Basis MAI1 Basiscursus MAI-8 B. J. Wielinga
Basis MAI2 Hoofdstuk 8 Gezichtspunt: het psychische Thema’s: –Waarneming –Cognitie –Leren –Sociaal-psychologische aspecten –Persoonlijkheid
Basis MAI3 Waarneming Verschuiving van directe waarneming naar gemedieerde waarneming beperking in het aantal zintuigen, maar uitgebreidere mogelijkheden voorgeprogrammerde waarneming
Basis MAI4 Ervaring Enactief: actie Iconisch: beelden Symbolisch: symboolsystemen (taal)
Basis MAI5 Ervaring (2) Nieuwe media ondersteunen iconische en symbolische ervaring Enactie ook wel, maar in mindere mate Neiging tot passief ervaren
Basis MAI6 Symbolische communicatie Linguistisch (gedeeltelijk notationeel) Non-verbaal (niet notationeel) Iconische (niet notationeel) Logisch mathematisch (notationeel) Muzikaal (notationeel)
Basis MAI7 Invloed van ICT Verschuiving naar audio-visulele communicatie notationele symboolsystemen worden versterkt
Basis MAI8 Mentale vaardigheden Integratie van media vereist brede mentale vaardigheden (beide hersenhelften) De complexiteit van de mentale operaties neemt toe Multifunctioneel gebruik van mentale vaardigheden
Basis MAI9 Betekenisvorming Toegekende betekenis kan afhangen van het medium Twee factoren: –Kennisfundament –Nieuwheid van de informatie notationele communicatie vereist conceptuele schema’s audio-visuele communicatie vereist perceptuele schema’s
Basis MAI10 Ontwikkeling van mentale vaardigheden De mate van ontwikkeling van mentale vaardigheden hangt af van de “diepte van verwerking” Deze kan (maar hoeft niet) oppervlakkiger zijn voor audio-visuele media. Doel en taak van de gebruiker bepalen (mede) de diepte van verwerking.
Basis MAI11 Mentale verwerking Schaalvergroting (groter en veelzijdiger informatieaanbod) Schaalverkleining (individuele verwerking) Mentale integratie van verschillende communicatievormen kan problemen opleveren wanneer er sprake is van ongerelateerde taken
Basis MAI12 Mens versus computer Overeenkomsten: –informatieverwerking –informatieopslag Verschillen: –emoties –waarneming –betekenistoekenning
Basis MAI13 Humanistische en situationistische visie Situatiegebonden versus contextvrij –werking van brein kan niet in hardware en software worden onderscheiden –directe versus afgeleide intentionaliteit –wederzijds begrip in interactie –door face to face communicatie oplossen van problemen
Basis MAI14 Holistische ervaring De mens neemt eerst het geheel waar. Pas na verdere verwerking worden deelaspecten waargenomen. Computerwaarneming is bottom-up, de waarneming wordt stukje bij beetje opgebouwd AI probeert steeds meer context in te bouwen
Basis MAI15 Flexibiliteit Mens past schema’s voortdurend aan. Computerschema’s zijn i.h.a. star Enige compensatie vis lerende programma’s
Basis MAI16 Leren Operant leren door beloond gedrag, is korte termijn “Intelligent” leren geschiedt op basis van redeneren
Basis MAI17 Sociale versus technische communicatie Natuurlijke taal versus kunstmatige taal Technisch gemedieerde communicatie zie hoofdstuk 6 en 7
Basis MAI18 Leren met nieuwe media Interactieve leeromgevingen: –leerlingen manipuleren de leerstof –ontdekkend leren –keuze uit presentatievormen –visualisering en simulatie –directe dialoog
Basis MAI19 Leren met nieuwe media (2) Multimedia: –combinatie van informatievormen –cognitieve integratie –associatief leren
Basis MAI20 Sociaal-psychologisch Technische druk op communicatie –kwetsbaarheid (zie hoofdstuk 4) –verminderde aanpassings mogelijkheden –tijdsdruk en communicatiedwang –verminderd verantwoordelijkheidsbesef
Basis MAI21 Communicatiekanalen Uitbreiding (tijd, plaats, informatiegeneratie en - verwerking) Beperkingen (bandbreedte, non-verbale signalen, onpersoonlijk, gebrek aan vertrouwen) Nuancering: –mens is robuust –Sociale identiteit –Meer controle over de communicatie
Basis MAI22 Coordinatie in CMC Leiderschap Groepsorganisatie Discipline
Basis MAI23 Participatie/Invloed Meer gelijkheid van participatie in CMC dan in F2F Invloed is ook evenwichtiger verdeeld Bedreiging voor management Meer op de inhoud gericht
Basis MAI24 Normen Formeel en informeel loopt vaak door elkaar Aanhef en begroeting zijn vaak onduidelijk De normen zijn instabiel en context afhankelijk
Basis MAI25 Nieuwe Persoonlijkheid? Antropomorfisering van CMC doordat: –Zwarte dozen –Autonome programmatuur (“agents”) –Toenemende “intelligentie” Gevolgen: –Persoonlijke relatie met de techniek –Meer controle => facinatie –(pseudo-)partner
Basis MAI26 Veranderingen Taalgebruik Omgangsvormen Rationalisering van sociale contacten (wat is eenzaamheid op Internet?)
Basis MAI27 Veranderende persoonlijkheden Veelzijdige persoonlijkheid Formalistische persoonlijkheid Computer persoonlijkheid Onsociale persoonlijkheid Meervoudige persoonlijkheid Experimenteren met eigen identiteit
Basis MAI28 Cyborg Vergroeid met de technologie Wearable computing Implantaten Hoe kunnen we ons daarop voorbereiden?
Basis MAI29 Wat heeft u geleerd? Sterk communicatie gericht, dekt niet alle terreinen van ICT De methode is echter veel breder toepasbaar Meerdere gezichtspunten Dialectiek