Staatsinrichting van Nederland
Uitvoerende macht Regering = Kroon = koningin + ministers Ministerraad= ministers o.l.v. de premier/ minister-president Kabinet = ministers + staatssecretarissen Taak van de regering -land besturen/leiden -zorgen voor orde en recht Taken van de premier -Nederland vertegenwoordigen in het buitenland -leiding geven aan het kabinet (geen ruzies) -eenheid van beleid bewaken
Ministers -leiding geven aan een ministerie (ambte- naren) -wetten maken (plannen op zijn beleids- terrein) -begroting maken (uitgaven dekken met inkomsten)
Kabinetsformatie 1-Verkiezingen→ zetels worden verdeeld over de fracties o.l.v. een fractieleider 2-Koningin vraagt de fractieleiders om advies 3-Koningin benoemt een informateur 4-Koningin benoemt een formateur 5-Koningin benoemt de nieuwe regering (bordesscene Huis ten Bosch)
Informateur en Formateur De informateur moet informeren (vragen) welke partijen samen willen werken → coalitie (er heeft nooit 1 partij de meerderheid) De niet-regeringspartijen noem je de oppositie De formateur -stelt het regeerakkoord/het regerings- programma op met de partijen -verdeelt de ministersposten over de par- tijen (hoeveel en welke) -kiest de ministers uit m.b.v. de partijen
Soorten kabinetten De formateur komt meestal uit de grootste regeringspartij en wordt meestal minister- president Normaal kabinet is een parlementair meerderheidskabinet (meer dan 75 zetels) Daarnaast -minderheidskabinet (met gedoogsteun) -zakenkabinet (bij economische crisis) -nationaal kabinet (tijdens een oorlog)
Troonrede en miljardennota Derde dinsdag in september is Prinsjesdag (opening parlementaire jaar) Koningin spreekt de Troonrede uit -toestand van het land -plannen voor het komende jaar Troonrede opgesteld door ministerraad Die middag miljardennota door minister van financiën aan Kamer aangeboden (koffertje) = rijksbegroting= inkomsten en uitgaven (kosten van de plannen)
Hoe komt een wet tot stand? 1-Minister geeft ambtenaren opdracht een wetsvoorstel te maken 2-Wetsvoorstel wordt besproken in de ministerraad (eenheid van beleid) 3-Behandeling in de 2de Kamer -eerst in commissies→inspraak van actiegroepen en belangengroepen -dan in de hele kamer→amendementen 4-Behandeling in de 1ste Kamer→ja of nee 5-Naar koningin (handtekening) 6-Publicatie in het Staatsblad
Val van een minister of regering 1-na een motie van wantrouwen 2-na het verwerpen van een wetsvoorstel/ amendement 3-na het verwerpen van de begroting 4-na een ruzie in het kabinet Je krijgt dan een ministerscrisis → wordt vaak een kabinetscrisis → de regering wordt demissionair (handelt alleen de lopende zaken af,geen nieuw beleid)
Troonrede
Miljardennota