15. Detailhandel Detailhandel, kleinhandel: levering in kleinverpakking aan eindgebruiker. 10% werkgelegenheid in deze sector: arbeidsintensief. Functies: inkopen, assortiment maken, te koop aanbieden info en reclame (via persoonlijke verkoop) voorraad houden, prijsbepaling, verkoopbevordering verkopen, service verlenen, soms krediet verlenen
Trends in detailhandel Schaalvergroting, per punt en per keten, eenmanszaken verdwijnen Branchevervaging (diepvries K&K maaltijd bij benzinepomp, telefoonkaarten bij AH). Doel: one stop shopping Hevige concurrentie, met zelfde A-merken, geen verticale prijsbinding meer Noodzaak kostenverlaging, dus integratie
Wheel of retailing-model Een continue golfbeweging in 6 fasen: nieuwe winkelformule, lage prijs, weinig toegevoegde waarde (low margin retailing strategie) gevestigde orde trading down en downgrading discounters krijgen last, marge onder druk discounters gaan upgraden en trading up, meer service, hogere prijzen verschillen gevestigd – nieuwkomers vervagen er ontstaat (nieuw) gat aan de onderkant van de markt. Start weer bij 1. Conclusie: elke formule heeft beperkte life-cycle In welke fase zitten we nu?
Winkeltypen Perceptie klanten: assortiment (breed, diep, merken, producten, kwaliteit) prijs (marges, kortingen, aanbiedingen) service (bediening, parkeren, bezorgen, krediet) Winkel typen: Speciaalzaak (smal, diep, deskundig, goede marges). Of kleine zelfstandige. Of vaak grootfiliaal bedrijf (C&A, Blokker, etc.) Buurtwinkel (klein, convenience goods, primaire levensbehoeften, niet goedkoop). Bestaat steeds minder. Supermarkt (breed en beetje diep food, en smal ondiep non-food, scherpe prijzen) Discounter (smal en ondiep, sober, lage prijzen) Warenhuizen (verre parallellisatie/branchevervaging, minimaal 8 branches non-food en food; shop in the shop, funshop voorzieningen (restaurant, coffeecorner)) Zelfbedieningswarenhuis, hypermarkt (breed en diep in food en non-food ook duurzame consumptiegoederen, ruim parkeren)
Winkelcentra Voordelen: trekpleister consumenten, veel traffic, synergie speciaalzaken/publiekstrekkers, speciaalzaken profiteren van groot verzorgingsgebied, gevarieerd aanbod, gezamenlijke promotie, sfeer/aankleding collectief) Nadelen: hoge huur, minder eigen identiteit, samenstelling winkels kan niet goed zijn, risico criminaliteit, vervuiling, sfeer (Hoog Catharijne) Typen: Buurtwinkelcentrum Wijkwinkelcentrum Stadsdeelwinkelcentrum, regionaal winkelcentrum Stadswinkelcentrum Trends: Schaalvergroting Samenwerking Vestiging buitenlandse/Europese ketens
Niet-winkelverkoop Ambulante handel (geen vaste vestigingsplaats): markthandel, straathandel, rivierhandel (parlevinker), automatenverkoop. (Eigenlijk ook: telefonische verkoop, direct selling, postorderaars) Direct selling (colportage): onvoorbereide aankoop, smal assortiment, eenmalige ontmoeting. Persoonlijk contact: verkoopparty, houseparty. Colportage wet: boven €35: contract en 8 dagen afkoelingsperiode. Netwerkmarketing, multi-level marketing (zelfstandige ondernemers, met commissie over eigen verkoop en verkoop in down-line, vrij agressief) Postorderbedrijf (hogere prijs, goede (ruil)service, gemak). Soms clubformule (ECI). Catalogus winkel (Kijkshop)
E-commerce Lees artikel bij Errata. Voordelen E-commerce: nieuwe productmogelijkheden/vormen; in potentie hoogste impact, indien mogelijk nieuwe doelgroepen eenvoudig/goedkoop te benaderen lage kosten promotie, voorlichting (t.o.v. klassieke mail, brochures, catalogus) en vaak nog beter toegankelijk ook lage transactiekosten (geen persoonlijke tussenkomst) eenvoudige toegankelijkheid, vindbaarheid, verkrijgbaarheid, zeer ruim afzetgebied Weinig bedrijven hebben nog een actieve uitgebalanceerde E-commerce strategie gekozen. En, er zijn zeer succesvolle voorbeelden (Wehkamp, KvK)
Organisatievormen in de handel Samenwerkingverbanden: inkoopcombinatie (Combi foto) vrijwillig filiaalbedrijf (Spar en C1000); gemeenschappelijke grossier grootwinkelbedrijf en grootfiliaalbedrijf franchising (Holiday Inn, Mc Donald’s); strikte contracten met franchisegever; entreegeld plus omzetfee. Vaak gemengde vormen.
Franchising
Trade marketing Detaillistenmarketing = trade marketing: gericht op detailhandel; uiteraard in combinatie met denken aan eindgebruiker. Inspelen op eisen van detailhandel m.b.v. accountmanager Strategie: prijsdistributie: low cost, low margin, low service, service distributie: kwaliteits- en service gevoelige klanten, ruimere marges
Detailhandelsmarketing Detailhandels- of retailmarketing: gericht op consumenten onderzoek analyse concurrentie, klantprofiel, winkelgedrag winkelformule ontwikkelen detailhandelsmix toepassen. Winkelformule, winkelconcept: doelgroep, assortiment, positionering, vestigingsplaats, inrichting, presentatie Leidt tot winkelimago: subjectieve indruk van consumenten.
Winkelimago
Detailhandelsmix Detailhandelsmix, variatie op MM: Product (kern assortiment + keuze- of randassortiment (bijv. imagoverhogende, exclusieve, serviceartikelen, promotie/seizoenartikelen) Promotie Prijs Plaats Presentatie (extern: pui, verlichting, buitenreclame etc.) (intern: sfeer, ruimteverdeling (lay-out, routing, schapindeling (hoogte, facing)) Personeel (deskundigheid, service gericht, klantgericht, klantvriendelijk, uitstraling)