Beroepsgeheim, rechten van de patiënt en CLB Herman Nys
Het beroepsgeheim in de gezondheidszorg Bronnen: Artikel 458 en 458bis strafwetboek Artikel 11 CLB decreet Recht en bio-ethiek, Hoofdstuk 8.1.,178-186
Wettelijke grondslag beroepsgeheim Art.458 Strafwetboek: “Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij geroepen worden om in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van honderd tot vijfhonderd €.”
Het waarom van deze verplichting Individueel belang : iedere patiënt moet zich in vertrouwen kunnen wenden tot een hulpverlener Algemeen belang : de bescherming van de volksgezondheid
Voor wie geldt deze verplichting? Voor artsen, apothekers, vroedvrouwen Voor iedereen aan wie geheimen in het kader van de beroepsuitoefening zijn toevertrouwd. -> Hof van Cassatie : Noodzakelijke vertrouwenspersoon: Het toevertrouwen gebeurt niet uit vrije wil maar noodgedwongen.
Voor wie geldt art.458 niet? Voor diegenen die in de gezondheidszorg werken en geen noodzakelijke vertrouwenspersoon zijn : onthaalpersoneel; schoonmaakpersoneel; technisch personeel, onderwijzend personeel… Voor hen geldt een geheimhoudingsplicht of discretieplicht op grond van een wet (bijv. de wet arbeidsovereenkomsten), een decreet (bijv. het CLB decreet), hun arbeidsovereenkomst of hun statuut enz Niet iedere arts is een noodzakelijke vertrouwenspersoon. Er moet een zorgrelatie zijn met een patiënt. Een adviserend arts van een verzekeringsmaatschappij is geen noodzakelijke vertrouwenspersoon
Wat stelt art.458 strafbaar? Artikel 458 stelt strafbaar het bekendmaken van toevertrouwde geheimen: Toevertrouwd : niet letterlijk begrijpen. Geheimen? Ruim interpreteren in de bipolaire relatie hulpverlener(s)-patiënt. In een context met derden (bijv. justitie) kan dat beperkter zijn. Bekendmaken? Meedelen aan één iemand die daar geen recht op heeft, is al strafbaar. MAAR : opzet is vereist -> wetens en willens bekendmaken. Bekendmaken door onzorgvuldigheid is niet strafbaar. Een tuchtsanctie door de orde van artsen of apothekers of de werkgever is wel mogelijk.
Is opzettelijke bekendmaking altijd strafbaar? Neen Art.458 bepaalt twee uitzonderingen: Bekendmaking van geheimen is niet strafbaar als de geheimplichtige dit doet in het kader van een getuigenis in rechte. Dit is het spreekrecht van de geheimplichtige. Deze heeft ook een zwijgrecht : het recht om geen getuigenis af te leggen. Dit zwijgrecht komt alleen toe aan een noodzakelijke vertrouwenspersoon en niet aan een ‘gewone’ vertrouwenspersoon. Daarin zit het fundamenteel onderscheid tussen het beroepsgeheim en een discretieplicht.
Wettelijke verplichting De tweede uitzondering is wanneer een wet tot bekendmaking verplicht Aangifte van bepaalde ziekten Getuigschrift voor verplichte zorg. Geen plicht tot aangifte van misdrijven in het Belgisch recht. Een plicht tot aangifte is fundamenteel in strijd met de idee van een beroepsgeheim.
Andere uitzonderingen De wettelijke toelating De noodtoestand of het conflict van plichten De toestemming van de patiënt
De wettelijke toelating 458bis Strafwtb.–Eenieder, die uit hoofde van zijn staat of beroep houder is van geheimen en die hierdoor kennis heeft van een misdrijf zoals omschreven in de artikelen 372 tot 377, 392 tot 394, 396 tot 405ter, 409, 423, 425 en 426, gepleegd op een minderjarige kan, onverminderd de verplichtingen hem opgelegd door artikel 422bis, het misdrijf ter kennis brengen van de procureur des Konings, op voorwaarde dat hij het slachtoffer heeft onderzocht of door het slachtoffer in vertrouwen werd genomen, er een ernstig en dreigend gevaar bestaat voor de psychische of fysieke integriteit van de betrokkene en hij deze integriteit zelf of met hulp van anderen niet kan beschermen.
Noodtoestand of conflict van plichten 422bis strafwtb.–Met gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en met een geldboete van vijftig frank tot vijfhonderd frank of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die verzuimt hulp te verlenen of te verschaffen aan iemand die in groot gevaar verkeert, hetzij hij zelf diens toestand heeft vastgesteld, hetzij die toestand hem is beschreven door degenen die zijn hulp inroepen. Voor het misdrijf is vereist dat de verzuimer kon helpen zonder ernstig gevaar voor zichzelf of voor anderen. Heeft de verzuimer niet persoonlijk het gevaar vastgesteld waarin de hulpbehoevende verkeerde, dan kan hij niet worden gestraft, indien hij op grond van de omstandigheden waarin hij werd verzocht te helpen, kon geloven dat het verzoek niet ernstig was of dat er gevaar aan verbonden was. De straf bedoeld in het eerste lid wordt op twee jaar gebracht indien de persoon die in groot gevaar verkeert, minderjarig is.
Noodtoestand of conflict van plichten Noodtoestand : art.458 <-> art.422bis Geeft de mogelijkheid ( geen plicht) tot aangifte van misdrijf wanneer patiënt dader is van een misdrijf en er een concreet dreigend en groot gevaar is voor een of meerdere concrete personen Geeft eveneens de mogelijkheid tot aangifte van misdrijf wanneer een meerderjarige patiënt slachtoffer is van een misdrijf en er een dreigend en groot gevaar is voor deze persoon
De toestemming van de patiënt Toestemming van het slachtoffer rechtvaardigt sommige misdrijven Rechtvaardigt de toestemming van de patiënt de schending van het beroepsgeheim? Anders gezegd : kan de patiënt de hulpverlener ontslaan van zijn geheimhoudingsplicht? Hof van Cassatie : neen, want van openbare orde en patiënt kan daarover niet beschikken Lagere rechtspraak, orde van geneesheren en de praktijk : ja, maar hulpverlener is niet verplicht in te gaan op de vraag van de patiënt
Het beroepsgeheim en het CLB decreet ‘ Zonder de multidisciplinaire werking in het gedrang te brengen moeten alle personeelsleden het beroepsgeheim respecteren’ (art.11 CLB decreet)
Het patiëntendossier
Bronnen Artikel 9 wet rechten patiënt MDD besluit van 12 september 2008 Recht en bio-ethiek, Hoofdstuk 3.8 (patiëntendossier) en hoofdstuk 4.4. (MDD)
Het patiëntendossier De patiënt heeft recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier (art. 9 §1 PRW) De inhoud van het dossier wordt maar zeer beperkt in de wet geregeld Bewaartermijn wordt niet geregeld (minimaal 30 jaar)
Het multidisciplinair dossier Het Centrum legt voor elke leerling voor wie een begeleiding wordt gestart, één MDD aan (artikel 10 CLB decreet) De inhoud ervan wordt vrij gedetailleerd bepaald in art.2 MDD besluit) De MDD worden bewaard tot ten minste tien jaar na de datum van het laatst uitgevoerde consult of de laatst uitgevoerde vaccinatie. Daarna start procedure tot vernietiging maar niet voor de betrokkene de leeftijd van 25 ( BO : 30 ) jaar heeft bereikt (artikel 10 MDD besluit)
Het patiëntendossier Op verzoek van de patiënt voegt de beroepsbeoefenaar door de patiënt verstrekte documenten toe aan het dossier (artikel 9 §1 wet rechten patiënt) Bv. Een wilsverklaring
Het MDD De leerling heeft het recht om het dossier aan te vullen en mag zijn versie geven van de feiten, vermeld in het dossier (artikel 7 §7 MDD besluit)
Het patiëntendossier Patiënt heeft recht op inzage van zijn patiëntendossier (art.9 §2) Onverwijld en ten laatste binnen 15 dagen na verzoek Persoonlijke notities en gegevens mbt derden zijn van inzage uitgesloten Persoonlijke notities?
Het patiëntendossier Een minderjarige mag zelf het recht op inzage uitoefenen als de beroepsbeoefenaar van oordeel is dat hij daartoe in staat is (zie artikel 12 wet rechten patiënt- reeds besproken) Zoniet wordt recht op inzage uitgeoefend door een ouder.
Het patiëntendossier De minderjarige patiënt (of zijn ouder) kan zich laten bijstaan door of zijn inzagerecht uitoefenen via een vertrouwenspersoon Als die vertrouwenspersoon een WUG beroepsbeoefenaar is, heeft deze recht op inzage in de persoonlijke notities. De vertrouwenspersoon moet de patiënt correct informeren.
Het patiëntendossier Indien bepaalde informatie over de gezondheidstoestand niet aan de patiënt werd meegedeeld met een beroep op de therapeutische exceptie en voorzover deze nog geldig is, moet de patiënt steeds onrechtstreeks inzage nemen via een door hem aangewezen WUG beroepsbeoefenaar. Deze kan ook de persoonlijke notities inzien (art.8 §2, laatste lid).
Het MDD Een bekwame minderjarige leerling heeft recht op toegang (= inzage) tot de gegevens in het MDD (artikel 7 §1 MDD besluit) Een bekwame minderjarige is een minderjarige die tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is, rekening houdend met zijn leeftijd en zijn maturiteit. Een minderjarige van 12 jaar oud wordt vermoed in staat te zijn tot een redelijke beoordeling van zijn belangen (artikel 1,1° MDD besluit)
Het MDD Geen toegang tot gegevens over derden en verstrekt door derden Geen regeling voor de persoonlijke notities De leerling kan het recht op toegang zelfstandig uitoefenen of zich laten bijstaan door een bijstandspersoon (gebonden door het beroepsgeheim of personeelslid van de school; ondubbelzinnig aangewezen;niet rechtstreeks betrokken bij de jeugdhulpverlening)
Het MDD Toegang wordt verleend door inzage van het dossier. De inzage van gegevens over de gezondheid vindt steeds plaats onder begeleiding van de beroepsbeoefenaar van het centrum. Inzage uiterlijk binnen 10 werkdagen na het verzoek om inzage Therapeutische exceptie: Geen recht op toegang wanneer de beroepsbeoefenaar van het centrum van oordeel is dat het meedelen van de medische gegevens in het dossier klaarblijkelijk ernstig nadeel voor het welzijn van de leerling meebrengt.
Het patiëntendossier De patiënt heeft recht op afschrift van het geheel of een gedeelte van zijn patiëntendossier (art.8 §3) Tegen betaling van een vergoeding Ieder afschrift vermeldt dat het strikt persoonlijk en vertrouwelijk is. Een afschrift wordt geweigerd indien er duidelijke aanwijzingen zijn dat de patiënt onder druk wordt gezet om een afschrift aan derden mee te delen
Het MDD De persoon die toegang heeft tot de gegevens uit het MDD heeft recht op een afschrift van die gegevens waartoe hij toegang heeft door inzage en een rapport van de gegevens waartoe hij toegang heeft door een gesprek of rapportage. Ieder afschrift en ieder rapport is persoonlijk en vertrouwelijk en mag enkel worden aangewend voor doeleinden van jeugdhulp.