Juridische aspecten van het internationaal zakenwezen Prof. M. E Juridische aspecten van het internationaal zakenwezen Prof. M.E. Storme 2006- 2007 : updated 2009-2010
I. RECHTSBRONNEN (1) internationaal recht v I. RECHTSBRONNEN (1) internationaal recht v. internationale rechtsbronnen Onderscheid: - regels van internationale oorsprong - regels met internationale verhoudingen s.s. als voorwerp: regels van internationaal publiekrecht (volkenrecht, ius gentium) Internationaal publiekrecht als onderscheiden van : - nationaal publiekrecht (grondwettelijk, administratief, fiscaal, strafrecht) Privaatrecht m.i.v. internationaal privaatrecht
I. RECHTSBRONNEN (2) de internationale rechtsorde (volkenrecht) Klassieke visie: internationale rechtsorde als rechtsorde tussen staten (soms deelstaten) en/of internationale organisaties; dualisme Nuance 1: private organisaties als spelers; toegang particulieren tot internat. Instellingen (inb. gerechten) Nuance 2: rechtstreekse werking internationaal recht binnen de nationale rechtsorde (mits aanvaard door het nationaal grondwettelijk recht)
I. RECHTSBRONNEN (1) bronnen van het volkenrecht Bronnen van het internationaal recht (volkenr.): Verdragen Gewoonterecht, alg. rechtsbeginselen Beslissingen van internationale organisaties Soft law
I. RECHTSBRONNEN (3) Verdragen (soorten) - vlg. partijen: bilateraal, multilateraal vlg. domein: handel, oorlog & vrede, diplomatieke relaties, vreemdelingen enz. vlg. rechtsvorm: traité-convention (wederzijdse verplichtingen), traité-loi (invoering van rechtsnormen). Belangrijke vormen: * FNC (friendship navigation commerce); vrijhandelszones, econ.unie, douanezaken * oprichting internationale organisaties * investeringsverdragen, leningen van staten * rechtshulp (bv. uitlevering, bewijs) * afbakening (dubbelbelasting, bevoegdheid en executie, conflictregels …) * instellen uniforme regels
I. RECHTSBRONNEN (4) Verdragen : eenmaking recht Bereik: enkel transnationale rechtsverhoudingen, vb. Internationale koop, internationaal transport dan wel ook interne rechtsverhoudingen, vb. Wisselbrief en cheque Hoe uit te leggen ? meestal geen instantie bevoegd tot uniforme uitleg Uitz: Benelux GH, HJ EU ,enz. Informatie-uitwisseling (Lugano verdrag, CISG, …)
I. RECHTSBRONNEN (5) Verdragen : werking Werking in de internationale rechtsorde: internationale aansprakelijkheid staten, internationale jurisdictie, ev. sancties Werking in de nationale rechtsorde - voor de nationale rechtbanken (« rechtstreekse werking »). Voorwaarden bepaald door nationaal grondwettelijk recht, meestal de volgende : - omgezet, dan wel rechtstreeks toepasselijk krachtens een andere regel (uitzonderlijk ook verticale RW EU-richtlijnen) - inhoud van de regel is voldoende precies en onvoorwaardelijk om zonder nadere uitvoering te kunnen worden toegepast (self-executing) Vb. vele bepalingen EU-verdragen. Niet:GATT
I. RECHTSBRONNEN (6) Internationaal gewoonterecht Voorwaarden materieel element: vaste algemene praktijk opinio iuris: overtuiging van bindende kracht Bestaan ervan vaak betwist ! (soms verruimd tot algemene rechtsbeginselen, soort nieuw natuurrecht) Belang beperkt inzake internationaal economisch recht groter in andere domeinen (rechten van staten, oorlog & vrede, (aspecten van) mensenrechten …)
I. RECHTSBRONNEN (7) Beslissingen internat.org. Soms bindend: - beslissingen inzake interne organisatie IO - bindende kracht verleend bij verdrag (voor eventuele rechtstreekse werking, zie supra) - vb. beslissingen Veiligheidsraad VN Handvest VII - vb. beslissingen EU-organen (met nuances inzake rechtstreekse werking: Vo., RL, beschikking ….) Andere (indien niet bindend): = soft law
I. RECHTSBRONNEN (8) « Soft law » Vormen: niet-bindende beslissingen I.O. niet-bindende verdragen (gentleman’s agreements) Gedragscodes, aanbevelingen, ... (Mogelijke) Gevolgen: juridisch niet bindend; politieke gevolgen; morele, commerciële druk, de lege ferenda (model voor toekomstige regels), gekozen als recht door partijen
I. RECHTSBRONNEN (9) Enkele inhoudelijke concepten Standaards van behandeling: minimumstandaard (billijke behandeling) gelijkwaardige behandeling (met nationaal) meest begunstigde natie (MFN); met uitz: bevoorrechte behandeling Sancties: bij verdrag bepaald; gewoonterecht: boycotverbod; tenzij boycotplicht
I. RECHTSBRONNEN (10) De nationale rechtsorde Nationaal recht omvat ook het volkenrecht in zoverre het gerecipieerd is (voorwaarden voor rechtstreekse werking bepaald door het nationale grondwettelijk recht) Het nationale publiek- en privaatrecht kunnen dus regels bevatten van internationale oorsprong (bv. Mensenrechten, uniforme wetten ...) Toepassing nationaal recht in transnationale rechtsverhoudingen: uitgangspunt verschilt voor publiekrecht en privaatrecht
I. RECHTSBRONNEN (11) Werking van het nationaal (of vreemd) publiekrecht Publiekrecht: bestuursr., belastingr., strafr., mededingingsr. e.a econ. publiekr. (vb. import-exportreglementering, valutareglementering, toezicht op bank en verzekering, onteigening) Uitgangspunt: elk land past enkel eigen publiekrecht toe volgens de eigen afbakeningsregels - bereik: meestal territoriaal, soms extraterritoriaal (vb. belastingen, mededinging, …). Aanvaard door het internationaal recht ? afbakening bij verdrag (bv. dubbelbelasting, strafr. jurisdictie) zoniet concurrentie Uitzonderingen: samenwerkingsverdragen iz. publiekrecht, bv. hulp bij inning (boetes, belasting), uitlevering, …
I. RECHTSBRONNEN (12) Het nationale ’internationaal privaatrecht’ Privaatrecht: o.a. eigendom, contract, aansprakelijkheid, vennootschap, trust, intell.rechten, …. Toepassing privaatrecht in transnationale verhoudingen wordt bepaald door regels van IPR Twee soorten regels van IPR : - verwijzingsregels (nationale of uniforme) - materiële regels van IPR (ev. uniforme regels) (vaak cumulatief, d.i. toegepast na de verwijzingsregel)