Organisatiestructuur en Management van gedrag Hoofdstuk 10 Organisatiestructuur en -ontwerp 1
De betekenis van organisatiestructuur Is het patroon van relaties tussen posities in de organisatie en de leden van die organisatie Maakt het managementproces mogelijk Creëert een kader van orde en gezag waarmee de activiteiten van de organisatie kunnen worden gepland, georganiseerd, aangestuurd en gecontroleerd 2
Structuurdoelstellingen Zijn gericht op: De rendabele en efficiënte prestaties van de organisatie en een optimaal gebruik van beschikbare middelen Het monitoren van de activiteiten van de organisatie Toerekenbaarheid voor de werktaken van groepen en individuele organisatieleden 3
Structuurdoelstellingen (vervolg) Zijn gericht op: De coördinatie van verschillende organisatie-units en werkgebieden Flexibiliteit om op toekomstige vereisten en ontwikkelingen te kunnen reageren en veranderende omgevingsinvloeden te kunnen opvangen De sociale voldoening van de organisatieleden Knight 4
Organisatieniveaus Technische niveau – omvat De specifieke operationele activiteiten De uitvoering van de afzonderlijke taken De prestaties van de technische functie Managementniveau – omvat De coördinatie en integratie van de werktaken die op het technische niveau worden verricht Gemeenschappelijke niveau – omvat De algemene doelstellingen en het werk van de organisatie als geheel 9
De relatie tussen de verschillende organisatieniveaus 10 Figuur 10.1
Aandachtspunten voor het ontwerp van de organisatiestructuur 15 Figuur 10.3
Werkverdeling op basis van doel of functie 19 Figuur 10.4
Werkverdeling op basis van product of dienst 20 Figuur 10.5
Werkverdeling op basis van locatie 21 Figuur 10.6
Groeperingen combineren De gekozen combinatie is afhankelijk van het volgende: De noodzaak van coördinatie Het waarnemen van duidelijke verschillen tussen werktaken Rentabiliteit Het proces van het beheren van de activiteiten Het vermijden van conflicten Het ontwerp van de werkorganisatie, waarvoor men rekening moet houden met de ingezette werknemers, hun belangen en motivatie 22
Organisatieprincipes Doelstelling Specialisatie Coördinatie Gezag Verantwoordelijkheid Definitie Correspondentie Span of control Balans Continuïteit 26
Formele organisatierelaties Lijn – het gezag stroomt verticaal door de structuur Functioneel – relaties tussen mensen in gespecialiseerde of adviserende functies Staf – komen voort uit de aanstelling van persoonlijke assistenten van leidinggevenden Lateraal – worden gevormd tussen mensen in verschillende afdelingen of secties, en dan met name tussen mensen op hetzelfde organisatieniveau 31
De omgekeerde organisatie In deze structuur staan de klanten bovenaan en bevindt de bedrijfsleiding zich onderop. Dit gaat gepaard met een decentralisatie van macht en het delegeren van taken aan zelfstandig functionerende werknemers, die zich ook in de top van de piramide bevinden. 32