LEEWOORDEN IN HET NEDERLANDS

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De Republiek in een tijd van vorsten Een Gouden Eeuw voor de Republiek § 3.3.
Advertisements

België Onze geschiedenis.
HET HISTORISCH REFERENTIEKADER
De Republiek in een tijd van vorsten
Ontstaan van het hof Anne Poolman Alexandra van der Wal
Hoofdstuk 1A: Europeanen
Samenleving en cultuur
De uitvinding van de boekdrukkunst en de eerste boeken en geschriften
Karel en grote problemen
Kenmerk 4: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en de ontwikkeling van het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat Les 3: Griekse.
Renaissance & Humanisme
De renaissance 1.2.
Hoofdstuk 4 De middeleeuwen 1
Erfenis van het Verleden De Traditionele samenleving
Kenmerk 19 19a Het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance 19b en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling Les 1: Renaissance.
De stad als motor van een mentaliteitsverandering
Het West Romeinse rijk valt uiteen
Romeinen, Germanen en Kelten
Palazzo Venezia Door: Wendy, Melissa, Hilke en Jens.
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
5 Een nieuwe wereld.
Tijd van Grieken en Romeinen 3000 v Chr- 500 n Chr
De Republiek in een tijd van vorsten Een Gouden Eeuw voor de Republiek § 3.3.
invloed van de Kerk op de Middeleeuwse cultuur
Begin Er is geen God dan Allah en Mohammed is zijn profeet
Veranderen van binnenuit
Hoofdstuk 2.
Europa wordt christelijk
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
Paragraaf 5.6 Islam.
Vrijheidsrechten en politieke rechten in Nederland
Hoofdstuk 5.
Echt klassiek! Tijd van Grieken en Romeinen
Renaissance in Nederland
Een gouden tijd voor de Republiek De 17e eeuw: 1600 – 1700
Republiek versus Frankrijk
Geschiedenis van de fotografie
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
De doorbraak van de volkstaal Nieuwnederlands in de zestiende eeuw < Jan W. de Vries, Roland Willemyns & Peter Burger, Het verhaal van het Nederlands.
Tijd van steden en staten ( n. Chr.)
Tijdvak 5 Ontdekkers en hervormers
Paragraaf 1.2 De Renaissance.
Geschiedenis van het Nederlands Voorlopers en verwanten
Hoofdstuk V: Rome Les 6: Romanisering
Paragraaf 4.3 De cultuur van het rijk.
Kenmerk 16 De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de Kruistochten Les 2: De Kruistochten.
Renaissance Geïnspireerd door de Oudheid Invloed op: - Kunst
Paragraaf 1.3 De Hervorming.
Hoofdstuk 4 De Nederlanden PAR 6, CULTUUR IN DE GOUDEN EEUW.
De golven van onze beschaving
Romeinen, Germanen en Kelten
Hoofdstuk 1: de 15e en 16e eeuw
Leven als een Romein Paragraaf 5.
Renaissance en Opstand
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Context 1 De Republiek der Zeven Verenigde Nederland
Paragraaf 1: Inleiding. De bijdrage van het christendom aan de wetenschap en de cultuur is groot. Dit is dan ook de reden waarom de Westerse wereld vrijwel.
Het doek gaat op PROLOOG (p. 9 – 15). Het doek gaat op PROLOOG (p. 9 – 15)
Ook bloei in de republiek op gebied van:
Ook bloei in de republiek op gebied van: Wetenschap Kunst Filosofie.
De Romeinse tijd Ave Caesar Ave Legionair.
Hoofdstuk 5 ‘veranderend wereldbeeld’
Blok 3 Samenvatting controle
Renaissance in Nederland
Cursus 3.2 : Romeinse Samenleving 1 KGT Lesweek 1
Renaissance en Opstand
Renaissance in Nederland
Blok 2 Grieken en Romeinen
Hier begint de nieuwe tijd
invloed van de Kerk op de Middeleeuwse cultuur
Transcript van de presentatie:

LEEWOORDEN IN HET NEDERLANDS

OVERZICHT: Hoe ontstonden de leenwoorden? De functie van de leenwoorden Klassieke talen Engelse leenwoorden Franse leenwoorden Duitse leenwoorden Iberische leenwoorden Italiaanse leenwoorden Andere talen

Kat Straat Haai Flamenco Keuken Maart Zondag Emmer

Achtergrond: Contacten tussen volkeren; zeevaart, handel, oorlogen, ontdekkingstochten, studiereizen, emigratie en immigratie Iedere land gaf een zaak of een product aan de hele wereld Samen met het woord waarmee zij dit product aanduidden – internationaal B.v. koffie uit het Turks; heimwee uit het Zwitsers

Leenwoorden en zijn functie: Verwijzen naar een zaak of begrip waarvoor in de eigen taal nog geen woord bestaat Weerspiegelen culturele beïnvloeding Kunnen nuance uitdrukken die de eigen taal mist (hoofd) Worden aan het klanksysteem en de grammatica van een taal aangepast Eufemismen – makkelijker om zich van een taboe-onderwerp te distantiëren

Leenwoorden uit het Latijn en Grieks 2000 jaar Belangrijk voor de maatschappij, wetenschap en cultuur Griekse invloeden via het Latijn Drie golven: Romeinse tijd Middeleeuwen Renaissance

Grieks: Culturele en politieke macht Een provincie van de Romeinen (146 v.C.) Respect voor Griekse kunsten, wetenschappen, literatuur, filosofie en medicijnen; hoge graad van ontwikkeling Griekse pedagogen of onderwijzers

Romeinse tijd Taal van de Romeinen – het Latijn; (vooral de bestuurders); Taal van de volk: Germaans en Vulgair-Latijn (vulgus ‘volk’, dus ‘volkslatijn’) Gaius Julius Caesar veroverde in 57 v.C. Noord-Gallië; Germannen kwamen in aanraking met de klassieke taal; contact met soldaten en kolonisten Plaatsnamen: Noviomagus Nijmegen, Maastricht, Utrecht Meeste leenwoorden duiden realia aan, ze hebben betrekking op het dagelijks leven

Huizenbouw en huisraad: fundament, gips, tegel fakkel, spiegel, tafel Handel (- die was heel levendig en bestond al vroeger) : Munt, kopen, pond Exotische planten (peper) en dieren (pauw) De Romeinen brachten nieuwe landbouwtechnieken, voedingsproducten, bouwmethodes, kookgewoontes: Planten: biet, kool, pastinaak Tuinbouw: kers, mispel, peer Voedingsmiddelen: kaas, boter Voedselbereiding: koken, beker, pan

De jaar- en weekindeling: Alcoholica: Wijn, bier (biber ‘drank’) Textiel: Sok, speld De jaar- en weekindeling: Weekdagen volgens de namen van godden Maanden – godennamen of het nummer van de maand of de bezigheden van de maand, en bij twee de namen van de keizers

Middeleeuwen De tweede taal van de ontwikkelden en van de Kerk De Kerk had andere woordenschat dan de geleerden Universiteiten – internationale wetenschapstaal Eenvoudiger grammatica Constructies: sibi res attrahere ‘zich een zaak aantrekken’ Boeken (beperkt); communicatie tussen leken en overheidsfunctionarissen of geleerden

Onderwijs en wetenschappen: School, schrijven, lezen, dichten Hogere onderwijs: professor, student, examen Vrije vrijekunsten: grammatica, dialectica, retorica, aritmetica, geometrie, astronomie Geneeskunde en alchimie (gebaseerd op de Romeinen): Pil, medicijn, dokter Wiskunde (arabische woorden): Zero, algebra, cijfer Stadhuistaal (- de wetgeving en de overheid): Documenten, produceren, artikel Functionarissen: advocaat, curator, jurist

Kerklatijn: Latijn die in de Kerk werd en deels nog wordt gesproken Kerstening van de Nederlanden vond plaats enige tijd na 496 – doop van Clovis Bijbelvertallingen: Betekenisontleningen – woorden kregen nieuwe, christelijke betekenissen: biecht ‘plechtige uitspraak’ - confessie, geduld, godsoordeel Leenvertallingen: vagevuur ‘reinigend vuur’ – purgationis ignis, deugd, hemel Kerkelijke functionarissen en instituties: Bisschop, kerk, stola (kleding), franciscanen, munsters, lelie Kerkdienste, feestdagen, gebeden: Onzevader, Kerstmis, legende, evangelie

Samen met het humanisme; uit Italië vanaf 1500 Ongeveer tegelijkertijd kwam de hervorming op – gaf een stimulans aan het gebruik van de volkstaal Humanisten gingen een nieuwe vorm van het Latijn gebruiken die op het klassieke voorbeeld teruggreep Het Latijn – voertaal van geleerden en literatoren; wetenschappelijke werken De leenwoorden bestrijken ongeveer dezelfde terreinen als die van het middeleeuws Latijn

Onderwijs: Wetenschappelijke termen: abstraheren, recensie, reflectere Uit het Grieks: atoom, schema, programa Grammaticale termen: flexie, adjectief, presens Academische kringen: assesor, magnificus, rector Studenten: proost - prosit ‘moge het nuttig zijn, moge het bekomen’

Wetenschappelijke leenvertallingen: Plant- en diernamen: bereklauw, duizendpoot, zeehond Filosofie en psychologie: levensloop, gezichtspunt, voorwerp Wet: genoegdoening, privaatrecht, vooroordeel Staatkundige termen: stadhouder, hoofdstad, vaderland Letterkunde: bloemlezing, naschrift, samenspraak Wiskunde: driehoek, noemer, veelhoek

Boekdrukkunst – uitgevonden aan het eind van de Middeleeuwen; blanco, pagina; bij het citeren en verwijzen naar boeken: ibid., op.cit. Klassieke oudheid en letterkunde – Griekse woorden via het Latijn: orakel, museum, tragedie, proza Geneeskunde: angina, tonsil, choleta; leenvertallingen: eierstok, baarmoeder, snijtanden Stadhuistaal: znw: agenda, functie ww: articuleren, seponeren bnw: relatief, obligaat bw: ergo, verbatim Afkortingen: a.d., etc. vrz: circa, versus; + vaste verbindingen: ad hoc, inter alia Voorvoegsels: contra-, ultra-, multi-

Moderne nieuwvormingen op basis van Latijn en Grieks: Aan klassiek Latijnse of Griekse woorden wordt een nieuwe wetenschappelijke betekenis gegeven: aquarium ‘bali voor waterdieren” Nieuwe afleidingen van Latijnse of Griekse woord gemaakt met een Latijnse uitgang: senator, medicus, aluminium, crematorium Samenstellingen van twee of meer Latijnse of/en Griekse elementen: interbellum

Engelse leenwoorden: Engelse en Nederlandse vissers en zeevaarders kwamen in aanraking met elkaar: boot, loodsman, dreg De eerste helft van de 19de eeuw: invloed van Byron, Scott; sneer, snob, spleen Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw: veel woorden aan het Engels ontleend door de politieke, economische en culturele suprematie van de Engelstalige wereld Politiek en bestuur: boycot, budget, meeting Sport en ontspanning: boksen, bridge, coach Handel: cash, dumping, research Verkeer: buffet, tunnel, mail Na 1945: supermarkt, make-up, babysitter

Franse leenwoorden: Invloed van het Frans is al begonnen in de 12de eeuw; contacten tussen Frankrijk en Vlaanderen; Vlaanderen – een Frans leen Veel woorden uit de wereld van kunst en wetenschap: instrument; van het openbare leven: arresteren; en het krijgswezen: toernooi Het terrein van de nijverheid en het huiselijke leven: meubel Stemmingen en karaktertrekken: jolijt, fijn Vanaf 17de eeuw - ze verraden niet alleen door hun spelling, maar ook door hun uitspraak Franse herkomst: toilet, prestige Leenvertallingen: kleinzoon (‘petit-fils’), schoonvader (‘beau-père’)

Duitse leenwoorden: Contacten met Duitsland in de middeleeuwen, vooral over zee en en via de riviëren Mystieke werken: invloed, indruk Tijd van Habsburgers: snullen, spies, grens (uit Poolse plaats: Grenicze) Bijbelvertalling van Luther – invloed op het verschijnen van Statenbijbel (1647): overveldigen, tuchtigen, heftig 17de eeuw: de geletterden lenen Duitse woorden om een dam op te werpen tegen de Franse invloed; Hooft gebruikte: beroemd, Cats: eenzaam, Bredero: schransen 18de eeuw: Duitse romantici (Goethe); grote onvloed van de filosofische, theologische en pedagogische werken 19de eeuw – verzet tegen Duitse leenwoorden; maar: kunstzinnig, leergang, liefkozen Recente woorden: belevenis, toespitsen, afbouwen

Iberische leenwoorden: Middeleeuwen: handelscontacten met het Iberisch schiereiland; Het einde van de 15de eeuw behoorden de Nederlanden samen met Spanje tot het Habsburgse rijk Het intensiefst contact: Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) Portugese woorden: galjoen, embargo, tornado Woorden uit Midden- en Zuidamerikaanse indianentalen via Spanje: tomaat Spaanse dansen: tango, rumba Gitaar aan het Perzisch via het Grieks en het Arabisch ontleend

Italiaanse leenwoorden: Italiaans – taal van handel en kunst Handelsteden; reizen; P.C.Hooft - een Grand Tour Het leger: alarm, cavalerie De kunst en muziek: fresco, replica De handel: brutto, firma Eettafel: lasagne, cannelloni Een woord die in het Italiaans niet bestaat, Pico ‘klein’ bello ‘mooi’ Picobello ‘piekfijn’

Andere leenwoorden: Russland: doerak, pierewaaien, mammoet Nieuw Zeeland: kiwi Noorwegen: loipe, ski, slalom Zwitserland: heimwee ‘ziekelijk verlangen’, muesli, Turkije: koffie; uit het Perzisch of Arabisch: divan, sofa, tulp; jaren zestig: kebab Finland: sauna Australië: bingo, koala, kangoeroe, boemerang

1. Nicoline van der Sijs, Geleend en uitgeleend, Nederlandse woorden in andere talen & andersom, Amsterdam/Antwerpen, 1998 2. Nicoline van der Sijs, Jaap Engelsman, Nota bene, De invloed van het Latijn en Grieks op het Nederlands, Utrecht, 2000 3. Nicoline van der Sijs, Leeg en Ijdel, De invloed van de bijbel op het Nederlands, Sdu, Den Haag, 2005