AARDRIJKSKUNDE
Aardrijkskunde = het leren kennen en begrijpen van de aarde. Een ander woord voor aardrijkskunde is geografie geo = aarde grafie = beschrijven
3 vragen staan centraal Waar? Wat? Wie? (bijv. vulkaan of woningbouw) Waarom daar? Of waarom dat? Wat zijn de gevolgen daarvan? Bij aardrijkskunde gaat het vooral om de invloed van de mens op de aarde.
2 soorten aardrijkskunde 1. Sociale geografie: wat doen de mensen met de aarde? Het gaat bijv. om de ontwikkeling van de steden, verschillen in bevolkingsgroepen. 2. Fysische geografie: hoe heeft de aarde zich ontwikkeld? Het gaat om natuurlijke elementen van de aarde, zoals: vulkanisme, klimaten, gebergtevorming.
Hoofdstuk 1 Kaarten en gebieden Hoe zien kaarten eruit en hoe kun je die lezen?
§ 1 Gebieden veranderen Natuurlandschap: landschap waaraan de mensen nog niets hebben veranderd. Het landschap bestaat uit natuurlijke elementen
Cultuurlandschap of ingericht landschap: landschap dat door de mensen is ingericht met inrichtingselementen (objecten die een vaste plaats in het landschap hebben en niet verplaatsbaar zijn).
Waarom is het cultuurlandschap nooit af? Bevolkingsgroei Hoeveel mensen komen erbij door geboorten en hoeveel gaan eraf door sterfte? Hoeveel mensen komen erbij door immigratie en hoeveel gaan eraf door emigratie? Welvaartsgroei Mensen worden rijker, waardoor ze zich ‘meer en groter’ kunnen veroorloven.
Tabel en diagram (blz. 10) Tabel = een overzicht van getallen. Dit kunnen absolute en relatieve getallen zijn! Absolute getallen = getallen die een hoeveelheid of aantal aangeven. Relatieve getallen = getallen die een deel van iets aangeven (procenten en breuken)
Uit een tabel haal je gegevens voor het maken van een diagram Staafdiagram Tabel Cirkeldiagram Lijndiagram / grafiek
Veranderingen weergeven Staafdiagram = een overzicht met behulp van staven. Meestal zijn dit absolute getallen. Staven kunnen in horizontale of verticale richting staan!
Vervolg hulpmiddelen Cirkeldiagram: overzicht van getallen met behulp van een cirkel. Bijna altijd gaat het hierbij om de verwerking van relatieve getallen (%). Let op: je begint altijd op 12 uur en draait dan met de klok mee!! Indelen van grote percentages naar kleine.
Vervolg hulpmiddelen Lijndiagram of grafiek: overzicht van getallen met behulp van een lijn/ meerdere lijnen. Je ziet vaak een groei of afname.
Hulpmiddelen bij aardrijkskunde: De kaart: atlas, wandkaart Tabel: een getallenoverzicht Staafdiagram: getallenoverzicht in staven Cirkeldiagram: overzicht in procenten (hele cirkel is altijd 100%) Lijndiagram: groei overzicht (groei of afname) Klimaatdiagram: staaf (neerslag) en lijndiagram (temperatuur) samen