Zingen Vers 1 Ik heb de vaste grond gevonden, Liedboek 440 Vers 1 Ik heb de vaste grond gevonden, waarin mijn anker eeuwig hecht: de dood van Christus voor de zonden, van eeuwigheid als grond gelegd. Die grond zal onverwrikt bestaan, als aarde͜ en hemel ondergaan.
Zingen Vers 2 Het is het eeuwige erbarmen, Liedboek 440 Vers 2 Het is het eeuwige erbarmen, dat mijn besef te boven gaat, het zijn de liefdevolle armen, het is zijn hart, dat openstaat. Hij noodt de zondaar, Hij vergeeft die Hem het hart gebroken heeft.
Zingen Vers 3 O afgrond, waarin alle zonden Liedboek 440 Vers 3 O afgrond, waarin alle zonden verzinken en niet meer bestaan! O diep geheim van Christus' wonden, het oordeel is te niet gedaan! O Heer, uw bloed roept voor altijd: barmhartigheid, barmhartigheid!
Zingen Vers 4 Daarop wil ik gelovig bouwen, Liedboek 440 Vers 4 Daarop wil ik gelovig bouwen, getroost, wat mij ook wedervaart; mij aan Gods vaderhart vertrouwen, wanneer mijn zonde mij bezwaart. Steeds vind ik daar opnieuw bereid oneindige barmhartigheid.