drie psychologische zorgen in verband met de invloed van derden op jongeren in de sport. De psychologische aspecten van vroegtijdige competitie bij jongeren in te schatten.

Talentdetectie Talentidentificatie De definitie van sporttalent Lichamelijke kenmerken Psychische kenmerken Ontwikkelingsstadium : Biologische ontwikkeling Trainingstoestand Twee problemen m.b.t. talentidentificatie Het criteriumprobleem Bepalen van talentidentificatieparameters Het compensatiefenomeen

Talentdetectie Talentidentificatie Talentopsporing Testbatterijen Doorlichten van grote groepen Extrapolatie van trainingscurves

Talentdetectie Talentidentificatie Talentopsporing Talentselectie Strategische keuzes actuele prestatie of prognose selectieleeftijd gebruik van een norm of een criterium Het selectiediagram

met Hoge prognosevaliditeit met Lage prognosevaliditeit Talentdetectie Het selectiediagram Selectiediagram bij Selectieparameter met Hoge prognosevaliditeit Bereikte prestatie Selectiediagram bij Selectieparameter met Lage prognosevaliditeit A : gebruikte selectiecriterium Kwadrant 3 Vals negatief Ten onrechte Niet geselecteerd Kwadrant 1 Terecht geselecteerd prestatiecriterium gebruikte B : Kwadrant 4 Vals positief Ten onrechte geselecteerd Kwadrant 2 Terecht niet geselecteerd Selectieparameter

Talentdetectie Talentidentificatie Talentopsporing Talentselectie Talentontwikkeling Kwaliteit van de begeleiding gedurende +/- 10 jaar Vorming van sportkaders Het talentontwikkelingsmodel van Bloom

3 fasen in de ontwikkeling Talentdetectie Het Talentontwikkelingsmodel van Bloom 3 fasen in de ontwikkeling Initiatie Ontwikkeling Vervolmaking Individu blij, speels, opgewonden, "speciaal", "ik doe dit graag" geobsedeerd, verslaafd, neemt verantwoordelijkheid, "dit is mijn identiteit" gefascineerd, toegewijd, "ik kan dit goed" vriendelijk, enthousiast, zorgzaam, proces-georienteerd, "motivator" succesrijk, gerespecteerd/ gevreesd, emotioneel gebonden, "coach" sterk, respectvol, vaardig, veeleisend, "didacticus" 3 betrokken partijen Mentor delen de opwinding, steunend, positief, zoeken mentor doen opofferingen, beteugelen andere activiteiten, dwingen tot keuzes Ouders/ derden nemen afstand

Trainingspersistentie en drop-out Waarom doen jongeren aan sport ? competentie verwerven (Leren) verwantschap (Samen) Activiteit (Bewegen) Plezier (Beleven) Hoe kunnen we de sport aanpassen aan de vraag van jongeren ? Waarom stoppen jongeren met sport ? Tijdrovend Ontevredenheid Voorkeur voor andere activiteiten

Trainingspersistentie en drop-out Theoretische modellen m.b.t. volharding en drop-out Competentie motivatie theorie (Harter) Prestatie oriëntatie theorie (Nicholl’s) Conceptueel model van terugtrekking in de sport (Smith) Types drop-out in de sport Onvrijwillige drop-out Resistente drop-out Vrijwillige drop-out

Betrokkenheid van volwassenen in de jeugdsport Psychologen maken zich zorgen over de relatie tussen betrokkenheid van volwassenen en : De ontwikkeling van de zelfperceptie van het kind De motivatie van het kind De emotionele ervaringen van kinderen in de sport Het panathlon manifest over de bedreiging van de positieve waarden in de kinder- en jeugdsport.

Vroegtijdig sportengagement Aanbod van aangepaste vormen van lichaamsbeweging, spel en sport Onderscheid tussen participatie en competitie Dimensies van “gereedheid” : fysieke gereedheid mentale gereedheid Het gevaar van ongepaste competitieverhoudingen

Biologische ontwikkeling Burn-out Compensatiefenomeen Drop-out Sleutelbegrippen Biologische ontwikkeling Burn-out Compensatiefenomeen Drop-out Ego-oriëntatie Kritische selectieleeftijd Prestatiecriterium Prestatieprognose Selectiediagram Taakoriëntatie Talentdetectie Talentidentificatie Talentkenmerken Talentontwikkeling Talentopsporing Talentselectie Trainingspersistentie Trainingstoestand

Motivatie, arousal en hun relatie tot presteren Hoofdstuk 2 Motivatie, arousal en hun relatie tot presteren Doelstellingen Motivatie Motivatie en presteren Arousal Sleutelbegrippen

Hoofdstuk 2. Motivatie, arousal en hun relatie tot presteren. Doelstellingen Hoofdstuk 2. Motivatie, arousal en hun relatie tot presteren. Na het lezen van dit hoofdstuk moet je in staat zijn om : Het begrip motivatie correct te omschrijven en uit te leggen door welke factoren het wordt bepaald. Algemene richtlijnen te geven om motivatie te versterken Prestatiemotivatie en/of competitiviteit te definiëren en de factoren die de relatie tussen motivatie en presteren bepalen te bespreken. De normale en gewenste ontwikkeling van prestatiemotivatie in drie stadia weer te geven Het begrip arousal te definiëren en het verschil met angst te duiden De relatie tussen arousal en presteren te beschrijven aan de hand van enkele belangrijke theorieën. Het begrip flow te definiëren

Motivatie Wat is motivatie ? Motivatie is een psychologisch begrip dat verwijst naar de richting en de intensiteit van iemands inspanningen

Motivatie Wat is motivatie ? Theoretische benaderingen van het begrip motivatie Motivatie als een persoonlijke karakteristiek Motivatie bepaald door de situatie Interactionistisch standpunt : motivatie = persoon x situatie

Theoretische benaderingen van het begrip motivatie Wat is motivatie ? Theoretische benaderingen van het begrip motivatie Richtlijnen om motivatie te versterken De situatie is vaak eenvoudiger te manipuleren dan de persoon Meerdere motieven kunnen dezelfde richting uitgaan Tegenstrijdige motieven verzoenen Motieven verschuiven in de loop van de tijd Motivatie wordt sterk door de trainer beïnvloed Motivatie is slechts één determinant van leren en presteren : maak een kosten-baten analyse van je zorg voor motivatie

Motivatie en presteren De begrippen Prestatiemotivatie en Competitiviteit

Motivatie en presteren De begrippen Prestatiemotivatie en Competitiviteit De complexe relatie tussen motivatie en presteren : Persoonlijkheid, motivatie en presteren : het motief om succes na te streven het motief om falen te vermijden Situatie, motivatie en presteren : de waarschijnlijkheid van succes de gevolgen van succes of falen Emotionele reacties, motivatie en presteren gevoelens van trots gevoelens van schaamte Attributie, motivatie en presteren stabiliteit interne of externe causaliteit locus of control Doelstellingen, perceptie van eigen kunnen, motivatie en presteren Resultaatgerichtheid Taakgerichtheid

Motivatie en presteren De relatie tussen factoren van prestatiemotivatie en succes

Motivatie en presteren De begrippen Prestatiemotivatie en Competitiviteit De complexe relatie tussen motivatie en presteren Ontwikkeling van prestatiemotivatie Stadium 1. Autonome perceptie van competentie Stadium 2. Sociale vergelijking Stadium 3. Integratie tussen taakgerichtheid en egogerichtheid

Motivatie en presteren De begrippen Prestatiemotivatie en Competitiviteit De complexe relatie tussen motivatie en presteren Ontwikkeling van prestatiemotivatie Richtlijnen voor jeugdtrainers Iedere van de vijf psychologische parameters is beïnvloedbaar Positioneer jezelf als coach in de referentietabel Creëer een taakgericht motivationeel klimaat Doelgerichtheid is eenvoudig te coachen Tracht attributies te herkennen in de boodschap van jongeren Coaches kunnen doelstellingen manipuleren

Arousal Wat is Arousal ? Arousal verwijst naar de intensiteit van de motivatie op een bepaald moment Arousal onderscheidt zich van angst Arousal verwijst naar de energietoestand van lichaam en geest : van slaap tot uiterste spanning Arousal heeft een algemene, complexe fysiologische uiting Arousal kan gemeten worden, op dezelfde manier als angst

De relatie tussen Arousal en presteren De drive theorie Wat is Arousal ? De relatie tussen Arousal en presteren De drive theorie De sociale facilitatie theorie De omgekeerde U-hypothese De theorie van de Individuele Zones van Optimaal Functioneren (IZOF) Het begrip FLOW

Drive Theorie Prestatie Arousal Arousal De relatie tussen Arousal en presteren : de drive theorie Prestatie goed slecht Drive Theorie Arousal hoog laag

Optimale Arousalzone Prestatie Arousal Arousal De relatie tussen Arousal en presteren : de omgekeerde U-hypothese Prestatie goed slecht Optimale Arousalzone Arousal hoog laag

taakmoeilijkheid Subjectieve FLOW Perceptie van eigen kunnen Arousal Flow, subjectieve taakmoeilijkheid en de perceptie van eigen kunnen taakmoeilijkheid Subjectieve moeilijk gemakkelijk bezorgdheid stress en angst weinig flow veel FLOW verveling stress en angst Perceptie van eigen kunnen hoog laag

De relatie tussen Arousal en presteren Wat is Arousal ? De relatie tussen Arousal en presteren Waarom beïnvloedt arousal het presteren Arousal verhoogt de spierspanning Arousal veroorzaakt een vernauwing van de aandacht en de concentratie

De relatie tussen Arousal en presteren Wat is Arousal ? De relatie tussen Arousal en presteren Waarom beïnvloedt arousal het presteren Manipulatie van het arousal-niveau Zelfregulatie Externe manipulatie pep-talk, muziek, video, … Somatische technieken progressieve spierrelaxatie van Jacobson, ademhalingstechnieken, meditatietechnieken, opwarming Cognitieve technieken imagery, self-talk, pep-talk

Individuele Zones van Optimaal Functioneren (IZOF) Locus of control Sleutelbegrippen Arousal Attributie Competitiviteit Drive theorie Flow Individuele Zones van Optimaal Functioneren (IZOF) Locus of control Motivatie Omgekeerde U-Hypothese Prestatiemotivatie Resultaatgerichtheid Sociale facilitatie Taakgerichtheid

Doping in de jeugdsport Hoofdstuk 3 Spanning en angsten. Doping in de jeugdsport Doelstellingen Angst Stress Meten van angst en vaststellen van symptomen Omgaan met angst en stress bij jonge sporters Doping, medicatie en drugs in de jeugdsport Sleutelbegrippen

Na het lezen van dit hoofdstuk moet je in staat zijn om : Doelstellingen Hoofdstuk 3. Spanning en angsten. Doping in de jeugdsport. Na het lezen van dit hoofdstuk moet je in staat zijn om : De verschillende vormen van angst te noemen en te beschrijven alsook hulpmiddelen te geven om verschillende vormen van angst te reduceren . Stress te definiëren en de verschillende stadia van het stress-proces te duiden. De voornaamste bronnen van stress in de sport te situeren. Uit te leggen hoe verschillende soorten angst gemeten kunnen worden en welke de belangrijkste symptomen zijn van angst en stress. Drie verschillende types atleten te noemen naargelang hun doelstellingen-oriëntatie en voor ieder type aanbevelingen te formuleren om angst en stress te reduceren in competitie. Het verschil tussen medicatie, drugs en doping te beschrijven. De drie voornaamste redenen te geven waarom atleten naar doping grijpen.

Angst Wat is Angst ? een negatieve emotionele toestand die wordt gekenmerkt door spanning, bezorgdheid en vrees wordt geassocieerd met activering of arousal van het lichaam wordt onderverdeeld in cognitieve angst en somatische angst, toestandsangst (State anxiety) en dispositieangst (Trait anxiety) er bestaat een directe relatie tussen het niveau van dispositieangst en het niveau van toestandsangst

Dispositie (aanleg) Toestand (situatie) Angst Angst Dispositionele angst Een verworven gedragstendens en deel van de persoonlijkheid. Bepaalt hoe een persoon situaties in het algemeen ervaart Toestandsangst Moment op moment verandering in gevoelens van zorg, zenuwachtigheid, en vrees, geassocieerd met arousal Cognitieve Toestandsangst Moment op moment veranderingen in zorgen en negatieve gedachten Somatische Toestandsangst Moment op moment veranderingen in waargenomen fysiologische arousal

Angst Wat is Angst ? Competitieve angst voor een wedstrijd Drie componenten : cognitieve angst somatische angst zelfvertrouwen Verloop van cognitieve angst : frequentie richting

Angst Wat is Angst ? Competitieve angst voor een wedstrijd De invloed van angst op het presteren niet uitsluitend een negatief effect ! bepaald door de interpretatie van de angstsymptomen het catastrofemodel : de omgekeerde U-hypothese in combinatie met cognitieve angst

Bij hoge cognitieve angst Het catastrofemodel Bij hoge cognitieve angst Prestatie goed slecht Bij lage cognitieve angst Arousal hoog laag

Stress Wat is Stress ? een aanzienlijk onevenwicht tussen belasting en draagkracht vooral bij opdrachten waar falen belangrijke gevolgen heeft

Stress Wat is Stress ? Stadia van stress Stadium 1. De opgelegde taak Stadium 2. Perceptie van de taak Stadium 3. Fysieke en psychologische respons Stadium 4. Gedrag onder stress

(fysiek of psychologisch) Stress De vier stadia in het stress proces Stadium 1 De opgelegde taak (fysiek of psychologisch) = belasting Stadium 2 Perceptie van de taak = draagkracht - + Stadium 4 Gedrag onder stress = positieve ervaring OF =negatieve ervaring Stadium 3 Fysieke en psychologische respons = inwendig gedrag

Stress Wat is Stress ? Stadia van stress Bronnen van stress Situationele bronnen : belang van de situatie graad van onzekerheid Persoonlijke bronnen dispositieangst zelfwaardegevoel sociale fysieke angst

Meten van angst en vaststellen van symptomen Zelfrapportering gebruik van globale en multidimensionele vragenlijsten toestandsangst : gevoelens in een bepaalde situatie dispositieangst : gevoelens los van een specifieke situatie of een specifiek moment cognitieve angst blijft stabiel tijdens pre-competitie, terwijl somatische angst toeneemt.

Meten van angst en vaststellen van symptomen Zelfrapportering Symptomen van angst en stress Coaches zijn onnauwkeurige voorspellers van het angstniveau van hun atleten Symptomen van verhoogde angst en stress : koude, klamme handen vaak naar het toilet moeten overvloedig zweten negatieve zelfpraat doffe blik in de ogen verhoogde spierspanning vlinders in de buik misselijk voelen hoofdpijn droge mond voortdurend ziek zijn moeilijk slapen niet kunnen concentreren steeds beter presteren in niet-competitieve situaties

Omgaan met angst en stress bij jonge sporters Hoe ga je na als coach of je jonge sporters onder stress staan ? inlevingsgevoel of emotionele intelligentie praten met de jonge sporter

Omgaan met angst en stress bij jonge sporters Hoe ga je na als coach of je jonge sporters onder stress staan ? Angst en stress onder controle houden door zelfvertrouwen te bevorderen een positieve omgeving bevorderen een positieve oriëntatie naar fouten en verlies inprenten de aandacht zoveel mogelijk op de taak te richten en niet op het resultaat gebruik maken van simulatietraining

Omgaan met angst en stress bij jonge sporters Hoe ga je na als coach of je jonge sporters onder stress staan ? Angst en stress onder controle houden door zelfvertrouwen te bevorderen Angst en stress zijn gerelateerd aan de wijze waarop men doelen stelt stel doelen in functie van het type atleet : uitvoering-georiënteerd succes-georiënteerd falen-georiënteerd

Doping, medicatie en drugs in de jeugdsport Terminologie Doping Drugs Medicatie Onderscheid tussen medische redenen en prestatiemotieven

Doping, medicatie en drugs in de jeugdsport Terminologie Waarom gebruiken atleten doping ? Fysieke redenen : om beter te presteren Psychologische of emotionele redenen : om zich beter te voelen en druk te kunnen verlichten Drang naar perfectie

Doping, medicatie en drugs in de jeugdsport Terminologie Waarom gebruiken atleten doping ? Problemen met onderzoek naar doping Specificiteit Anecdotische evidentie Beperkte veralgemeenbaarheid

Doping, medicatie en drugs in de jeugdsport Terminologie Waarom gebruiken atleten doping ? Problemen met onderzoek naar doping De rol van de trainer aandacht voor signalen van “gebruik” leidersfiguur tegengewicht bieden bespreekbaar maken duidelijke standpunten innemen alternatieven bieden : fairplay gezondheid en lichamelijke integriteit zelfverworven capaciteit door trainingsinspanning jongeren zijn gevoelig voor argumenten … als ze gebruikt worden

angst cognitieve angst dispositie angst doping drugs medicatie Sleutelbegrippen angst cognitieve angst dispositie angst doping drugs medicatie positieve omgeving sociale fysieke angst somatische angst stress toestandsangst zelfrapportering zelfvertrouwen

Groepsdynamica en de ontwikkeling van sportteams Hoofdstuk 4 Groepsdynamica en de ontwikkeling van sportteams Doelstellingen Groepsdynamica Groepsdynamica in de praktijk Individueel presteren en presteren in team Communicatie binnen een team Sleutelbegrippen

Na het lezen van dit hoofdstuk moet je in staat zijn om : Doelstellingen Hoofdstuk 4. Groepsdynamica en de ontwikkeling van sportteams. Na het lezen van dit hoofdstuk moet je in staat zijn om : De structuur van een bestaande groep zelf te ontleden en te tekenen. De verschillende stadia in de evolutie van groep naar team te verklaren. Maatregelen te duiden om een positief teamklimaat te creëren. De begrippen “Ringelmann-effect” en “social loafing” te omschrijven en te verduidelijken aan de hand van voorbeelden. Te duiden wat communicatie in teamsporten betekent en hoe het gemeten wordt. Drie strategieën te noemen om inadequate communicatie binnen een team te verbeteren.

Groepsdynamica Groep vs. Team een groep leden delen het zelfde algemeen doel zijn niet afhankelijk van elkaar om het doel te bereiken een team leden delen één gemeenschappelijk doel leden zijn rechtreeks afhankelijk van elkaar

Groepsdynamica Groep vs. Team Groepsstructuur en onderlinge relaties vijf dimensies : in – uit boven – onder kort – ver voor – tegen stimulerend – remmend

Groepsdynamica Groep vs. Team Groepsstructuur en onderlinge relaties Het sociogram

Club Leukovoc Gert Karel’s ploeg Groepsdynamica Voorbeeld van een sociogram uit het startverhaal Club Leukovoc Gert + + + Karel’s ploeg Karel Bert + Jan + - + Piet + Tom Bart Ward

Groepsdynamica Groep vs. Team Groepsstructuur en onderlinge relaties Het sociogram Evolutie van een groep naar een team model met vijf stadia vier stadia model van Weinberg en Gould

Taakgericht - Inclusief - Afhankelijk Groepsdynamica Evolutie van een groep naar een team Model met vijf stadia Stadium 1 Taakgericht - Inclusief - Afhankelijk coach

Voorschriften – Similariteit – Neiging tot onafhankelijkheid Groepsdynamica Evolutie van een groep naar een team Model met vijf stadia Stadium 2 Voorschriften – Similariteit – Neiging tot onafhankelijkheid coach

Rollen – Invloed – Onderlinge afhankelijkheid Groepsdynamica Evolutie van een groep naar een team Model met vijf stadia Stadium 3 Rollen – Invloed – Onderlinge afhankelijkheid coach

Gedrag – Gelijkwaardigheid – onderlinge afhankelijkheid Groepsdynamica Evolutie van een groep naar een team Model met vijf stadia Stadium 4 Gedrag – Gelijkwaardigheid – onderlinge afhankelijkheid coach

Emoties – Openheid – Onderlinge afhankelijkheid Groepsdynamica Evolutie van een groep naar een team Model met vijf stadia Stadium 5 Emoties – Openheid – Onderlinge afhankelijkheid coach

Stadium 1. Forming Stadium 2. Storming Stadium 3. Norming Groepsdynamica Evolutie van een groep naar een team Model met vier stadia (Weinberg & Gould) Stadium 1. Forming Stadium 2. Storming Stadium 3. Norming Stadium 4. Performing

Groepsdynamica in de praktijk Actief luisteren naar jonge sporters

Groepsdynamica in de praktijk Actief luisteren naar jonge sporters Aan de slag met een sociogram stappen : personen en hun in-uit dimensie t.o.v. de groep leiders en volgers (hoog – laag dimensie) onderlinge band (kort – ver) plaats + en – tekens (voor – tegen) neem jezelf op en de relaties tot de atleten Meerdere momentopnames maken

Groepsdynamica in de praktijk Actief luisteren naar jonge sporters Aan de slag met een sociogram Hoe een effectief teamklimaat creëren ? sociale ondersteuning bieden nabijheid stimuleren onderscheid t.o.v. anderen benadrukken eerlijk zijn en vertrouwen wekken uniformiteit nastreven

Individueel presteren en presteren in team Verhouding tussen individueel presteren en presteren in team actuele productiviteit = potentiële productiviteit – verliezen door gestoord groepsproces Twee soorten verliezen : motivationeel taktisch - coöperatief

Individueel presteren en presteren in team Verhouding tussen individueel presteren en presteren in team Het Ringelman-effect

Individueel presteren en presteren in team Verhouding tussen individueel presteren en presteren in team Het Ringelman-effect Social loafing Oorzaken : Het strever-effect De minimaliseringsstrategie De toewijzingsstrategie Het meeloper-effect

Individueel presteren en presteren in team Verhouding tussen individueel presteren en presteren in team Het Ringelman-effect Social loafing Hoe social loafing aanpakken ? Benadruk de individuele rol binnen het teamconcept Individuele communicatie Zelfconfronotatie Leer het individu ook de rol van anderen kennen

Communicatie binnen een team Wat is communicatie ? communicatie in een groepsactiviteit is het observeerbaar proces van conotacten tussen de deelnemers die groepsopdrachten oplossen

Communicatie binnen een team Wat is communicatie ? Hoe wordt communicatie in de sport geregistreerd ? zelfrapportering observatietechnieken frequentie van verbaal en non-verbaal gedrag Gedrag in functie van oriëntatie, planning en coördinatie Stimulatiegedrag Evaluatiegedrag Taakirrelevant gedrag Prestatiegedrag

Communicatie binnen een team Wat is communicatie ? Hoe wordt communicatie in de sport geregistreerd ? Inadequate communicatie situationele moeilijkheden zwakke emotionele controle stress en impulsief of agressief gedrag

Communicatie binnen een team Wat is communicatie ? Hoe wordt communicatie in de sport geregistreerd ? Inadequate communicatie Communicatie bevorderen in een team de groep of teamsamenstelling veranderen opnieuw ontwerpen van groepstaken management van communicatief gedrag

actuele productiviteit boven-onder dimensie Communicatie forming groep Sleutelbegrippen actuele productiviteit boven-onder dimensie Communicatie forming groep groepsdynamica groepsproces in-uit dimensie kort-ver dimensie norming performing potentiële productiviteit Ringelmann-effect Social loafing sociale steun sociogram stimulerend-remmend dimensie storming team teamklimaat voor-tegen dimensie