Van de invoering van zorgwetten over de gulheid van zorgwetten naar de krimp van zorgwetten Naar aanleiding van Walter Korpi Power, politics, and state autonomy in the development of social citizenship, ASR 1989 En Walter Korpi & Joachim Palme, New politics and class politics in the context of austerity and globalization, APSR 2003 Wout Ultee Hedendaagse sociologische theorieën
De Swaans vraag: wanneer werd in een land de eerste wet ter bestrijding van individuele tekorten en tegelslagen ingevoerd, hoe snel daarna de andere zorgwetten, en waarom werden zorgwetten in sommige landen eerder ingevoerd dan in ander landen? De Swaans eigen vervolgvraag: Onder welke omstandigheden wordt er tegenwoordig meer of juist minder op zorgwetten bezuinigd?
Eerste ‘logische’ vervolgvraag: Waarom zijn op een bepaald tijdstip zorgwetten in het ene land guller dan in het andere land? Deze vraag is gesteld en beantwoord door Korpi in 1989 Korpi stelde en beantwoordde in 2003, tezamen met Palme, de Swaans eigen vervolgvraag Merk op: Korpi en Korpi & Palme noemen De Swaan niet
De Swaan is een Nederlands socioloog Korpi en Palme zijn Zweedse sociologen Zweden was tot in de jaren 1960 voor veel landen het voorbeeld van een democratisch land waar de markt door zorgwetten was getemd Het is nu nog het land waar het meeste onderzoek wordt gedaan naar de vraag in hoeverre een interventiestaat haar doelen bereikt en welke mogelijke onbedoelde gevolgen zijn
Zweedse sociologen spelen een vooraanstaande rol in de Europese sociologie Bij mobiliteitsvragen: de Engelsman Goldthorpe tezamen met de Zweed Erikson Bij onderwijsongelijkheidvragen: Janne Jonsson Bij interventiestaatvragen: eerst Korpi, nu Palme In Zweden is er veel geld voor kwantitatief onderzoek naar deze vragen In Zweden zijn er, door het bestaan van persoonsnummers en openbare registers, veel kwantitatieve gegevens
Er zijn sociologen die denken dat de Zweedse (sociaal- democratische) staat wil bewijzen Dat Zweden het beste land ter wereld om te leven is Zweden sinds midden 1930 bijna onafgebroken sociaal-democratische regering (nu net niet)
Korpi’s vraag is nieuw in vergelijking met De Swaan Korpi’s vraag is ook nieuw in vergelijking met eerdere vragen uit de politicologie en de politieke sociologie Die eerdere vragen gingen over het deel van de overheiduitgaven bestemd voor zorgwetten Korpi meent dat de cijfers daarover niet veel zeggen: De uitgaven van een staat voor bijvoorbeeld de werkloosheidwet kunnen stijgen Terwijl een werkloos iemand net een lager uitkeringpercentage is gaan ontvangen De uitgaven stegen omdat er meer werklozen kwamen en de staat verlaagde het uitkeringpercentage om de totale uitgaven te beperken
De toptijdschriften in de sociologie verlangen van auteurs van artikelen een zogeheten ABSTRACT Daarin moet de vragen van het artikel staan De getoetste theorieën En de gedane bevindingen En de vooruitgang op eerdere publicaties Dat abstract moet leesvervangend voor het artikel zelf zijn We lezen nu alleen de abstract van Korpi en van Korpi & Palme
Volgens Korpi 1989 is de vraag niet waarom in de laatste eeuw (of de laatste halve eeuw) in een aantal landen de uitgaven van de overheid voor sociale zekerheid zijn toegenomen Volgens Korpi 1989 is de vraag wel waarom in die tijd de hoogte van uitkeringen is toegenomen Van alle mogelijke uitkeringen bestudeert Korpi er één: De wettelijke uitkeringen wegens ziekte als percentage van het loon voor de gemiddelde werknemer in een land
In enkele theorieën lijkt Korpi vooraf niet veel te zien: De industrialiseringshypothese neomarxistische hypothese De industrialiseringshypothese zegt als als het bruto- nationaal product per hoofd van de bevolking hoger is, de uitkeringspercentages hoger zijn De neomarxistische hypothese zegt dat sociaal- democratische partijen nauwelijks tot hogere uitkeringspercentages leiden
Korpi’s eigen ‘power resources distribution’ theorie omvat twee of drie hypothesen De uitkeringshoogte is hoger Bij een hoger percentage linkse (sociaal-democratische) stemmen Bij meer sociaal-democraten in de regering van een land Bij een hoger percentage vakbondsleden Het woord ‘power resources’ klinkt ietwat gek, in het Nederlands betekent het woord machtmiddelen min of meer hetzelfde als het woord hulpbron
Korpi toetst zijn hypothesen op gegevens voor 18 leden van de Organization for Economic Coperation and Development, een club van rijke landen, voor En op gegevens voor die 18 OECD-landen in Voor de eerste periode is alleen de deelname van linkse partijen aan regeringen van belang Voor de tweede periode ook de sterkte van vakbonden
Het aanleggen van het bestand met tijdreeksen voor landen wat betreft uitkeringspercentages (niet alleen ziektewet, maar ook ouderdomswet en arbeidsongeschiktheidswet, kinderbijslagwet en dergelijke) Heeft Korpi veel tijd en geld gekost Zijn leerling Ollie Kangas verbleef bijna een jaar in Amsterdam om de Nederlandse gegevens bij elkaar te krijgen Het bestand is daarmee uniek en is wellicht daarom telkens met de laatste gegevens aangevuld
Op het nieuwe deel van dat databestand berust Korpi & Palem 2003 De gegevens gaan weer over die 18 OECD-landen, maar dan van 1975 tot 1995 De vraag gaat weer over de hoogte van uitkeringspercentages, dit maal voor ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid Maar de vraag gaat dit maal niet over de hoogte op elk jaar in een bepaalde periode Maar over dalende percentages van het ene jaar op het andere jaar
De hypothesen gaan weer die over de gevolgen van sociaal-democratische regeringen Naast de hypothese dat sociaal-democratische regeringen in een jaar de hoogte van uitkeringen minder omlaag brengen dan rechtse regeringen Staat de hypothese dat het effect van sociaal- democratische regeringen kleiner is wanneer de economie van een land opener is (globalisering), de werkloosheid hoger is en het overheidtekort hoger is
Uiteindelijk lijken er geen interactiehypothesen te worden getoetst Werkloosheid, begrotingstekort, openheid van de economie en sociaal-democratische regeringen hebben wel additief effect
Korpi en Palme hebben lang geworsteld met de kwestie welke statistische modellen behoren bij hun vraag Terwijl ze in 1988 regressiemodellen toepasten op gestapelde dwarsdoorsneebestanden Pasten ze in 2003 gebeurtenissenanalyse toe, een ingewikkeld soort regressiemodellen Ze hebben voor hun 2003 artikel echter ook gespeeld met tabellen Die tabellen zijn niet altijd even goed geanalyseerd