De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Omgaan met vormen van agressie op de Johan Frisoschool

Verwante presentaties


Presentatie over: "Omgaan met vormen van agressie op de Johan Frisoschool"— Transcript van de presentatie:

1 Omgaan met vormen van agressie op de Johan Frisoschool

2 Wat is agressief gedrag?
Een definitie Gedrag dat al of niet opzettelijk immateriële en/of materiële schade veroorzaakt, waarbij formele en/of informele regels worden geschonden (Van der Ploeg, 2009)

3 Agressie onderzoeken: Theorie van de sociale informatiever-werking
Leerlingen hebben moeite met het geheel aan denk-en gedragsacties in een sociale context (Van Overveld, 2012). Zowel reactieve als pro-actieve agressie hangt samen met specifieke fasen van de sociale informatieverwerking Reactieve agressie: een reactie op wat een ander doet (Van Overveld, 2012) Pro-actieve agressie: opzettelijk proberen een ander psychische en fysieke schade toe te brengen (Van Overveld, 2012) Agressieve kinderen onderscheiden zich onder andere van niet-agressieve kinderen in hun sociale cognities en emoties, in de wijze waarop zij gebeurtenissen waarnemen en interpreteren en waarop zij hun eigen reactiemogelijkheden inschatten. Een van de meest bekende modellen om het agressieve gedrag te onderzoeken, te verklaren en het mogelijkerwijs te beïnvloeden, is het Sociale Informatieverwerkingsmodel, vanuit het Engels afgekort als SIP. Reactieve agressie wordt gezien als een uiting van onmacht: agressie in reactie op een waargenomen bedreiging of provocatie die gepaard gaat met woede of controleverlies. Het is impulsief en defensief gedrag. Kinderen met reactief agressief gedrag komen dus op onverwachte momenten in allerlei, heftige conflictsituaties terecht. Proactieve agressie daarentegen wordt geassocieerd met macht. Het gaat niet gepaard met woede en controleverlies, maar is gericht op het zich toe-eigenen van bezittingen en het domineren, pesten of intimideren van anderen. Deze vorm van agressie is meer berekenend van aard. Conflicten van kinderen met proactieve agressie zijn daardoor niet altijd direct zichtbaar en op te lossen. Vaak komen leraren er pas laat achter dat er zich ‘iets’ heeft afgespeeld. . Leerlingen met reactief agressief gedrag blijken vooral veel moeite te hebben met de eerste drie fasen uit het SIP-model, terwijl de leerlingen met pro-actieve agressie vooral tekort schieten op die onderdelen die betrekking hebben op het vinden van een juiste oplossing.

4 Agressieve kinderen hebben problemen met (Van Overveld, 2011):
- Encodering (waarnemen van de werkelijkheid en opnemen van informatie) - Betekenistoekenning (verwerken en waarderen van de informatie) - Emotie (zo reëel mogelijk een plek geven) - Responsgeneratie (oplossingen bedenken en inschatten van de gevolgen) - Responsselectie (een reactie selecteren) - Uitvoering/gedrag (uitvoeren van de gekozen reactie) Uitleg model.

5 Onderwijsbehoeften volgens hGW:
- spreek de gedragsverwachting uit!. - uitdagende lesstof - Positieve feedback bij gewenst gedrag volgt - groepsgenoten die niet reageren bij agressie - leerkrachten die op één lijn zitten en die elkaar steunen - leerkrachten die leerlingen leren om successen aan eigen kunnen en inzet toe te schrijven - leerkrachten die de fasen van de groepsvorming juist doorlopen - plek van de leider van de groep! - ouders Op de JF wordt er handelingsgericht gewerkt. Als het gaat om agressie zijn volgens Pameijer en anderen dit de onderwijs behoeften binnen het HGW: - Specifieke concrete afspraken ten aanzien van gedrag voor de korte en lange termijn, gedragsinstructie en uitspreken van de verwachtingen aan het begin van de dag en bij elke les na de instructie (Pameijer et al, 2011). - (Meer dan genoeg) uitdagende lesstof op het eigen niveau waardoor er minder tijd is voor andere zaken. De motivatie verbetert en positieve feedback wordt mogelijk gemaakt (Pameijer et al, 2011). - Positieve feedback die consequent en direct op gewenst gedrag volgt, waarbij succeservaringen worden benadrukt (Pameijer et al, 2011) - groepsgenoten die niet reageren als er agressieve opmerkingen worden gemaakt en laten blijken dat ze het niet eens zijn met wat er in de groep geberut (Pameijer et al, 2011) - leerkrachten die op één lijn zitten en die elkaar steunen (Pameijer et al, 2011) - leerkrachten die leerlingen leren om successen aan eigen kunnen en inzet toe te schrijven (Pameijer et al, 2011) - leerkrachten die de fasen van de groepsvorming juist doorlopen (Van Overveld, 2012) - een (werk)plek in de groep voor de leider van de groep, waarbij hij geen (oog)contact met andere leerlingen kan maken (Pameijer et al, 2011) - ouders die op één lijn met de school zitten, achter de gedragsregels van de school staan en die bereid zijn samen te werken (Pameijer et al, 2011)

6 De ene agressie is de andere niet: repro-aanpak
- Twee verschillende typen agressie vragen om verschillende aanpak - Voorbeelden van interventies Van Overveld heeft het in zijn boek Groepsplan gedrag over de REPRO aanpak: een gedifferentieerde aanpak van agressie op school Voorbeelden van interventies bij pro-agressie kunnen zijn: - Bespreken van het gedrag waarbij de nadruk wordt gelegd op de gevolgen (op korte en lange termijn) van de gemaakte agressieve keuzes: de leerlingen leren de consequenties van het gedrag beter inschatten (Van Overveld, 2012) “Als jij dat doet dan volgt er ….maar voor later betekent het ook dat je…..” - De leerlingen bewust(er) maken van hun eigen gedrag en de motieven die daaraan ten grondslag liggen: de leerlingen verantwoordelijkheid leren (Golly & Sprague, 2013) en aansprakelijk stellen voor de gevolgen van hun gedrag (Van Overveld, 2012). De gevolgen laten herstellen. “Als je zo doet doe je dat eigenlijk omdat je, bijv. je zin wilt krijgen. Je krijgt dan misschien wel je zin, maar er volgt wel dat….” - In gesprekken ingaan op emoties die op de achtergrond meespelen (Van Overveld, 2012); van de leider van de groep is bekend dat hij een negatief zelfbeeld heeft. Achter het pro-actieve gedrag zit soms een eenzame leerling die bang is om afgewezen te worden. - Gesprekken met de groep waarbij de groep in beweging wordt gebracht om agressief gedrag te signaleren, te negeren en duidelijk af te wijzen (Van Overveld, 2013); - Opstellen van een gedragscontract voor de hele groep en/of individuele leerlingen waarin staat wat wel en niet is toegestaan (Van Overveld, 2012); hierbij zouden bijvoorbeeld de waarden respect, verantwoordelijkheid en veiligheid duidelijk naar voren kunnen komen (Golly & Sprague, 2013). Bij reactieve agressie: - oefenen met waarnemen in verschillende omgevingen zoals klas, gang en plein. Tijdens de waarnemingsoefening moet op twee vragen een antwoord worden gegeven: “Wat zie je?” “Wat hoor je?” Vervolgens wordt de leerling gevraagd wat hij bij die informatie voelt en denkt. De bedoeling is de aandacht te verleggen van vijandige naar neutrale interpretaties. - lessen in lichaamstaal, intonatie en expressie: “Wat betekent het als de ander op die manier naar je lacht of naar je kijkt? Hoe klinkt die stem?”Dit kan door een rollenspel waarbij anderen steeds nieuwe houdingen of mimiek laten zien, of er kan gebruikgemaakt worden van beelden uit een film/soap. - bewust worden van je eigen lichaam en de innerlijke (maagpijn, hartkloppingen, warm of koud worden, hoofdpijn) en uiterlijke signalen (kippenvel, vlekken in je nek) leren herkennen die voorafgaan aan een emotionele uitbarsting. - zoeken naar manieren om de heftige emotie te reguleren, zoals diep ademhalen, weglopen van de situatie, een time-out nemen. Je kunt leerlingen een koele-gedachten-top5 laten maken - woedebeheersing door gebruike te leren maken van verbale zelfspraak. Verbale zelfspraak is het jezelf zachtjes of in je hoofd toespreken met woorden of korte zinnen. Bijv. Stop, laat ze maar praten. Ik luister toch niet. Even tot tien tellen. Dit zie je ook terug in het PAD-leerplan.

7 Strategieën van de leerkracht bij Agressie
- bij reactieve agressie - bij pro-actieve agressie Bij de verschillende typen agressie horen ook verschillende strategieën van de leerkracht. Reactieve agressie kan bij de leraar gevoelens van angst oproepen omdat de uitbarsting van agressie vaak erg heftig is en soms tegen de persoon van de leraar gericht lijkt. Het is goed om te beseffen dat de agressie kortdurend is en dat de agressieve actie geen bewuste is. Het is vooral een teken van frustratie en onmacht. Warmte en sensitiviteit is van belang: geruststellen, zelf kalm blijven en de agressie proberen te neutraliseren. Het gedrag wordt afgewezen, niet de persoon. In vrije situaties actief toezicht houden en de leerling eventueel herinneren aan de manier om kalm te blijven/worden. Probeer de leerling positieve ervaringen op te laten doen met anderen. Bij proactieve agressie past een wat zakelijke, afstandelijke manier van communiceren. Sommige leerlingen zijn zo slim dat ze de goedheid en persoonlijke informatie van de leerkracht misbruiken. Zet niet de leerling klassikaal op zijn plek, beter onder vier ogen een gesprek voeren. Leerlingen die een hoge positie in de klassenhiërarchie hebben, zullen offensief reageren om hun status hoog te houden. Niet-agressief gedrag zoveel mogelijk bevestigen. Probeer in te spelen op het verkrijgen van een goed gevoel, respect en aardig gevonden worden.

8 Interventies geschikt voor de JF: voorkomen is beter dan genezen!
Preventie door: -algemeen preventieprogramma voor de hele school, SEL-methode goed uitvoeren!!! -voor ernstig probleemgedrag: curatief programma - Ouders erbij betrekken! - verbeteren van het groepsklimaat! Wat is nou voor de JF een goede aanpak van agressie? Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen. Naar mijn idee zou dan ook de JF een aanschaf van een preventieprogramma moeten overwegen, waarbij zij zich als eerste stap dient te oriënteren op een klassikaal te gebruiken algemeen preventieprogramma voor de hele school. Dit zou kunnen in de vorm van een nieuwe methode voor sociaal-emotioneel leren waarbij de uitvoering daarvan erg belangrijk is. Het moet niet een methode “in de kast” worden. Een dergelijk programma kan later eventueel aangevuld worden met een specifiek, meer curatief programma voor een kleine groep kinderen met ernstig probleemgedrag. Zowel het preventieve als het curatieve programma zou moeten voorzien in een mogelijkheid om de ouders te betrekken bij de aanpak. Het Programma Alternatieve Denkstrategieën, het PAD-leerplan, en Taakspel, blijkt in de aanpak van agressie een effectieve interventie te zijn. PAD is een preventief leerplan voor sociale en emotionele competentie en wordt al sinds 1987 in Nederland gebruikt. Het programma is geschikt voor kinderen van vier tot twaalf jaar in het primair onderwijs. Het kerndoel van het PAD-leerplan is het zelfstandig leren oplossen van sociale problemen. Op dit moment loopt er een praktijkgericht onderzoek op de JF over het verbeteren van het groepsklimaat. Het praktijkprobleem is namelijk dat er meer ongewenst gedrag ervaren wordt op de JF (Van der Woude, 2014). Dit praktijkprobleem lijkt een verwijzing naar groepsdynamieken die niet lekker lopen. Agressie kan hierin gemakkelijk ontstaan. In een positief klimaat is dat juist niet het probleem (Gielis, Konig en Lap, 2007;Van Engelen, 2007). Taakspel richt zich meer op het verbeteren van het groepsklimaat. De focus ligt op de kracht van de groep. Het PAD-leerplan en Second Step zijn meer gericht op de persoon en zijn gedrag. Omdat er veel meer ongewenst gedrag wordt ervaren lijkt een groepsaanpak in eerste instantie meer van belang omdat probleemgedrag kan ontstaan doordat kinderen in een negatieve groep zitten. Taakspel zou dus in eerste instantie kunnen worden ingezet en pas als dit niet werkt, de andere 2 interventies. - PAD  gericht op persoon en gedrag - Taakspel  gericht op de groep


Download ppt "Omgaan met vormen van agressie op de Johan Frisoschool"

Verwante presentaties


Ads door Google