De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Welkom in deze middagdienst. Voorganger is ds. S.B. van der Meulen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Welkom in deze middagdienst. Voorganger is ds. S.B. van der Meulen"— Transcript van de presentatie:

1 Welkom in deze middagdienst. Voorganger is ds. S.B. van der Meulen

2 Welkom en mededelingen Gezang 184:1-6 Stil gebed, votum en groet
Orde van de dienst - 1 Welkom en mededelingen Gezang 184:1-6 Stil gebed, votum en groet Psalm 18:1 en 9 Gebed Schriftlezing: Mattheus 27:11-26 Gezang 179:3-4

3 Preek Psalm 51:4 en 6 Gebed Collecte Gezang 440:1-3 Geloofsbelijdenis
Orde van de dienst - 2 Preek Psalm 51:4 en 6 Gebed Collecte Gezang 440:1-3 Geloofsbelijdenis Gezang 440:4 Zegen

4 De spreuk van de week: “Een rechtvaardige spreekt wijze woorden, de tong van leugenaars wordt uitgerukt.” (Spreuken 10:31)

5 Welkom en mededelingen

6 Met de boom des levens wegend op zijn rug droeg de Here Jezus
Liedboek 184: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Met de boom des levens wegend op zijn rug droeg de Here Jezus Gode goede vrucht. Kyrie eleison, wees met ons begaan, doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

7 Laten wij dan bidden in dit aardse dal, dat de lieve vrede
Liedboek 184: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Laten wij dan bidden in dit aardse dal, dat de lieve vrede ons bewaren zal, Kyrie eleison, wees met ons begaan, doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

8 Want de aarde vraagt ons om het zaad des doods,
Liedboek 184: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Want de aarde vraagt ons om het zaad des doods, maar de hemel draagt ons op de adem Gods. Kyrie eleison, wees met ons begaan, doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

9 Laten wij God loven, leven van het licht, onze val te boven
Liedboek 184: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Laten wij God loven, leven van het licht, onze val te boven in een evenwicht, Kyrie eleison, wees met ons begaan, doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan,

10 maar de hemel draagt ons, liefde wordt niet moe. Kyrie eleison,
Liedboek 184: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Want de aarde jaagt ons naar de diepte toe, maar de hemel draagt ons, liefde wordt niet moe. Kyrie eleison, wees met ons begaan, doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

11 Met de boom des levens doodzwaar op zijn rug droeg de Here Jezus
Liedboek 184: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Met de boom des levens doodzwaar op zijn rug droeg de Here Jezus Gode goede vrucht. Kyrie eleison, wees met ons begaan, doe ons weer verrijzen uit de dood vandaan.

12 Stil gebed, votum en groet

13 Ik heb U lief van ganser harte, HERE.
Psalm 18: 1 en 9 Ik heb U lief van ganser harte, HERE. Gij immers zult het onheil van mij weren. Gij zijt mijn steenrots, mijn bevrijder Gij, Gij zijt een muur, een vestingwal om mij. Mijn God, mijn schild, mijn schuilplaats in gevaren, mijn rots die mij beschermt en blijft bewaren, o hoorn des heils, U loof ik voor altijd, ik roep het uit, want Gij hebt mij bevrijd.

14 Alleen Gods weg kan tot het doel geleiden,
Psalm 18: 1 en 9 Alleen Gods weg kan tot het doel geleiden, zijn woord is waar en zuiver t'allen tijde. Hij is een schild, een schuilplaats in de strijd, voor al wie bij Hem zoekt naar veiligheid. Want wie is God, dan deze onze HERE? Wie is de rots die alles kan trotseren? Alleen die God die mij met kracht omgordt, bij wie mijn levenspad een heilsweg wordt.

15 Gebed

16 (Uit de Nieuwe Bijbelvertaling)
Schriftlezing (Uit de Nieuwe Bijbelvertaling) Mattheüs 27:11–26

17 Mattheüs 27:11–26 11 Toen Jezus voor de prefect stond, stelde deze hem de vraag: ‘Bent u de koning van de Joden?’ Jezus zei: ‘U zegt het.’ 12 Maar op de beschuldigingen die de hogepriesters en oudsten tegen hem inbrachten, antwoordde hij niet één keer. 13 Daarop zei Pilatus tegen hem: ‘Hoort u niet wat deze getuigen allemaal tegen u inbrengen?’

18 Mattheüs 27:11–26 14 Hij gaf op geen enkele beschuldiging enig weerwoord, wat de prefect zeer verwonderde. 15 Nu had de prefect de gewoonte om op elk pesachfeest één gevangene vrij te laten, en die door het volk te laten kiezen. 16 Er zat toen een beruchte gevangene vast, die Jezus Barabbas genoemd werd.

19 Mattheüs 27:11–26 17 En dus vroeg Pilatus hun, toen ze daar waren samengestroomd: ‘Wie wilt u dat ik vrijlaat, Jezus Barabbas of Jezus die de messias wordt genoemd?’ 18 Hij wist namelijk dat ze hem uit afgunst hadden uitgeleverd. 19 Terwijl hij op de rechterstoel zat, werd hem een boodschap van zijn vrouw gebracht: ‘Laat je niet in met die rechtvaardige!

20 Mattheüs 27:11–26 Om hem heb ik namelijk vannacht in een droom veel moeten doorstaan.’ 20 Ondertussen haalden de hogepriesters en de oudsten het volk over: ze moesten om Barabbas vragen, en Jezus laten doden. 21 Weer nam de prefect het woord en hij vroeg opnieuw: ‘Wie van de twee wilt u dat ik vrijlaat?’ ‘Barabbas!’ riepen ze.

21 Mattheüs 27:11–26 22 Pilatus vroeg hun: ‘Wat moet ik dan doen met Jezus die de messias wordt genoemd?’ Allen antwoordden: ‘Aan het kruis met hem!’ 23 Hij vroeg: ‘Wat heeft hij dan misdaan?’ Maar ze schreeuwden alleen maar harder: ‘Aan het kruis met hem!’

22 Mattheüs 27:11–26 24 Toen Pilatus inzag dat zijn tussenkomst nergens toe leidde, dat het er integendeel naar uit zag dat men in opstand zou komen, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei: ‘Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen.’

23 Mattheüs 27:11–26 25 En heel het volk antwoordde: ‘Laat zijn bloed óns dan maar worden aangerekend, en onze kinderen!’ 26 Daarop liet Pilatus Barabbas vrij, maar Jezus leverde hij uit om gekruisigd te worden, nadat hij hem eerst nog had laten geselen.

24 O Man van Smart, dat ieder voor U kniel'!
Gezang 179: 3 en 4 O Man van Smart, dat ieder voor U kniel'! Gij droegt aldus de krankheid onzer ziel: 't was onze last die op uw schouders viel; ons overtreden heeft U verwond; om de ongerechtigheden door ons begaan, zijt Ge in dit leed gekomen; de straf, die ons de vrede toe doet stromen, die naamt Gij aan.

25 't Is heil, wat uw verbrijzling ons verkondt:
Gezang 179: 3 en 4 't Is heil, wat uw verbrijzling ons verkondt: uw striemen zijn genezing onzer wond; wij dwaalden als verloren schapen rond op eigen paden; de Heer heeft U met onze last beladen; Gij hebt geboet; niet Gij, slechts wij zijn schuldig; maar Gij, Gij stort gewillig en geduldig uw dierbaar bloed.

26 “Schuiven met de schuld”
Preek “Schuiven met de schuld” (Mattheüs 27: 24) Mensenwerk Christus’ werk

27

28 Voltrek de reiniging en raak mij aan
Psalm 51: 4 en 6 Voltrek de reiniging en raak mij aan met bloed en hysop, dan ben ik genezen. Was mij geheel, en uit de nacht herrezen zal ik dan sneeuwwit voor uw ogen staan. Gun aan mijn oog een lichte ochtendstond, doe aan mijn oor uw blijde boodschap horen, dan juicht mij hart, hoezeer door U gewond. Doe weg mijn kwaad, wis uit de laatste sporen.

29 Red mij van bloedschuld, God die mij bevrijdt,
Psalm 51: 4 en 6 Red mij van bloedschuld, God die mij bevrijdt, leg op mijn tong de lof van uw genade. Open mijn lippen, Heer, ik prijs uw daden voor heel uw volk met liedren wijd en zijd. Niet aan het altaar wordt mijn schuld geboet, geen offerdier, hoe gaaf ook, kan die dragen, het offer van een diep gewond gemoed en een gebroken hart zal U behagen.

30 Gebed

31 Collectes: Red een kind Emeritikas

32 Ik heb de vaste grond gevonden, waarin mijn anker eeuwig hecht:
Gezang 440: 1, 2 en 3 Ik heb de vaste grond gevonden, waarin mijn anker eeuwig hecht: de dood van Christus voor de zonden, van eeuwigheid als grond gelegd. Die grond zal onverwrikt bestaan, als aarde en hemel ondergaan.

33 Het is het eeuwige erbarmen, dat mijn besef te boven gaat,
Gezang 440: 1, 2 en 3 Het is het eeuwige erbarmen, dat mijn besef te boven gaat, het zijn de liefdevolle armen, het is zijn hart, dat openstaat. Hij noodt de zondaar, Hij vergeeft die Hem het hart gebroken heeft.

34 O afgrond, waarin alle zonden verzinken en niet meer bestaan!
Gezang 440: 1, 2 en 3 O afgrond, waarin alle zonden verzinken en niet meer bestaan! O diep geheim van Christus' wonden, het oordeel is tenietgedaan! O Heer, uw bloed roept voor altijd: barmhartigheid, barmhartigheid!

35 Geloofsbelijdenis

36 Daarop wil ik gelovig bouwen, getroost, wat mij ook wedervaart;
Gezang 440:4 Daarop wil ik gelovig bouwen, getroost, wat mij ook wedervaart; mij aan Gods vaderhart vertrouwen, wanneer mijn zonde mij bezwaart. Steeds vind ik daar opnieuw bereid oneindige barmhartigheid.

37 Zegen

38 Wel thuis en een fijne week gewenst.


Download ppt "Welkom in deze middagdienst. Voorganger is ds. S.B. van der Meulen"

Verwante presentaties


Ads door Google