PROVINCIE GRONINGEN 12 NOVEMBER 2008 WWW.VANDESANDEINLEZINGEN.NL WIE DOET ME WAT? EEN SOCIAAL-PSYCHOLOGISCHE VISIE OP DUURZAME ONTWIKKELING PROVINCIE GRONINGEN 12 NOVEMBER 2008
Goed Bezig Geef ik aan studenten. ook aan Jullie GB: onder indruk van congres. Geweldig veel inhoud, gerund als POW kamp
1 DE VERHOUDING NATUUR-MENS & DE VERHOUDING MENS-NATUUR
Hoeveelheid mensen
Er is veel veranderd Niet zo duurzaam, dus Bevolking is enorm snel toegenomen Techniek is enorm snel geëvolueerd Dat gaf ons een enorme toename in macht over de natuur Daardoor is onze kennis enorm toegenomen Daardoor is het aantal vragen enorm toegenomen Dus is de specialisatie enorm toegenomen En de organisatie moest dus heel sterk toenemen Wat weer maakte dat onze afhankelijkheid enorm toenam En dat alles in twee eeuwen 200 jaar= 1/1000e van mensengeschiedenis Niet zo duurzaam, dus
Improvement takes much time kunnen die knotsen niet wat duurzamer? TECHNOLOGY MEETS THE CAVE MAN Our model exists some 200.000 years Of those years 198.000 were before Christ All that time we were building up our civilisation After 199.900 years, some amazing developments took place: We developed the technical means to deplete all fossil material built up in the last 3 billion years We developed the technical means to raise average age about 50 years We developed the technical means to combat almost every kind of disaster We developed the technical means to create disasters on an unheard of scale These means were then used by people who had the reflexes of cavemen een ramp voor de natuur
De mens verandert eigenlijk niet Voortplanting (Hofmaken, Paring, Stalking, Porno, SEXINDUSTRIE) Kinderzorg (Temperatuur, Voedsel, Veiligheid, WOONERF, KINDERINDUSTRIE) Erbij horen (Kudde, School, Zwerm, Familie, Stam, Netwerk, Volk, Natie, COMMUNITY) Territorium maken (Gebied, Gebouw, Persoonlijke ruimte, Eigen plek, WOONINDUSTRIE) Communicatie (Signaalsystemen, Taal, Media, EMAIL, CHAT, GSM, COMM.INDUSTRIE) Verkennen (Omgeving, Sociale netwerk, Wacht houden, Krant lezen, INTERNET, TV, MEDIA) Status (Dominantiehierarchie, Ambitie, RESPECT, RECLAME, STATUSINDUSTRIE) Agressie (Dreigen, Vecht/vlucht, Jagen, Doden, ZINLOOS GEWELD, VECHTINDUSTRIE) Fourageren (Zoeken, Eten, Delen, Herkauwen, Cantine, ***, CONSUMEREN, McDONALDS) Voorraad maken (Eikeltjes, Hamsteren, Vrienden, Banken, RIJK WORDEN, FINANCE) Bouwen (Hol, Nest, Val, Dam, Kantoor, Stadion, SCHOENENDOZEN, BOUWINDUSTRIE) Ruilen (Quid pro quo, oog om oog, geschenken, ruilhandel, HANDEL) Lichaamsverzorging (Gladstrijken, Wassen, Vlooien, COSMETICA & MODE INDUSTRIE) Afwachten (Pauzeren,Wachten, Uitrusten, Zonnen, LEKKER LUIEREN, GEMAKSINDUSTRIE) Migratie (Trek, Nomadisme, Auto's, UITGAAN, MIGRATIE, VACANTIEINDUSTRIE ) Spel (Sociaal, Vecht/vlucht, Prooi, Paintball, Status, Pokeren, Poppen, COMPUTERSPELLETJES, SPEELINDUSTRIE C O N T R L E M H A I S GETRANSFORMEERD DOOR CULTUUR EN DUS DOOR TECHNIEK Wel aardig duurzaam, dus
Maar de techniek verandert sterk! De techniek en de organisatie daarvan zijn enorm toegenomen en hebben revolutie ondergaan. Dit maakt ons extreem afhankelijk van de infrastructuur. Soorten techniek: Energie techniek: stroom, benzine, kernreactoren Regel techniek: computers, software, robots Distributie techniek: Verkeer, zee- en lucht-vaart, logistiek Fysische & Chemische techniek: Apparatuur en chemicaliën Medische techniek: Hygiëne, geneesmiddelen, Diagnostiek Communicatie techniek: Drukpers, TV, radio, telefoon, internet Economische techniek: Marketing, modellenbouw, accountancy Sociale techniek:Training, therapie, ergonomie, mediatechnieken, organisaties Totaal niet duurzaam, dus
Geen wonder dat we in de war zijn
NATUUR-MENS De natuur (het geborene, het oorspronkelijke, de aard) is door mensen altijd opgevat als de natuurlijke vijand Grote en voor mensen fatale risico's liggen bv. in ziekten, het weer, overstromingen, geologie, de zee, flora & fauna Ook de mens hoort tot de natuur en hij vormt het grootste risico voor zijn medemens (Homo homini lupus. Hobbes, 1651) De natuur laat zich gemakkelijk knechten, doch slechts op kleine schaal en tijdelijk (tuintjes, akkertjes, kanaaltjes, huisjes, beestjes) Er is zeer veel natuur, dus dat knechten viel wel mee, behalve in de Republiek der Verenigde Nederlanden dan Die was een soort achtste wereldwonder (Broek in Waterland) Al onze eigenschappen zijn in een ongeknechte, natuurlijke omgeving geselecteerd
De mens reist langs twee sporen © 2006 JP van de Sande RuG NATUUR Niets dierlijks is ons vreemd Instincten en emoties Gedragsmechanismen Langzame ontwikkeling Samenleving: Gemeinschaft Behoefte aan erbij horen Groepsdoelen Plicht; Eer; Traditie Conservatief; Stabiliteit Religie; Magie Strong ties Specifieke reacties op crisis IMPROVISATIE Fight-Flight Arousal Cohesie CULTUUR Ratio beïnvloedt gedrag Normen & Waarden Kosten-Baten analyse Snelle planning Samenleving: Gesellschaft Behoefte aan vrijheid Individualistische doelen Vrijheid; Geld; Vernieuwing Progressief; Schijnverandering Ideologie; Techniek Weak ties Specifieke reacties op crisis PLANNING Prioriteiten stellen Professionaliteit Organisatie zijn worden
Cultuur is flexibel, de fundering ervan minder Cultuur is flexibel, de fundering ervan minder. Dus in het ideale geval:
MENS- NATUUR I Naarmate we de natuur beter kunnen beheersen ontstaat de mogelijkheid haar te beminnen, maar dan in getemde vorm De mens is dus zeer gemotiveerd de natuur te beheersen, want hij wil de natuur gaarne liefhebben (sinds JJ Rousseau) Beheersen gebeurde tot in de 18e eeuw door magisch/religieuze middelen (totems, tempels, offers, spreuken) Daarna meer succesvol door technische middelen Beheersing der natuur werd tot beleid Beleid heeft onbedoelde effecten en de belangrijkste daarvan is meer beleid En daar leven jullie van
Unintended consequences (Merton, 1936, Boudon, 1977) Beleid is gericht op het verbeteren van een toestand Maatregelen hebben, naar men aanneemt gunstige gevolgen voor die aspecten waar men zich bewust van is Er zijn ook vele aspecten die men niet in de redenering betrekt omdat men ze niet ziet Het effect op deze aspecten is dus niet voorzien We noemen dat onbedoelde gevolgen Deze kunnen soms zo nadelig zijn dat ze het nuttig effect van de bedoelde gevolgen overtreffen
Unintended consequences (Merton, 1936) + Factor 1 BELEID POSITIEVE GEVOLGEN Factor 2 Factor 3 NEGA- TIEVE GEVOLGEN Factor 4 Factor 5 Factor 6 -
10 Onbedoelde gevolgen van huidig beleid Door nadenken over mogelijkheden worden steeds meer mogelijkheden saillant Daardoor moet steeds meer georganiseerd worden Door organiseren en voorbereiding wordt reactie meer star Door nadruk op professionalisering tweedeling Door professionalisering daalt efficacy publiek Als regels voor iedereen gelden, gaat het idee persoonlijk aangesproken te worden verloren Door gebruik van statistische argumenten, verdwijnt de contextgevoeligheid van redeneringen Als anderen voor je denken hoef je zelf niet Door vroege waarschuwing ontstaat gewenning aan angst Gewenning aan angst geeft onverschilligheid en wantrouwen in overheid (Eiser, Reicher & Podpadec, 1994)
Kans op onbedoelde gevolgen Hoe complexer een systeem is, hoe groter de kans op OG Hoe meer het beleid op goede bedoelingen ipv realistische analyse is gebaseerd, hoe hoger de kans op OG Hoe homogener groep beleidsmakers, hoe meer OG Als door nieuw beleid gevoel van duurzaamheid toeneemt, gaat men zich verspillender gedragen Bij korte termijn beleid hogere kans op OG op lange termijn en omgekeerd Als beleid en uitvoering in verschillende handen liggen stijgt kans op OG sterk Hoe meer tegenwerking door ontbreken unanimiteit, hoe meer OG Schijnbare OG: soms bedoelen beleidsmakers iets anders dan ze zeggen te bedoelen en zijn OG feitelijk bedoeld.
MENS-NATUUR II Wat doet de mens graag met de natuur en wat niet? Hiertoe kunnen we het beste bij kinderen beginnen Kinderen (maar vele mannen ook) vinden leuk: Vuurtje stoken en rommel maken Stoer doen Bomen omhakken Hutten bouwen Kinderen (maar vele mannen ook) hebben een hekel aan: Opruimen en schoonmaken Zuinig doen Wachten tot iets gegroeid is Viezigheid (als het echt vies is) Dit alles is via conditionering goed te beïnvloeden Maar niet eindeloos. Dus kennis van psychologie nuttig Erg nuttig is ook het wekelijks lezen van Adformatie
Moderne inzichten over denken Verschillende typen denken, met eigen wetmatigheden: Problem solving, Attributie, Persoonswaarneming, Zelfbeeld Mensen zijn ‘cognitive misers’: heuristieken: Representativiteit(waar lijkt het op?) Toegankelijkheid(komt het me bekend voor?) Anchoring(wat is normaal met dit soort dingen?) Denken berust sterk op geheugen(retrieval/imprinting; short/long-term) Denken bij dreigend verlies gaat voorzichtiger dan bij winstverwachting (Gain-Loss frame) Denken gaat via schemata (klaar liggende verbanden tussen concepten) Mensen kunnen niet meer dan 5 ballen in de lucht houden Denken wordt sterk beïnvloed door Biases (Self serving/ Actor-Observer/ Positivity/ Primacy-recency) Denken sterk beïnvloed door Toegankelijkheid/Priming Denken komt meestal pas na nemen beslissing. Misschien heet het daarom wel: Na-denken
Ouderwetse inzichten over denken Hij ziet de splinter in het oog van de ander, maar niet de balk in zijn eigen oog =actor-observer bias Een ezel stoot zich in ‘t gemeen, geen tweemaal aan denzelfden steen Voorzichtigheid is de moeder der porceleinkast =Loss frame Zoals de waard is, vertrouwt ie zijn gasten =false consensus Elk denkt zijn uil een valk te zijn =onrealistisch optimisme L’embarras du choix =Hoe meer keuzes je iemand geeft, hoe moeilijker de keuze wordt: 5 ballen De eerste indruk is belangrijk =Primacy effect Waar het hart vol van is, loopt de mond van over =toegankelijkheid
Eeuwig inzicht over denken © 2006 JP van de Sande RuG EPIMETHEUS PROMETHEUS IS ZOU MOETEN BESCHRIJVING WENS WERKELIJKHEID IDEAAL alle gevolgen bedoelde gevolgen HEDEN psychologie TOEKOMST POLITIEK theorie utopie BELEID TOETSING DATA HYPOTHESEN realisme optimisme
ALS GEEN ANDER HEEFT DE AMBTENAAR MET BEIDE TE MAKEN IK WENS U VEEL WIJSHEID EN WEINIG PERSONEEL
Enkele diversen
PROBLEMSOLVING voor de AMBTENAAR
Rationaliteit © 2006 JP van de Sande RuG Is vooral een overweging in Prescriptieve (normatieve) modellen Wat is Rationaliteit? Keuzemakers kennen utilities van alle mogelijke uitkomsten en kunnen deze met elkaar vergelijken Keuzemakers hebben als doel de eigen opbrengst te maximaliseren Keuzemakers weten voor welke termijn ze kiezen Keuzemakers zijn volledig op de hoogte van de regels en mogelijkheden van de situatie, en ze kennen de kansen
Hij/Zij wil zo hoog mogelijke opbrengsten bij zo laag mogelijke kosten Wat wil de mens? Een rationeel antwoord is: Hij/Zij wil zo hoog mogelijke opbrengsten bij zo laag mogelijke kosten Dus: duurzaam en gezond, maar er niets voor doen Velen denken daarbij vooral op korte termijn Anderen houden ook rekening met de langere termijn Dus sommigen niet, anderen wel een duurzame leefstijl Zowel sommigen als de anderen krijgen toch, tegen hun zin, te maken met milieulasten van allerlei soort. Zowel de sommigen als de anderen achten het de verantwoordelijkheid van de overheid dat ze uitstel van executie krijgen
Wat wil de doorsnee mens? Een bio-psychologisch antwoord is: Hij/Zij wil dat alles veilig en vertrouwd is Hij wil vooral helemaal niet dood en ziek worden Hij wil ergens bijhoren waar hij trots op kan zijn Hij wil kennen en gekend worden MAAR:volgens the lonely crowd: hij wil ook anoniem zijn Hij wil zo veel mogelijk verantwoordelijkheid leggen bij mensen die hij als ‘hoog’ waarneemt Hij wil misschien wel het liefst een magisch proces
Wat vindt de manager. (Pollit, 1993; McLaughlin et al Wat vindt de manager? (Pollit, 1993; McLaughlin et al., 2001; Mawby & Worthington, 2002) Organisaties lijken meer op elkaar dan ze verschillen Dus vakkennis is secundair. Alles kan ingehuurd worden Efficiency en groei zijn de toverwoorden Nadruk op output en resultaten Ontwikkeling prestatie-indicatoren en ranglijsten Nadruk op de voordelen van concurrentie Centralisatie-tendens: Afkeer van zelf-sturende teams De burger wordt als klant gezien, de werknemer als tool (HRM) Er wordt alleen vooruit gekeken (Henry Ford: history is bunk), maar niet ver Geen interesse en inzicht in onbedoelde gevolgen Combinatie van centrale beleidsvorming met lokale dienstverstrekking Loyaliteit aan groep is meer een kwestie van sentiment dan noodzaak