1 20 maart 2014 Rijnsburg 20 maart 2014 Rijnsburg
2 GROVE INDELING HEBREEËN-BRIEF 1 t/m 7 DEEL 1: hfst 1 t/m 7: de betere Zoon beter dan de engelen, Adam, Mozes, Aäron en Jozua 8 t/m 10:18 DEEL 2: hfst. 8 t/m 10:18: het betere verbond beter dan het eerste verbond, het eerste heiligdom, het Levitisch priesterschap en haar offeranden 10:19 – 13:25: DEEL 3: hfst. 10:19 – 13:25: de betere levenswandel
3 Hebreeën 10 dan 19 Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, = concluderend uit heel het voorgaande
4 EERDERE VERWIJZINGEN NAAR HET GEOPEND HEILIGDOM 1.geheiligd 1.geheiligd (2:11; 10:10,14)
5 EERDERE VERWIJZINGEN NAAR HET GEOPEND HEILIGDOM 1.geheiligd 1.geheiligd (2:11; 10:10,14) naderen tot de troon 2.met vrijmoedigheid naderen tot de troon der genade (4:14-16; 7:25)
6 EERDERE VERWIJZINGEN NAAR HET GEOPEND HEILIGDOM 1.geheiligd 1.geheiligd (2:11; 10:10,14) naderen tot de troon 2.met vrijmoedigheid naderen tot de troon der genade (14:14-16; 7:25) voorloper is binnengegaan 3.Jezus als "voorloper is binnengegaan" achter het voorhangsel (6:19,20)
7 EERDERE VERWIJZINGEN NAAR HET GEOPEND HEILIGDOM 1.geheiligd 1.geheiligd (2:11; 10:10,14) naderen tot de troon 2.met vrijmoedigheid naderen tot de troon der genade (14:14-16; 7:25) voorloper is binnengegaan 3.Jezus als "voorloper is binnengegaan" achter het voorhangsel (6:19,20) bedienaar van het heiligdom 4.Christus een "bedienaar van het heiligdom" (8:1)
8 EERDERE VERWIJZINGEN NAAR HET GEOPEND HEILIGDOM 1.geheiligd 1.geheiligd (2:11; 10:10,14) naderen tot de troon 2.met vrijmoedigheid naderen tot de troon der genade (14:14-16; 7:25) voorloper is binnengegaan 3.Jezus als "voorloper is binnengegaan" achter het voorhangsel (6:19,20) bedienaar van het heiligdom 4.Christus een "bedienaar van het heiligdom" (8:1) nog niet openlag 5."de weg naar het heiligdom nog niet openlag" (9:8)
9 EERDERE VERWIJZINGEN NAAR HET GEOPEND HEILIGDOM 1.geheiligd 1.geheiligd (2:11; 10:10,14) naderen tot de troon 2.met vrijmoedigheid naderen tot de troon der genade (14:14-16; 7:25) voorloper is binnengegaan 3.Jezus als "voorloper is binnengegaan" achter het voorhangsel (6:19,20) bedienaar van het heiligdom 4.Christus een "bedienaar van het heiligdom" (8:1) nog niet openlag 5."de weg naar het heiligdom nog niet openlag" (9:8) gereinigd dienen 6.bewustzijn gereinigd om de levende God te dienen (9:14)
10 EERDERE VERWIJZINGEN NAAR HET GEOPEND HEILIGDOM 1.geheiligd 1.geheiligd (2:11; 10:10,14) naderen tot de troon 2.met vrijmoedigheid naderen tot de troon der genade (14:14-16; 7:25) voorloper is binnengegaan 3.Jezus als "voorloper is binnengegaan" achter het voorhangsel (6:19,20) bedienaar van het heiligdom 4.Christus een "bedienaar van het heiligdom" (8:1) nog niet openlag 5."de weg naar het heiligdom nog niet openlag" (9:8) gereinigd dienen 6.bewustzijn gereinigd om de levende God te dienen (9:14) toetreden te volmaken 7."hen die toetreden te volmaken" (10:1)
11 Hebreeën Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
12 Hebreeën Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, lett. tot de ingang van de heiligdommen
13 Hebreeën Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, lett. in
14 Hebreeën Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, = het slachtoffer > geslacht en geofferd zie volgende regel!
15 Hebreeën langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, "langs de" – ontbreekt in de origineel > het bloed van Jezus is de weg
16 Hebreeën langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees,
17 Hebreeën langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, > opgestaan uit de doden!
18 Hebreeën langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, = het in gebruik nemen van iets nieuws
19 Hebreeën langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, = van de heiligdommen; vers 19 > het eerste heiligdom
20 Matteüs Jezus riep wederom met luider stem en gaf de geest. 51 EN ZIE, het voorhangsel van de tempel scheurde van boven tot beneden in tweeen, en de aarde beefde, en de rotsen scheurden... vanaf de Olijfberg!
21 Formaat voorhangsel (Flavius Josephus): hoogte: 23 meter breed: 7 meter
22 Marcus En Jezus slaakte een luide kreet en gaf de geest. 38 En het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeen van boven tot beneden. 39 Toen de hoofdman, die tegenover Hem stond, ZAG, dat Hij zo de geest gegeven had, zeide hij: Waarlijk, deze mens was een Zoon Gods.
23 Lucas En het voorhangsel van de tempel scheurde middendoor. 46 En Jezus riep met luider stem: Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest. 47 Toen de hoofdman ZAG, wat er geschiedde, verheerlijkte hij God, zeggende: Inderdaad, deze mens was rechtvaardig!
24 19 Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in de heiligdommen in het bloed van Jezus, 20 een pas-geslachte en levende weg, die Hij ons inwijdt, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, Hebreeën 10
25 Hebreeën en wij een grote priester over het huis Gods hebben, Grieks: MEGA
26 Hebreeën en wij een grote priester over het huis Gods hebben, 1. het hemels heiligdom 2. het volk van God
27 Hebreeën laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water. = ingaan in de heiligdommen
28 Hebreeën laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water. in de ware tabernakel (8:2; 9:24)
29 Hebreeën laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water. harten schrijven vers 16: "Ik zal mijn wetten in hun harten leggen, en die ook in hun verstand schrijven"
30 Hebreeën laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water.
31 Hebreeën laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water. lett. de harten gesprenkeld van... verwijst naar de priesterwijding >
32 Exodus 29 BLOED nemstrijkenrechter oorlel rechterduimrechter grote teen SPRENGEN 20 Gij zult de ram slachten, van zijn BLOED nemen en het strijken aan de rechter oorlel van Aaron en aan die VAN ZIJN ZONEN, aan hun rechterduim en aan hun rechter grote teen, en gij zult de rest van het bloed rondom op het altaar SPRENGEN. zalfolie en hij zal heilig zijn OOK ZIJN ZONEN 21 Gij zult van het bloed, dat op het altaar is, en van de zalfolie nemen en sprenkelen op Aaron en op zijn klederen, en ook op zijn zonen en op de klederen van zijn zonen; en hij zal heilig zijn, hij en zijn klederen, en OOK ZIJN ZONEN en de klederen van zijn zonen.
33 Hebreeën laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water.
34 Hebreeën laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water. zoals bij de priesterwijding >
35 Exodus 29 Aaron EN ZIJN ZONEN gij zult hen met WATER WASSEN 4 Ook zult gij Aaron EN ZIJN ZONEN doen naderen tot de ingang van de tent der samenkomst en gij zult hen met WATER WASSEN.
36 Hebreeën Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw. lett. dat we... (> wensend) 1. dat we naderen met dat we belijdenis van de verwachting dat we acht geven op elkaar...
37 Hebreeën Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw. lett. de belijdenis van de verwachting/hoop
38 Hebreeën Laten wij de belijdenis van hetgeen wij hopen onwankelbaar vasthouden, want Hij, die beloofd heeft, is getrouw. "... onmogelijk dat God liegen zou..." Hebr.6:18
39 Hebreeën En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.
40 Hebreeën En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. lett. aanscherping van liefde
41 Hebreeën En laten wij op elkander acht geven om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken.