Effecten van zandsuppleties op duinen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Fysische geografie van Nederland
Advertisements

P. Cleveringa Het Veengenootschap. P. Cleveringa Het Veengenootschap.
Denkgroep Hulp bij Elektrogevoeligheid Klankbordgroep 15 maart 2012
Hoe ziet een ecologisch geoptimaliseerde zandsuppletie er uit?
Wel of niet ingrijpen? Onderzoek naar verbanden tussen bodemvormende processen, vegetaties en nutriënten Annemieke Kooijman Institute for Biodiversity.
Een Gen voor Homoseksualiteit?
Onderzoek naar de effecten van het Thuisadministratie programma
KRW – doelafleiding voor meren; kunst of roulette?
H1 Landschapszones De aarde als systeem
Wieger Wamelink Agata Klimkowska Marjolein van Adrichem John Janssen Bruikbaarheid van WNK monitoring gegevens voor EC rapportage voor Natura 2000-gebieden.
Natura 2000 ontwerp-beheerplan Norgerholt. Overzicht •Introductie •Natura 2000: Europese natuurgebieden •Aanwijzingsprocedure •Opstellen beheerplan 2008.
Monitoring vegetatie Lauwersmeer
Bepaling van de biotische index
Maatregelen BAGGERen en NUTriënten
Paragraaf 2.3 Inspelen op de natuur.
Klimaatverandering en het waddengebied:
Zorgorganisaties & vastgoed
Op zoek naar verbetering
Branden als beheermaatregel
April 20, 2010 Werkplan April 20, 2010 Programmering Wp 2010 Iteratief proces Mix van korte studies en trajecten voor een periode van 2 tot 4 jaar.
Tussentijdse evaluatie
Massa-extincties en macro-evolutie
Peter Schwartz The art of the long view stappenplan
Ecosystemen in verandering
Innovatieve kustverdediging Maurits van der Ven, 4 oktober 2011
Professionele ontwikkeling
Hoofdstuk 2: De lage landen bij de zee
Beschermde planten en dieren binnen omgevingsvergunning
Hoofdstuk 2 Aarde: Middellandse Zeegebied Paragraaf 4
Humusprofielontwikkeling in een verdrogend beekdalgrasland Bas van Delft.
Hoofdstuk 4 Nederland: wateroverlast – Dreiging aan de voordeur Paragraaf 8 t/m 11
Voedselrelaties.
Uitleg paragraaf 3 H2.
Suppleties Effecten op duinen
NLT Aardrijkskunde/biologie
Flora en fauna.
413 – ECOLOGIE.
Over het ijzeren gordijn: de grenzen van sectoraal beleid Wim Groot Universiteit Maastricht.
Uitgevoerd bodemonderzoek
13 Eten of gegeten worden!.
Module Ecologie PP5 Ecosystemen..
3 havo Hoofdstuk 2 Aarde § 2-3
Hoofdstuk 11: Ecostromen
ECOLOGIE.
Hoofdstuk 2 Paragraaf 3.
Workshop basismonitoring Belgische offshore windmolenparken Thema 1: natuurlijke variabiliteit & gradiënten N. Vanermen & S. Degraer WINMON Workshop, Oktober.
convenant Zandsuppleties en Natuur
HERHALING KUSTEN Wateroverlast. Veranderend landsschap  Grote dynamiek  Opbouw (aanvoering zand) bij gunstige wind en getijdenwerking  Afbraak (stukken.
7 Ecologie ©JasperOut.nl.
Effecten van suppleren op de (zeereep-) duinen Utrecht, 28 januari 2016 Bert van der Valk en Harriëtte Holzhauer mmv N. de Vries, B. Arens, P.
ILVO Epibenthos en demersale visbemonstering in functie van vooroeversuppletie Ameland Annelies De Backer 28 januari 2016.
Fases in het radicaliseringsproces
Pilot Koopmanspolder Kartering en biomassa ondergedoken waterplanten in 2015 Door: Jarno Oudenampsen.
ECOLOGIE.
Organische meststoffen test. Terugblik Wat hebben we de afgelopen 3 weken gedaan?
1Workshop 13 juni 2013 Effecten suppleties op strandfauna en subtidaal macrobenthos Tussentijdse analyse Thomas Vanagt, Harriette Holzhauer,
Milieukwaliteiten en natuur Onderdeel van onderwijsmodule “Functies van stedelijk groen” Ontwikkeld door Alterra en Praktijkonderzoek Plant en Omgeving.
Praktische opdracht Thema 3: Ecologie
Vloeibaar kunstmest.
Ecologie Hoofdstuk 6.
Ecologie Hoofdstuk 6.
Floradistricten Kort maar krachtig.
Delphi studie naar de zorgvraag van ouderen in de toekomst
Successie.
Doubleren.
Doubleren.
Floradistrict: Kempens
Successie.
Transcript van de presentatie:

Effecten van zandsuppleties op duinen EGG consult everts & de vries Henk Everts en Nico de Vries Bureau voor Strand en Duinonderzoek Bas Arens en Siska Leek IBED UvA Annemieke Kooijman Stichting Bargerveen Marijn Nijssen Scheveningen 25 mei 2012

Veronderstelde schakels Door verandering zandbron effect op duinen Door verandering zeereepbeheer effect op doorstuiving Doorstuiving beïnvloedt vegetatieontwikkeling Bedekking Kalk Vegetatie en overstuiving beïnvloeden bodem Humus-opbouw Verzuring Nutriënten Bodem beïnvloedt bodemfauna Feedbacks

Type 1

Type 3

Geo-Ecologisch vervolg Retrospectief? Fijne overstuiving bepaalt Inventariserend: vegetatie, bodem, fauna Basis wordt gelegd Effecten deels pas in de toekomst zichtbaar?

Stratificatie onderzoeksopzet effecten suppletie Focus 3 Habitattypen H2110 Embryonale duinen, H2120 Witte duinen H2130_A Grijze duinen kalkrijk H2130_B Grijze duinen kalkarm

12 (14) proefgebieden

Basis voor vegetatie

Bodem en nutrientbeschikbaarheid 84 monsters (in drievoud) naast ingestelde PQ’s verdeeld over districten, vegetatietypen of zones m.b.t. afstand van duinvoet, suppletie en dynamiek pH, bulkdichtheid, C-gehalte, N-gehalte, C:N ratio biomassa, strooisel en vegetatiestructuur gehalte in de plant aan C, N, P, K en ratio’s gehalte aan Na, Ca, Mg, Mn, Fe, Zn, Al, S en ratio’s

Suppletie: alleen (uncorrected) C:N ratio alleen in Renodunaal aanvoer kalkhoudend suppletie-zand ook te zien in Ca-gehalte Biestarwegras * * * *

Meer dynamiek: hogere pH in R en W alleen in duinzones, niet in vegtypen zowel in Renodunaal (1) als Wadden (*) opschuiving van de vegetatietypen * *

Meer dynamiek: in R meer zout alleen in Renodunaal district in zowel embryo- als witte duinen, en zone 1 en 2 hogere input van zout, ook zichtbaar in Mg * * * *

Meer dynamiek: in W meer zand alleen in Waddendistrict alleen in duinzones, niet in vegtypen hogere input van zand, ook zichtbaar in bulkdichtheid * *

Verspreiding Habitattypen H2110 Embryonale duinen, H2120 Witte duinen H2130_A Grijze duinen kalkrijk H2130_B Grijze duinen kalkarm

Pionier + gesloten

Pionier + gesloten

Conclusies Habitatniveau Veel dynamiek: meer H2110 en H2120: verschuiving naar zone H2130 H2110 verschuift ook duidelijk landinwaarts Areaal H2130 neemt daardoor binnen proefgebieden af. Dit effect wordt versterkt door suppletie

Niveau vegetatiegroepen

Niveau vegetatiegroepen Embryonale en Witte duinen Binnen H2110 en H2120 nauwelijks respons op dit niveau Alleen bij H2120 komen overgangvormen naar H2130 voor bij veel dynamiek

Niveau vegetatiegroepen Grijze duinen Veel dynamiek: meer diversiteit binnen H2130 (meer pionierfase) Gesloten H2130 voornamelijk in zone met weinig of geen overstuiving Pionier H2130 bredere zone vooral in zone met zeer sterke tot matig overstuiving Dit is het duidelijkst en sterkst bij dynamiek type 3 in combinatie met suppletie Samen voegen met voreige

Niveau vegetatiegroepen Wel respons H2130 Kalkrijke duingraslanden Kalkarme duingraslanden Pionier Gesloten

Niveau aspecten en soortverspreiding Conclusies Bladmossen tonen en negatieve relatie met suppletie (zowel in R en W) Duinriet toont een negatieve relatie met veel dynamiek (alleen in R) Een aantal kenmerkende soorten van het gesloten duingrasland (H2130) toont een relatie met suppletie: Kalkrijk gesloten duingrasland in R minder soorten (Zachte haver, Stijve ogentroost, Glad walstro, Echte bitterkruid en Grote tijm) Kalkarm gesloten duingrasland in W meer soorten ( Hondviooltje, Gewone rolklaver en Mannetjes ereprijs) Beide trends worden door de pq’s gegevens ondersteund. In W het meest duidelijk. Beide zijn evenwel niet significant (Nagenoeg) geen relaties gevonden in pionierstadia H2130

Effecten van suppletie op bodemfauna in grijze duinen Renodunaal Wadden As 1: district !

Effecten van suppletie op bodemfauna in grijze duinen Renodunaal Wadden As 1: district ! As 2: ‘behandeling’ Controle geen dynamiek

Effecten van suppletie op bodemfauna in grijze duinen Renodunaal Wadden As 1: district ! As 2: ‘behandeling’ Controle geen dynamiek Overstuiving Lokaal zand

Effecten van suppletie op bodemfauna in grijze duinen Renodunaal Wadden As 1: district ! As 2: ‘behandeling’ Controle geen dynamiek Overstuiving Lokaal zand Suppletie zand

Effecten van suppletie op bodemfauna van grijze duinen Renodunaal Wadden Taxonomische groepen alleen meest bepalende groepen opgenomen

Effecten van suppletie op bodemfauna van grijze duinen Renodunaal Wadden Voedselgilden District-effect sterk aanwezig Reno: - planteneters Wad: plantenzuigers worteleters - detritivoren Groep ‘onbekend’ vnl. larven van kevers en vliegen

Voorlopige conclusies Effecten van suppletie op bodemfauna en vegetatiebewonende fauna Voorlopige conclusies District is meest bepalende factor Patroonverschillen tussen “controle - lokale overstuiving - suppletie” zijn klein, maar lijken consistent tussen districten Overstuiving (zowel door lokaal als door gesuppleeerd zand) lijkt tot meer variatie in diergroepen te leiden Geen effect op opbouw van voedselweb (voedselgilden), wel op taxonomische samenstelling Waarschijnlijk geen effect van suppletie op grootte van dieren