Wim Smeets Reflectie door Annemie Dillen Het spirituele aspect in het detecteren van psychosociale behoeften in de oncologische praktijk Wim Smeets Reflectie door Annemie Dillen
Algemene ideeën Screeningsinstrument voor verschillende disciplines (in het bijzonder verpleegkundigen) op een oncologische afdeling van ziekenhuis Belang van screeningsinstrument: integratie en systematisering (geen willekeur) Vertrekkend vanuit een holistisch mensbeeld – spiritualiteit maakt deel uit van ‘noden’ en ‘behandeling’ Spiritualiteit is geen monopolie voor pastor/geestelijk verzorger – multidisciplinaire aanpak – efficiënte doorverwijzing Spirituele zorg is essentieel voor goede patiëntenzorg: keuzes worden beïnvloed door spiritualiteit en spritualiteit is verbonden met kwaliteit van leven (positief / negatief)
Integrale benadering (Smeets) Basiscategorieën (G&S) Fitchett (2002) Leget (2003) Experiëntieel Ervaring en emoties 2. Cognitief – narratief Geloof en betekenis, Geloven/weten 3. Sociaal gezag en leiding/gemeenschap Ik/ander 4. Moreel Roeping en gevolgen Vergeven/vergeten 5. Ritueel Ritueel en praktijk 6. Coping (toegevoegd) Moed en groei Vasthouden/loslaten; doen/laten
Op basis van dit schema: 8 vragen (nadeel: vrij lang en complex) (voordeel: spiritualiteit in vele dimensies) Nadeel van sommige screeningen: slechts één of twee vragen, spritualiteit wordt gereduceerd tot bv. ‘zin’ of ‘vertrouwen op God’
Schema als basis voor 4 stappen “Screening (mogelijk herhaald om verandering vast te stellen) & observatie (met ‘observatie-instrument’, gericht op gedrag) door artsen en verpleegkundigen “Indicatie voor verwijzing naar geestelijke verzorging en andere disciplines” “Kennismaking” door geestelijke verzorgers/andere disciplines “anamnese” door geestelijke verzorgers/andere disciplines (daarna begeleiding/counseling – vrij of gericht)
Indicatiecriteria voor verwijzing naar geestelijke verzorging (Smeets) A. op verzoek van de patiënt B. op verzoek van de naasten van de patiënt C. als aanbod geestelijke verzorger (eigen initiatief) D. In het kader van behandelingsprotocol van een afdeling E. In het kader van een ziekenhuisbreed protocol F. Op basis van een multidisciplinair vastgestelde ‘spirituele nood’ en ‘spirituele coping’
Enkele andere modellen Hierna volgen enkele schalen/indelingen die Smeets opneemt en bespreekt, maar tegelijk ook kritisch benadert
Wanneer is specialistische geestelijke verzorging wenselijk (NCCN, 2008) 1. omgaan met verlies 2. vragen over levenseinde en dood 3. verlies van vertrouwen 4. vragen of de invulling/zin van het leven 5. vragen over relatie met goddelijke 6. isolatie ten opzichte van een religieuze gemeenschap 7. schuld 8. vragen over de zin van een behandeling 9. behoefte aan rituelen
Kritiek van Smeets op NCCN lijst Weinig consistent Weinig theoretisch onderbouwd Niet alle dimensies van spiritualiteit
SAIL (Spiritual Attitude and Involvement Scale) (2006) 1. verbondenheid met zichzelf (zingeving, vertrouwen, aanvaarding) 2. verbondenheid met anderen (zorg voor anderen en verbondenheid met de natuur) 3. Verbondenheid met het transcendente (transcendente ervaringen en spirituele activiteiten) Attitudeschaal die kan gebruikt worden voor screening Kritiek: ongelijkheid in aspecten die worden opgesomd
Algemene kritische reflectie (AD) Smeets zegt zelf: veel toerusting van verpleegkundigen nodig Staat systematisering het ‘prudentiële aanvoelen’ (‘intuïtie’ noemt Smeets het) van verpleegkundigen omtrent wie nood heeft aan een pastoraal gesprek, niet in de weg? Het multidisciplinair interpreteren van screeningsinstrumenten is ook aan interpretatie gebonden – is ‘willekeur’ wel uit te sluiten en hangt niet veel af van de openheid voor spiritualiteit (Positief hier: systematisering van aandacht voor spiritualiteit verhoogt zichtbaarheid en belang ervan) Positief is het overzicht van vele instrumenten om spiritualiteit te detecteren Mogelijk gevaar van reductie van spiritualiteit tot een ‘nood’ en een ‘copingsstrategie’ (functionalisering) - is het niet zinvol om met mensen in gesprek te gaan die geen duidelijke ‘nood’ aangaven? Soms wordt juist als eigenheid van de pastorale benadering ivm de psychologische benadering gesteld dat pastores niet zozeer gefocust zijn op ‘noden’? Wat met mensen die niet zo sterk staan verbaal/autonoom en niet zo makkelijk over spiritualiteit praten?
1. vrijplaats (vrij naar mensen toestappen) 2. andere bekostiging Verwijzing naar onderzoek bij geestelijke verzorgers: welke verschillen geven ze aan ivm werk van psychologen? 1. vrijplaats (vrij naar mensen toestappen) 2. andere bekostiging 3. meer care dan cure 4. werkend in ander (hermeneutisch taalveld) dan evidence based omgeving (omwille van gebrek aan meetinstrumenten)
Uitdagingen voor psychologen en pastores - aandacht voor spiritualiteit en doorverwijzing in opleiding - werken aan wederzijdse beeldvorming - feitelijke samenwerking
Vragen ter reflectie Is een meer doorgedreven screening/observatie nodig/wenselijk in de Vlaamse context? Ervaringen in verband met opleiding?