KINDERBIJSLAG-REGLEMENTERING theoretische aspecten De federale sociale bescherming KINDERBIJSLAG-REGLEMENTERING theoretische aspecten Hugo Bogaert Informatiesessie over kinderbijslag RKW– 30 oktober 2012
DE GEZINSBIJSLAG IN DE SOCIALE ZEKERHEID
VAN WIE = rechthebbende AAN WIE= bijslagtrekkende VOOR WIE = rechtgevend kind VOORWAARDEN voor het kind
A. ACTOREN RECHTHEBBENDE BIJSLAGTREKKENDE RECHTGEVEND KIND
1. DE RECHTHEBBENDE (van wie?) Wie kan recht verkrijgen op kinderbijslag? iemand in een bepaalde socioprofessionele situatie (statuut) en met een bepaalde (aan)verwantschapsband of andere familieband met het rechtgevend kind
Statuut→ iemand die in België voor een werkgever werkt iemand die buiten België werkt maar verder onder de Belgische sociale zekerheid ressorteert iemand in een gelijkgestelde situatie, bijvoorbeeld jaarlijkse vakantie, opzeggingstermijn, stakingsperiode, feestdagen, ouderschapsverlof enz. iemand in een toekenningssituatie, bijvoorbeeld een werkloze, gepensioneerde, zieke, wees
En iemand zonder statuut? → sociale bijstand = gewaarborgde gezinsbijslag
Verwantschap (vader, moeder, broer, grootouder, oom enz.) Band met het kind Verwantschap (vader, moeder, broer, grootouder, oom enz.) Aanverwantschap (stiefvader, stiefmoeder enz.) Feitelijk gezin (zelfde domicilie + verklaring van feitelijk gezin) Bijzondere gevallen: geplaatste kinderen Afwijkingen algemene individuele
Quid als er meerdere rechthebbenden zijn voor hetzelfde kind? Voorrangsorde Quid als er meerdere rechthebbenden zijn voor hetzelfde kind? in verschillende landen (zie overeenkomsten) in verschillende regelingen? in dezelfde regeling?
Voorrangsorde bij rechthebbenden in verschillende regelingen of andere rechten Europese verordeningen of bilaterale akkoorden Samenloop met de zelfstandigenregeling: Bevoegd is over het algemeen: de regeling die het hoogste bedrag toekent (toeslag wezen/ziekte) anders de werknemersregeling als de rechthebbende minstens halftijds werkt Er zijn echter uitzonderingen op die algemene regel
Voorrangsorde binnen de werknemersregeling (overheidssector inbegrepen) Algemene regels Een rechthebbende in het gezin en een rechthebbenden buiten het gezin → rechthebbende in het gezin Verschillende rechthebbenden in hetzelfde gezin of verschillende rechthebbenden buiten het gezin → vader, moeder, stiefvader, stiefmoeder: de oudste van beiden Let op: fictie co-ouderchap = juridische fictie dat de gescheiden ouders nog samen de rechtgevende kinderen opvoeden ► de vader blijft rechthebbende (tenzij recht afgestaan)
Het recht afstaan alleen binnen de werknemersregeling (overheidssector inbegrepen) recht automatisch overgedragen als een rechthebbende die geen voorrang heeft, recht heeft op een hoger bedrag (werklozen, zieken)
2. DE BIJSLAGTREKKENDE (aan wie?) De bijslagtrekkende is diegene die de kinderbijslag ontvangt meestal de moeder als de moeder het kind niet opvoedt, wordt de kinderbijslag betaald aan de persoon die het kind opvoedt
Bijzondere gevallen CO-OUDERSCHAP: = juridische fictie dat de gescheiden ouders nog samenwonen ► de moeder blijft bijslagtrekkende (behalve als het kind zijn domicilie bij de vader heeft en hij een aanvraag doet om bijslagtrekkende te zijn) BETALING AAN DE RECHTHEBBENDE
Het kind is bijslagtrekkende voor zichzelf als het Bijzondere gevallen Het kind is bijslagtrekkende voor zichzelf als het getrouwd is meerderjarig verklaard is niet meer bij een bijslagtrekkende woont zelf een kind heeft In een instelling geplaatste kinderen: 1/3-2/3
3. HET RECHTGEVEND KIND Onvoorwaardelijke recht tot 31 augustus van het jaar waarin het kind 18 jaar wordt ► geen enkele voorwaarde
3. HET RECHTGEVEND KIND Na 18 jaar nog recht tot 25 jaar onder bepaalde voorwaarden statuut met leercontract student werkzoekende beperkte socioprofessionele inkomsten en/of winstgevende activiteit beperkt tot 240 uren/kwartaal
Bijzonder geval: kind met een aandoening 3. HET RECHTGEVEND KIND Bijzonder geval: kind met een aandoening Na 18 jaar nog recht tot het kind 21 jaar wordt, onder bepaalde voorwaarden
B. BEDRAGEN Basisbedragen eenmalig: kraamgeld adoptiepremie jaarlijkse leeftijdstoeslag maandelijks: kinderbijslag maandelijkse leeftijdstoeslag maandelijkse toeslag volgens de rang van het kind bij een of meer bijslagtrekkenden
B. BEDRAGEN Kinderbijslag volgens de gezinssituatie: wezenbijslag Sociale toeslagen op basis van de gezinssituatie en de inkomsten: eenoudertoeslag Sociale toeslagen op basis van het socioprofessioneel statuut en de socioprofessionele inkomsten: werklozen, zieken, gepensioneerden Toeslagen op basis van de handicap van het kind
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG BEHOORT TOT DE SOCIALE BIJSTAND
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG (restregeling) Verschillen met de werknemersregeling GEEN STATUUT→ GEEN RECHTHEBBENDE = aanvrager ONDERZOEK NAAR (alle) BESTAANSMIDDELEN GEEN VERPLICHTE BAND MET HET KIND MAAR VERPLICHTING HET KIND TEN LASTE TE HEBBEN VOORWAARDEN QUA VERBLIJF IN BELGIË OF BIJZONDER STATUUT (verblijfsvergunning, politiek vluchteling, asielzoeker enz.) BEDRAG (gelijk aan het kinderbijslagbedrag voor werklozen)
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG DE BIJSLAGTREKKENDE = Voorwaarden die vergelijkbaar zijn met die in de werknemersregeling behalve Voor kinderen die alleen leven: geen recht want niet ten laste van een andere natuurlijke persoon → kunnen geen bijslagtrekkende zijn voor zichzelf EN Wat co-ouderschap betreft: dat is niet van toepassing
GEWAARBORGDE GEZINSBIJSLAG HET RECHTGEVEND KIND = VOORWAARDEN VERGELIJKBAAR MET DIE IN DE WERKNEMERSREGELING
BESLUIT EEN COMPLEXE REGLEMENTERING JA, MAAR DIE AFGESTEMD IS OP DE COMPLEXE SOCIOPROFESSIONELE SITUATIES VAN DE GEZINNEN