WAT DOE JE MET DIE MASSA AMATEURS? Congres Wat doe je? Veiligheidsregio Amstelland 16 februari
SOORTEN EVENEMENTEN GROOTSCHALIG <> KLEINSCHALIG –BIJV: Hadj (3 miljoen) <> Rommelmarkt (300) EEN PARTIJ <> TWEE (of meer) PARTIJEN –BIJV: Dance party <> Ajax-Feyenoord GEPROGRAMMEERD <> GEEN PROGRAMMA –BIJV: Concert <> Oudjaarsviering EXTERN DOEL <> AMUSEMENT –BIJV: Demonstratie <> TT nacht MIDDELENGEBRUIK <> DROOG –BIJV: Uitgaansavond <> congres Milli Görüş
SOORTEN DEELNEMERS Er bestaan veel groeps- of sub-culturen Voor een goede begeleiding moet men die kennen Het is riskant als twee potentieel vijandige subculturen samen aanwezig zijn Zich verdiepen in individuen heeft weinig nut: men kan mensen niet veranderen en nauwelijks selecteren Wel kan men trachten de emoties te sturen: fight/flight/freeze Voor sturing is grondige kennis subcultuur bij alle betrokkenen nodig En: Continue monitoring van publiek
SOORTEN ORGANISATOREN Vergeleken met de deelnemers zijn organisatoren en evenement managers een nogal homogene groep Ze zijn intensief bezig met het evenement, maar gaan daarbij vaak sterk uit van hun eigen inzichten Ze zijn bovendien intensief bezig met zichzelf –Vooropgezette ideeen –Trots van de professional –Carriere –Competitie met andere managers –Conflicterende inzichten binnen organisatie –Angst voor reputatieverlies
© 2006 JP van de Sande RuG Enkele voorbeelden van Professioneel
© 2006 JP van de Sande RuG Wat is een professional? Letterlijk: een beroepsuitoefenaar met borging VOORDELEN: Iemand die afstand heeft tot zijn werk, die er emotioneel niet bij betrokken is Die zich met zijn positie identificeert Die zijn opbrengst vooral uit de resultaten haalt (extrinsieke motivatie) NADELEN: Iemand die afstand heeft tot zijn werk, die er emotioneel niet bij betrokken is Die zich met zijn positie identificeert Die zijn opbrengst vooral uit de resultaten haalt (extrinsieke motivatie)
© 2006 JP van de Sande RuG Wat is een amateur? Letterlijk: een liefhebber (nog ernstiger: dilettant) VOORDELEN: Iemand die van zijn werk houdt, die er emotioneel bij betrokken is Die zich met de inhoud van het werk identificeert Die zijn opbrengst vooral uit het werk zelf haalt (intrinsieke motivatie) NADELEN: Iemand die van zijn werk houdt, die er emotioneel bij betrokken is Die zich er mee identificeert Die zijn opbrengst vooral uit het werk zelf haalt (intrinsieke motivatie)
Voorlopige conclusie Profs en amateurs zullen moeilijk communiceren Want 1.De een is emotioneel, de ander tracht rationeel te zijn 2.De een is betrokken, de ander afstandelijk 3.De een heeft geen positie, de ander wel 4.Ze hebben verschillende motivaties 5.De amateur is op eigen terrein, de prof eigent zich dat toe 6.De prof werkt volgens regels die publiek niet begrijpt
Hoe communiceert U? Hele groepen, laat staan massa’s zijn lastig te bereiken. Wel kunt U met individuen spreken (ontklonteren) Maar tijdens legt dat weinig zoden op de dijk Wel als U vooraf contact heeft met leiding Maar vaak is er geen leiding Dus U communiceert via symbolen
Enkele misvattingen 1.Een massa is een eenheid AARDAPPELPUREE? Nee, aardappels! 2.Kleinere eenheden zijn soorten publiek (bv jongeren, voetbalsupporters, PVVers) BUREAUCRATIE, MARKETING. Nee, clubjes 3.Een massa kan gestuurd worden Nee, mensen doen wat ze het beste vinden 4.Sturen doet men door maatregelen de SITUATIE beinvloedt wat mensen willen 5.Maatregelen sturen gedrag meer dan voorbeeldgedrag 6.Mensen zullen U gehoorzamen, al kennen ze u niet 7.Gezag werkt ook in crisissituaties FORMEEL VS INFORMEEL 8.De positie van de hoogste laag is irrelevant PLEURIS 9.Men kan zich overal op voorbereiden HYBRIS 10.Door mensen gemaakte problemen kunnen met technische middelen opgelost C2000,TASERS, PEPPERSPRAY 11.Techniek werkt juist in noodsituaties goed MURPHY
© 2006 JP van de Sande RuG Door conflict wederzijds vijandbeeld VRIEND VIJAND MENS ROBOT VERZETSSTRIJDER TERRORIST HELD GEK of ROEKELOZE goed slecht dapper laf sterk zwak MAAR GEVAARLIJK taai koppig WIJZIJ
Goed Bezig
Ramp & crisis Een ramp is als er iets fysiek fout gaat DAN KOMT DE CALAMITEITENORGANISATIE IN ACTIE EN BLIJKT: Een crisis is het als het er op of er onder is Crisis is meestal niet fysiek, want fysiek duurt niet zo lang Dus is het menselijk en dan vaak bestuurlijk Bij crisis merk je duidelijk dat een systeem meer is dan het lijkt Daarom hebben we de Wet van Pleuris ontwikkeld
© 2006 JP van de Sande RuG De wet van Pleuris P = VRM² P= pleuris-sterkte V= verwijtbaarheid R= relevantie M= mediageniekheid
Onderzoek naar gedrag bij rampen Gwynn & Galea (2002) slecht 5% van gedrag bij evacuatie is irrationeel. Zie ook Wood (1990) Bellamy (1989) omroepinstallatie effectief bij evacuaties Proulx & Sime (1991) relevante factoren bij ontruimingen NIBRA (2005) Zelfredzaamheid en fysieke veiligheid van burgers [geeft goed overzicht] Weil, (1973) –1. Crowd panic, that is, headlong and terror-stricken flight, is a very rare occurrence in disasters. –2. Looting is a relatively minor problem in most disasters. –3. There are very few instances of a breakdown in moral codes. –4. Populations which have been struck by a disaster are not a dazed, helpless crowd. –5. Disaster victims are seldom reduced to the level of thinking only of their personal survival. –6. Disaster-stricken people generally do not exhibit outbursts of hysteria, screaming and weeping. –7. Emotional and physical reactions are fairly widespread following a disaster, but they tend to be temporary. –8. There is no clear evidence that disasters produce an increase in neurosis, psychosis and other mental illnesses. However, prolonged stresses may produce or evoke psychological disturbances, especially in predisposed individuals. –9. Children generally do not cause special problems, especially if they are not separated from their parents Beste bron: Drabek: (1986) Human System Responses to Disaster: An Inventory of Sociological Findings. London. Springer-Verlag
Crisiscommunicatie Heeft twee doelen: 1.Efficiënt verloop van crisis processen 2.Geruststelling, image en andere attitudecomponenten –Doel 1 richt zich meestal alleen tot de professionals. Bevolking wordt als slachtoffers/vee behandeld –Doel 2 lijkt vooral gericht op het behalen van positieve evaluatie achteraf (Pleurisvermijding) –Er is weinig neiging het waarom van de regels en richtlijnen uit te leggen –Men acht het overbodig, ja zelfs gevaarlijk openheid te geven. Men claimt meer controle dan men heeft. –Er is weinig neiging na te denken over sociale technologie, men concentreert zich op de techniek
Problemen bij Crisiscommunicatie Veruit het belangrijkst: Onvermogen zich in te leven in positie van de anderen 1.Door drukke besognes van iedereen 2.Door sterke preoccupatie met eigen problemen 3.Door aanwezigheid van vele met de streek onbekende hogeren 4.Door uitval van normale kanalen (bv. door storingen) 5.Door ontbreken sitraps mbt toestand van mensen die niet bereikt kunnen worden Vanzelfsprekende aanname dat iedereen gelijk is en dus gelijk bereikt moet worden Veel beter is het van te voren de gatekeepers te selecteren en voor te bereiden.
© 2006 JP van de Sande RuG De geruchten rond het grote ongeluk Bijlmerramp (4 oct 1992) –4000 eerste schatting. Na 14 dagen 43 Enschede (13 mei 2000) –4400 eerste schatting. Na 10 dagen 21 WTC aanslag (11sept 2001) –30000 eerste schatting. Na 3 weken 2800 Maar ook: Aardbeving Haiti (12 januari 2010) – duizenden doden eerste schatting. Na 4 weken
2 slot
De risisco-maatschappij Sinds 1900 is in de USA de gemiddelde leeftijd bij overlijden met bijna 50 jaar toegenomen Het aantal doden door ongelukken is gehalveerd Wildavsky: we zijn nog nooit zo gezond geweest en ook nog nooit zo bang We zijn continu op zoek naar risico's die we vervolgens willen beheersen Hoe meer we er vinden, hoe meer nieuwe we ontdekken en ieder heeft zijn favoriet Voor al deze risico's willen we eigenlijk beleid ontwikkelen
Beleid heeft onbedoelde gevolgen (Merton, 1936) Beleid is gericht op het verbeteren van een toestand Maatregelen hebben, naar men aanneemt gunstige gevolgen voor die aspecten waar men zich bewust van is Er zijn ook vele aspecten die men niet in de redenering betrekt omdat men ze niet ziet Het effect op deze aspecten is dus niet voorzien We noemen dat onbedoelde gevolgen Deze kunnen soms zo nadelig zijn dat ze het nuttig effect van de bedoelde gevolgen overtreffen
10 Onbedoelde gevolgen van huidig beleid 1.Door nadenken over mogelijkheden worden steeds meer mogelijkheden saillant. Daardoor moet steeds meer georganiseerd worden 2.Hoe hoger de kwaliteit van diensten, hoe hoger de standaarden 3.Door organiseren voorbereiding wordt reactie meer star 4.Grotere efficiency leidt tot mindere kwaliteit 5.Door professionalisering daalt efficacy publiek 6.Door professionalisering ontstaat valse zekerheid 7.Als er iets mis lijkt te gaan dus grote commotie 8.Door continue verandering en vernieuwing gaat vertrouwen verloren 9.Door wonderen der techniek verwacht iedereen wonderen 10.Door statistische benadering raakt individu i.d. knel
Kans op onbedoelde gevolgen 1.Hoe complexer een systeem is, hoe groter de kans op OG 2.Hoe meer het beleid door ethische overwegingen gestuurd wordt, hoe minder discussie en hoe minder aandacht voor werkelijke situatie en dus hoe meer OG 3.Bij korte termijn beleid hogere kans op OG op lange termijn en omgekeerd 4.Als steun voor beleidsmakers niet unaniem is, is tegenwerking door andere partijen waarschijnlijk. Hoe meer tegenwerking, hoe meer OG 5.Schijnbare OG: soms bedoelen beleidsmakers iets anders dan ze zeggen te bedoelen en zijn OG feitelijk bedoeld.
© 2006 JP van de Sande RuG Rationaliteit Is vooral een overweging in Prescriptieve (Normatieve) modellen. Wat is Rationaliteit? –Keuzemakers hebben als doel de eigen opbrengst te maximaliseren –Keuzemakers weten voor welke termijn ze kiezen –Keuzemakers zijn volledig op de hoogte van de regels en mogelijkheden van de situatie, en kennen de kansen –Keuzemakers kennen utitilies van alle mogelijke uitkomsten en kunnen deze met elkaar vergelijken