NEITHER MARKET, NOR HIERARCHY

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Markets, Hierarchies and Hegemony
Advertisements

Organisatiekunde.
Marketingstrategie: segmentatie en positionering
Groot Composiet II Houtkoolschets Europa investeert in uw toekomst uit het Europese fonds voor regionale ontwikkeling II.
Hoe ontstond dit initiatief ?
Hoofdstuk 5 Sociale verbanden.
Asymmentrische informatie
Marketing voor ZZP-ers
Paul J. Dimaggio & Walter W. Powell
De marketingmixstrategie
The External Control of Organisations A Resource Dependence Perspective (Pfeffer & Salancik) Verthé Tom 2de Ba Politieke Wetenschappen - VUB Sociologie.
Business Economics Handels –en financiële technieken
Netwerken. Wat is een netwerk? Je spreekt van een netwerk van zodra twee of meer computers met elkaar verbonden zijn. Je kan thuis een klein netwerkje.
Aanzet tot strategisch denken
Gegevensbeheer Karin Diederiks KOAC•NPC.
Risico’s en gevaren van techniek
Van Eycken Joannes 2e Bachelor Sociologie
/ slide 1 Eigen bedrijf of in loondienst? n Overwegingen persoonlijke situatie –Loondienst geeft zekerheid –Partner –Toekomstscenario: hoe ziet mijn leven.
Digitale leermiddelen in het mbo
3. Het sociaal-economisch systeem
1 The Netherlands of Tijden veranderen.
1 1 Diagnoseadvies van de sociale partners over O&O en innovatie ‘Naar een meer innovatieve economie’ 18 september 2006.
Vertaling van Miriam Zweverink Project No Presentatie 2009 Tool 2 Kosten/Baten Check.
Blz. 9 tot en met 28 Boekje Leidinggeven
Business Marketing Sabine Vermuyten
Randstad Werkmonitor state of mind arbeidsmarkt (werknemer perspectief) juli – augustus 2007 B
H7: Productmanagement.
Measuring of Organisation Structures D.S. PUGH Nele Van Dooren 2 de Bachelor Sociologie 28 maart 2006.
The managment of innovation
1 Nationaal Forum Certificeren Partnership: Operatoren-D&A 19 juni 2006Raymond Marchal Gewestelijk directeur DACO 1.
Business Marketing Management
Business Marketing Management© 2008 Noordhoff Uitgevers bvBusiness Marketing Management© 2008 Noordhoff Uitgevers bv.
Par. 4.3 Handel, investeringen en migratie.
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Hoofdstuk 12 Productontwikkeling en levenscyclusstrategieën
19 e eeuw Arbeiders niet beschermd Bedrijven waren slecht georganiseerd 1850 in Londen Werkloosheid 40% Het aantal faillissementen 70% Geringe financiële.
Business Marketing Management
Business Marketing Management
Even voorstellen 250 medewerkers, 4 vestigingen
Oefening 17 p. 97 – les 5.
Quick scan Janneke Delisse, Renée van Os, Jan Jurriëns
EU-scoping study Biodiversiteitscampagne Belangrijkste conclusies.
Nike Supply Chain Management
Visie Missie Analyse fase SWOT analyse Strategische fase Operationele
Interorganisationele samenwerking. Evoluon, 6 april 2004 Waarom interorganisationele samenwerking? (1) o Risico’s en vaste kosten kunnen delen; o Sneller.
Burger een elektronische brievenbus waarin de burger op een gecentraliseerde en beveiligde manier officiële documenten kan ontvangen de tool is zo ontworpen.
Arbeidsmarkt Als je op de markt loopt zie je om je heen verschillende kopers en verkopers. De vraag naar een product bestaat uit de mensen die een product.
Ontwikkeling en de basisschool
50.
Geïntegreerde schoolverbetering
Gebaseerd op o.a. Situationeel leiderschap volgens Hersey en Blanchard
Ip4inno 1 A.Auteursrecht B. ‘Reputatie’ en merken in het Angelsaksisch recht C. Niet-geregistreerde modellen D. Halfgeleidertopografierecht.
Omgaan met verandering Elke verandering is een vernieuwing…
Hoofdstuk 4 Ontwikkeling van het internationale concurrentievermogen.
INNOVATIE DOOR NETWERKEN met ‘altruïsme, vertrouwen, redelijkheid en vrijgevigheid’ als basis Hilde de Groot en Jan A. Jurriëns Lectoraat Innovatie HAN/FEM.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
JCI VLAANDEREN #EXCHANGE. INLEIDING JCI bestaat enkel en alleen door de toewijding, de ideeën, de passie en de inzet van de individuele leden.
Sturen van infrastructuren – de publieke waarde(n) van netwerken
Welkom havo 4..
Lesbrief Markt en overheid
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Welkom Havo 5..
Welkom VWO 5..
Presentatie bedrijfsplan
Internationalisering
MNO’s = TNO’s = transnationale ondernemingen Productiebedrijven
De teamleider is een duizendpoot
Rapportage van voortgang of status
1.1 Globalisering: one world?
Presentatie van: Logo van je bedrijf.
Transcript van de presentatie:

NEITHER MARKET, NOR HIERARCHY Sociologie van organisatie en beleid Dedobbeleer Roel 2de bachelor geschiedenis-minor sociologie

OVERZICHT Kenmerken van markten, hiërarchieën en netwerken verduidelijken. Verschillende vormen van netwerken: Netwerken in ambachtelijke industrieën Regionale economieën en industriële districten Strategische bondgenootschappen en partnerschappen Verticale disaggregatie

Markten, hiërarchieën en netwerken. Transacties zijn duidelijk omschreven Goederen hebben meer waarde dan de relaties Communicatie is snel en eenvoudig Slecht mechanisme voor zaken die moeilijk naar waarde te schatten zijn.

Hiërarchieën(1) Ontstaan wanneer een bedrijf transacties internaliseert die voordien elders in de markt plaatsvonden Communicatie gebeurt via contracten en documenten Taken en rollen worden piramidaal verdeeld

Hiërarchieën(2) Van toepassing bij massadistributie en –productie Sterkte: betrouwbaar en verklarend door de vele documenten Zwakte: onderhevig aan sterke fluctuaties in de vraag en onverwachte veranderingen

Netwerken(1) Transacties vinden plaats via netwerken van personen Basisveronderstelling: partij X heeft iets dat partij Y niet heeft Eigen belangen worden niet boven die van de andere gesteld: Aanpassingsvermogen is verreist Baten en kosten worden gedeeld Verwachtingen kunnen veranderen naar gelang de omstandigheden

Netwerken(2) Complementariteit en aanpassingsvermogen zijn de bouwstenen Reputatie, vriendschap, interdependentie en altruïsme zijn het bindmiddel. Gebruikt voor producten die moeilijk naar waarde te schatten zijn

Enkele vormen van netwerken netwerken in ambachtelijke industrieën Product wordt op eenzelfde plaats door eenzelfde persoon gemaakt Elk product is uniek intuïtie en experimenteren Kijken naar voorbeelden in de: Bouwindustrie Film –en opname industrie

Bouwindustrie Langdurige relaties tussen hoofd –en onderaannemers Exclusieve en langdurige relaties voorkomen kwaliteitscontrole Contracten worden afgesloten aan een vaste waarde Eisen inzake prestaties worden ontweken Slechts met enkele onderaannemers werken Meestal met dezelfde ondanks de aanwezigheid van alternatieven Relaties komen zelden tot stand door competitiviteit

Film –en opname industrie Korte termijn contracten die vaak herhaald worden Wederzijdse controle tussen kopers en verkopers Er is een grote mobiliteit van de participanten Herhaaldelijk contracten tussen dezelfde deelnemers  vertrouwen Het netwerk van deelnemers is stabiel, niet de grote studio’s. ???

Regionale economieën en industriële districten Voordelen van regionale industrieën: Dichte aanwezigheid van elkaar overlappende bedrijven Getalenteerde arbeiders Een overkoepelende institutionele infrastructuur 2 gelijkaardige sectoren: Duitse textielsector in Baden-Wurttemberg Emiliaanse model in Noord-Italië Extended trading groups

Textielsector in Baden-Wurttemberg Aanwezigheid van specialisten met eigen talent in een zekere fase of type van de productie Zeer verfijnd productiesysteem van kleine en middelgrote bedrijven die met elkaar in verbinding staan Voordelig voor de hele industrie netwerk bestaat uit een zeer verfijnd onderaannemingssysteem

Het emiliaanse model in Italië(1) Emilia-Romagna in N-Italië met Modena als centrum Gedecentraliseerde en sociaal geïntegreerde structuren hebben hier veel succes. ondersteund door: Sociale en politiek structuren Enorme verdeeldheid van structuren

Het emiliaanse model in Italië(2) Basis van het succes: Gegroepeerd in bepaalde zones volgens product Lage hiërarchische structuur bedrijven met < 50 arbeiders Eveneens een uitgebreid onderaannemingssysteem Een klein aantal firma’s is betrokken bij de finale productie

waarom decentralisatie en ruimtelijke concentratie? Als reactie tegen de vakbonden inperken van de arbeiderscapaciteiten Bekwame arbeiders met het statuut van kunstenaar Reactie tegen veranderende smaken en technologieën Ondersteund door de communistische partij Extended family schept vertrouwensbanden Overkoepelend instituut dat de hele administratie regelt

Extended trading groups(1) Japanse textielindustrie Prestatiegevolgen van deze relaties Ook voorkomend in Zweden Grote kenmerken van deze handelsgroepen

Japanse textielindustrie Aantonen ruimtelijke concentratie  alternatief voor hiërarchieën Rond 1950: weefindustrie gedomineerd door grote molens Rond 1980: Hiërarchieën sluiten  decentralisering Stabiele relaties ontstaan tussen verschillende kleine bedrijven Niet noodzakelijk naar goedkopere leveranciers gaan

Gevolgen voor de prestaties Zekerheid van de relaties moedigt de leveranciers en producenten aan Vertrouwen en afhankelijkheid  snelle informatiestroom Kwaliteit boven de prijs Japanse economie  niet afgestemd op kapitalisme Goedkoper zakendoen in Japan

De kern van de Zweedse economie Onderzoek en ontwikkelingskosten worden gedeeld Investeren in connecties met andere bedrijven Kosten zoals bescherming tegen bedrijfsspionage voorkomen Competitie niet langer tussen bedrijven maar tussen coalities van bedrijven

Belangrijkste kenmerken van deze handelsgroepen De grenzen van de firma laten vervagen zonder het verliezen van de eigen identiteit Medewerking van de locale autoriteiten, aanwezigheid van onderzoekscentra, hoog geschoolde arbeiders, samenwerking tussen overkoepelende bedrijven. De verspreiding van kleine technologisch vooruitstrevende bedrijven

Strategic alliances and partnerships(1) Vooral in de olie- en chemie industrie en de bouw van commerciële vliegtuigen Experimenteren met partnerschappen  ontstaan van verschillende soorten partnerschappen Verbinden van meer gespecialiseerde bedrijven met algemene bedrijven i.p.v. firma Vs. firma  globale allianties tegen elkaar

Strategic alliances and partnerships(2) Vroeger: gebrek aan expertise  overnemen van firma’s die wel over de nodige kennis beschikten Nu: Fusies en overnames zijn in aantal gedaald Eerder vormen van beperkte betrokkenheid, overname Kleine bedrijvenbeter omgaan met innovatie en productontwikkeling

Strategic alliances and partnerships(3) Investeren in aandelen  voordelig voor beide partijen: Onderzoekscontracten gaan uit van de grote bedrijven Exclusieve licenties voor de grote bedrijven Leningen en financiële akkoorden Deze ontwikkelingen doen zich vooral voor in technologisch intensieve industrieën Motivaties en organisatievormen zijn zeer verscheiden Afhankelijk van de behoeften die beide partijen nastreven

Strategic alliances and partnerships(4) Niet alleen: groot-klein maar ook groot-groot Oorzaken: Duwzijde  technologische zorgen Trekzijde  financiële zorgen Samenwerkingsvorm niet gemakkelijk in stand te houden: Managementproblemen + efficiënt industrieel beleid Achterliggende doelstellingen Niet iedereen altijd even enthousiast Eerste keer samenwerken  bepaalde zaken verkeerd inschatten

Strategic alliances and partnerships(5) Samenwerken verreist: Aanzienlijk vermogen ter beschikking kunnen stellen Zware verplichtingen Aannemen van een veelbelovende verwachtingen Zorgen voor een zeer hoge druk Andere risico’s: Verborgen agenda’s 1 partij gaat lopen met de kennis van de andere

Vertical disaggregation Waarom bedrijven hun hiërarchieën afbouwen: Niet capabel om te gaan met snelveranderende competitiviteit Resistent gedrag t.o.v. innovatieprocessen en nieuwe producten Informatieve opstopping Dalende jobsatisfactie Decentralisatie, externe contractenhelpen kosten te drukken en bieden grotere ondernemingsvrijheid Reorganiseren: collaboreren waar vroeger tegenstand

Auto-industrie Vroeger weinig concurrentie Hiërarchieën werken met onderaannemers die elkaar beconcurreren Nu is er zeer veel concurrentie  verminderd marktaandeel  lagere winsten Inflexibiliteit, expertise wordt niet bevorderd, bekwaamheid arbeiders daalt Afbouw van hiërarchieën

Evolutie van onderaannemingscontracten Verlenging van de duurtijd van de contracten Onderaannemers werken voor 1 opdrachtgever Meer samenwerking inzake ontwikkeling 2 soorten contracten: kwaliteit primeert boven lage productiekost lage productiekost is belangrijker dan kwaliteit